ECLI:NL:GHSHE:2022:4446
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van gezinsproblematiek en huiselijk geweld
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen de beschikkingen van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die machtigingen tot uithuisplaatsing van haar kinderen bij de vader heeft verleend. De kinderen, geboren in 2017 en 2021, staan sinds oktober 2022 onder toezicht van de gecertificeerde instelling (GI) en zijn uit huis geplaatst vanwege zorgen over de veiligheid in de thuissituatie, die gekenmerkt werd door huiselijk geweld. De moeder betwist de noodzaak van de uithuisplaatsing en stelt dat de GI en de Raad voor de Kinderbescherming onvoldoende onderzoek hebben gedaan naar de situatie. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 november 2022 zijn zowel de moeder als vertegenwoordigers van de GI en de Raad gehoord. De moeder voert aan dat de uithuisplaatsing niet in het belang van de kinderen is en dat zij altijd goed voor hen heeft gezorgd. De Raad voor de Kinderbescherming en de GI stellen echter dat de situatie onveilig is en dat de kinderen bij de vader op een veilige plek verblijven. Het hof oordeelt dat de gronden voor de uithuisplaatsing aanwezig zijn en bekrachtigt de eerdere beschikkingen van de rechtbank. Het hof benadrukt dat er aandacht moet zijn voor de visies van beide ouders in het lopende raadsonderzoek.