Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.De zaak in het kort
2.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/271995 / HA ZA 19-625)
3.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties 1 tot en met 11;
- de akte rectificatie van de zijde van de vrouw;
- de memorie van antwoord met producties 1 en 2;
- de akte uitlaten van de vrouw met productie 12;
- de antwoordakte van de man met producties 3 tot en met 13;
- het journaalbericht van de vrouw van 8 september 2022 met productie 13;
- de brief van de advocaat van de man van 13 september 2022 met producties 1, 2, 14 en 15;
- het pleidooi, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd.
4.De beoordeling
in conventie
vrouwheeft tijdig hoger beroep ingesteld. Zij heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis en opnieuw rechtdoende, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
vrouwheeft hiertoe vijf grieven aangevoerd. De grieven gaan over het oordeel van de rechtbank dat de vrouw toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenis voortvloeiend uit het echtscheidingsconvenant van 22 september 2003 (grief 1), de hoogte van de aan de man toegekende schadevergoeding (grief 2 tot en met 4) en de afwijzing van de vordering van de vrouw tot verrekening van de door haar verschuldigd geworden en aan de man betaalde dwangsommen met de door hem geleden schade (grief 5).
manheeft de grieven weersproken. Hij concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van de vrouw, althans het ongegrond verklaren en afwijzen van haar grieven, met veroordeling van de vrouw in de kosten van deze procedure.
vrouwbetoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat zij toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenis voortvloeiend uit het echtscheidingsconvenant van 22 september 2003 in verbinding met de akte van verdeling en levering van 13 april 2005. Samengevat voert de vrouw het volgende aan.
manheeft de grief van de vrouw weersproken. Hij heeft hiertoe, samengevat, het volgende gesteld.
hofoverweegt als volgt.
vrouwbetoogt dat het aandeel van de man in het appartement wel een voor hem realiseerbare waarde vertegenwoordigt. Zij licht die stelling als volgt toe.
manheeft de grieven van de vrouw weersproken. Hij stelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat zijn schade begroot dient te worden op de gehele waarde van het appartement te Marokko. Nu de man samen met [persoon A] eigenaar is van het appartement in Marokko, is het appartement als geheel onverkoopbaar. Daarvoor is de medewerking van [persoon A] vereist. Dat die medewerking ooit verkregen zal worden, is onwaarschijnlijk. [persoon A] heeft tot heden geen enkele blijk gegeven bereid te zijn om medewerking te verlenen. [persoon A] heeft nimmer (direct of indirect) contact met de man opgenomen en/of de man een concreet voorstel gedaan.
hofoverweegt als volgt.
vrouwbetoogt dat er wel degelijk een zodanige samenhang bestaat tussen de verbeurde dwangsommen van in totaal € 22.548,25 enerzijds en de door de man geleden schade als gevolg van de niet nakoming door de vrouw anderzijds. De gebeurtenis waardoor schade is ontstaan, betreft de niet-nakoming van het echtscheidingsconvenant van 23 september 2003. Dat de niet-nakoming vervolgens
manheeft de grief van de vrouw weersproken. Hij stelt dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat er geen grondslag is voor het verrekenen van
hofoverweegt als volgt.