Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: voorheen mr. F.A. Dronkers thans mr. C.A.M.J.M. Joosten.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI 1] en [vertegenwoordiger van de GI 2] ;
3.De beoordeling
Wat echter de kern is van deze zaak, en waarom de huidige machtiging niet in stand kan blijven, is dat [minderjarige] zich niet heeft onttrokken aan hulp of door de moeder aan deze hulp is onttrokken. Dat de moeder niet wenste te tekenen voor een behandeling voor [minderjarige] is geen reden voor de vergaande maatregel van gesloten jeugdhulp. Het ligt op de weg van de GI om in dat geval de minder vergaande en meer passende weg van een verzoek tot vervangende toestemming te bewandelen. Hetzelfde geldt voor het niet meewerken aan het bespreken van behandelplannen. Er zijn in dat geval legio alternatieven te bedenken.
Het niet geven van toestemming voor behandeling gelijkstellen aan het begrip onttrekking leidt tot een onjuiste verbreding van dit begrip. Daarnaast heeft de moeder meermaals aan de GI kenbaar gemaakt dat er extern hulp ingekocht diende te worden. De GI heeft dit echter niet gedaan omdat dan zou blijken dat het gewoon goed gaat met [minderjarige] .
Op dit moment wordt er aan [minderjarige] geen adequate hulp verleend. [minderjarige] slijt zijn dagen op de dagbestedingsschool. Deze dagbesteding kan echter geen school worden genoemd. Het is onder het niveau van [minderjarige] en hij moet hier dingen doen die niet relevant voor hem zijn, bijvoorbeeld als onderdeel van het lesprogramma wandelen in het bos. Schoolgang is het belangrijkste dat geregeld moet worden als [minderjarige] weer bij de moeder komt wonen. Net als andere kinderen moet [minderjarige] gewoon weer vijf dagen naar school. Daarnaast is rust en regelmaat voor [minderjarige] belangrijk, maar dit kan de moeder thuis realiseren en een gesloten uithuisplaatsing is daarvoor niet noodzakelijk. De moeder is van mening dat [minderjarige] weer thuis moet worden geplaatst of als laatste optie dat [minderjarige] naar de open groep in Oss gaat waar hij eerder is geplaatst.
De machtiging gesloten jeugdhulp is een uiterst middel en kan alleen worden ingezet als er geen andere oplossingen meer zijn. Er is echter te weinig ambulante hulp ingezet in de thuissituatie. De GI stelt in algemene bewoordingen dat het moeilijk is om samen te werken met de moeder, maar daarvan worden weinig concrete voorbeelden genoemd. Daarnaast is het de vraag of het terecht is dat [minderjarige] uit huis wordt geplaatst vanwege de moeizame samenwerking met de moeder. De machtiging gesloten jeugdhulp is voor deze situatie een te heftig middel.
is kort geleden overgeplaatst naar een andere groep bij [accomodatie] waar iets minder strenge regels zijn. Het betreft echter nog steeds een besloten groep op hetzelfde terrein als zijn vorige groep. Op de groep wordt niets met [minderjarige] overlegd. De overplaatsing naar zijn huidige groep vond laat in de avond plaats toen [minderjarige] al lag te slapen. Daarnaast is zonder overleg een therapeut voor [minderjarige] ingeschakeld.
gaat op het terrein van [accomodatie] naar een dagbestedingsschool. Naast de reguliere schoolvakken, krijg hij hier ook les in bijvoorbeeld houtbewerking en groenvoorziening. [minderjarige] vindt het fijn om naar school te gaan, maar hij wil graag naar een reguliere school. Dit mede omdat [minderjarige] later bij de [instantie] wil gaan werken. Hiervoor wil hij een goed dossier opbouwen en laten zien dat hij zich netjes kan gedragen.
Toen [minderjarige] nog bij de moeder woonde is hij een periode van ruim vier jaar niet naar school gegaan. Op een dag kwam [minderjarige] thuis uit school en had zijn moeder een e-mail van school ontvangen dat [minderjarige] niet meer welkom was op school. De aanmelding voor een andere school liep op niets uit omdat de betreffende school testen wilde afnemen waar de moeder geen toestemming voor gaf, maar deze testen werden desondanks afgenomen. Vervolgens is [minderjarige] zonder school thuis komen te zitten.
Uit het niet tekenen voor hulpverlening blijkt dat de moeder geen toestemming geeft voor behandeling van [minderjarige] . De moeder komt daarnaast in openlijk verzet tegen groepsleiding, de gedragswetenschapper en jeugdbeschermers in het bijzijn van [minderjarige] . Het feit dat de moeder verwijst naar een procedure voor vervangende toestemming onderschrijft het gebrek aan samenwerking vanuit de moeder en laat zien dat een plaatsing in de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om de ontwikkeling van [minderjarige] niet verder te laten stagneren.
zet binnen de gesloten jeugdhulp inmiddels stapjes die in de thuissituatie voor hem en de moeder niet haalbaar waren. Zo is er geen sprake meer van incidenten en/of escalaties, volgt [minderjarige] structureel onderwijs op de [school] school op het terrein van [accomodatie] en laat hij zien dat hij zich netjes op kan stellen. [minderjarige] ontkent echter het huiselijk geweld richting de moeder en dreigingen richting de betrokken hulpverlening voorafgaand aan de plaatsing. Dit bemoeilijkt gerichte behandeling van [minderjarige] . Daarnaast krijgt [minderjarige] voortdurend de bevestiging van de moeder dat er niets aan de hand is (geweest) en dat hij geen hulp nodig heeft.
De visies van de moeder en de betrokken hulpverlening liggen enorm ver uit elkaar. De GI heeft grote zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige] , het tot stand komen van passende hulpverlening en de rol en invloed van de moeder hierop. De moeder kan [minderjarige] niet bieden wat hij nodig heeft, ze ontkent de zorgen, bagatelliseert gedrag van [minderjarige] en laat hulpverlening onvoldoende toe. De GI heeft onlangs besloten de raad te vragen onderzoek te doen naar een mogelijke gezagsbeëindiging. Het perspectief van [minderjarige] ligt op een open groep en daar wil de GI dan ook naartoe werken. Het verloop hiervan is echter mede afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek van de raad naar een gezagsbeëindigende maatregel.
- er bij [minderjarige] sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren, en
- de opneming en het verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige] zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Na een fors incident in de thuissituatie in mei 2022, als gevolg waarvan [minderjarige] door de politie is opgepakt, is hij (opnieuw) met een (spoed)machtiging gesloten geplaatst bij [accomodatie] .