ECLI:NL:GHSHE:2022:4576
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van echtscheidingsproblematiek
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de bekrachtiging van een ondertoezichtstelling van zes minderjarige kinderen, die onder toezicht zijn gesteld van een gecertificeerde instelling. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 4 juli 2022 aangevochten, waarin de kinderen voor een periode van negen maanden onder toezicht zijn gesteld. De moeder betwist de ontwikkelingsbedreiging die door de rechtbank is vastgesteld en stelt dat zij altijd open heeft gestaan voor hulpverlening. De vader steunt de ondertoezichtstelling, maar betwist enkele beschuldigingen die in het raadsrapport zijn opgenomen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 27 november 2022 zijn de betrokken partijen gehoord, waaronder de moeder, de vader, de Raad voor de Kinderbescherming en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling. Het hof heeft vastgesteld dat de langdurige strijd tussen de ouders een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor de kinderen vormt. Ondanks enige verbeteringen in de communicatie tussen de ouders, is het hof van oordeel dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft om de kinderen te beschermen en de hulpverlening voort te zetten. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, omdat de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen nog steeds aanwezig zijn en de ouders niet in staat zijn om zonder bemoeienis van de jeugdbeschermers samen te werken aan een zorgregeling.
De beslissing van het hof benadrukt de noodzaak van een gedwongen kader voor de hulpverlening, gezien de complexe problematiek en de betrokkenheid van meerdere hulpverlenende instanties. Het hof heeft de griffier verzocht om een afschrift van de uitspraak toe te zenden aan de rechtbank Oost-Brabant ter attentie van het centraal gezagsregister.