In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de homologatie van een akkoord in het faillissement van de appellant. De rechtbank Limburg had op 17 oktober 2022 de homologatie van het akkoord geweigerd, omdat de curator had aangegeven dat de gelden voor het akkoord niet op zijn derdengeldenrekening waren bijgeschreven, waardoor de nakoming van het akkoord niet voldoende gewaarborgd zou zijn. De appellant, bijgestaan door zijn advocaat mr. J.A.M. Kuijlaars, heeft in hoger beroep aangevoerd dat de akkoordsom van € 60.000,00 al vóór de verificatievergadering op 8 februari 2022 was gestort op de derdengeldenrekening van zijn advocaat, Trust Advocaten. De curator heeft bevestigd dat de crediteuren op de hoogte zijn gesteld van de zitting, maar geen van hen is verschenen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 november 2022 heeft het hof kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder het proces-verbaal van de zitting van 17 oktober 2022 en de betalingsbewijzen van de akkoordsom. Het hof heeft vastgesteld dat op 17 oktober 2022, na de beschikking van de rechtbank, het bedrag van € 60.000,00 op de derdengeldenrekening van de curator is gestort. Het hof oordeelde dat de eerdere weigeringsgrond van de rechtbank, namelijk dat de nakoming van het akkoord niet voldoende was gewaarborgd, niet meer aan de orde was. Het hof heeft geconcludeerd dat er geen andere weigeringsgronden aanwezig waren en heeft de homologatie van het akkoord alsnog toegestaan.
De uitspraak van het hof vernietigt de eerdere beschikking van de rechtbank en homologeert het door de appellant aangeboden akkoord, waarmee de belangen van de schuldeisers zijn gewaarborgd. Het salaris van de curator wordt niet door het hof vastgesteld, aangezien dit al op andere wijze is geregeld.