6.2.Het hof gaat bij de verdere beoordeling uit van feiten die door de kantonrechter onder 3.1 in het bestreden vonnis zijn vastgesteld en die in hoger beroep niet in geschil zijn. Voorts staat nog het feit onder m. vast.
a. Alwel is een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet en is als zodanig verplicht te zorgen voor een rechtvaardige verdeling van sociale huurwoningen.
b. Voor het aanbieden en toewijzen van haar sociale huurwoningen bedient Alwel zich van het woonruimtebemiddelingssysteem ‘Klik voor Wonen’, dat een samenwerkingsverband betreft tussen verschillende woningcorporaties in de regio.
c. Voor het kunnen reageren op aangeboden sociale huurwoningen is een inschrijving bij ‘Klik voor Wonen’ nodig.
d. [appellanten] hebben zich op 5 februari 2012 bij Klik voor Wonen ingeschreven.
e. [appellanten] hebben via Klik voor Wonen hun interesse kenbaar gemaakt voor de huurwoning van Alwel aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning).
f. Alwel heeft de woning aan [appellanten] toegewezen.
g. Met ingang van 9 oktober 2017 is er een huurovereenkomst tussen partijen tot stand gekomen met betrekking tot de woning. De huurprijs bedraagt laatstelijk € 728,15 per maand.
h. In januari 2019 is na intern onderzoek gebleken dat de inschrijfdatum van een aantal woningzoekenden in Klik voor Wonen is aangepast door een (inmiddels voormalig) medewerker van één van de woningcorporaties die zijn aangesloten bij Klik voor Wonen.
i. Bij brief van 8 mei 2019 heeft Alwel [appellanten] geschreven dat hun inschrijfduur in Klik voor Wonen ten onrechte is verlengd en de woning daarom onterecht aan hen is toegewezen. Alwel heeft de huurovereenkomst opgezegd tegen 8 september 2019 en heeft [appellanten] in de gelegenheid gesteld om daarmee akkoord te gaan, bij gebreke waarvan Alwel in rechte ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming zal vorderen.
j. Bij brief van 22 mei 2019 heeft Alwel [appellanten] opnieuw in de gelegenheid gesteld om in te stemmen met een beëindiging van de overeenkomst en ontruiming van de woning. Alwel schrijft dat bij het uitblijven van de instemming zij de huurovereenkomst buitengerechtelijk zal vernietigen.
k. Bij brief van 28 februari 2020 is [appellanten] een laatste gelegenheid gegeven om de huurovereenkomst zelf op te zeggen ter voorkoming van een gerechtelijke procedure.
l. [appellanten] zijn hiertoe niet bereid gebleken waarna de onderhavige procedure is gestart.
m. [appellanten] hebben de woning met ingang van 30 juni 2021 verlaten.
De procedure bij de kantonrechter