Uitspraak
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] , België, hierna te noemen: [minderjarige] .
Raad voor de Kinderbescherming,
6.De beschikking van 7 april 2022
mr. [bijzondere curator] benoemd tot bijzondere curator van [minderjarige] . Aan hem is verzocht uiterlijk 5 mei 2022 een schriftelijk verslag van bevindingen uit te brengen en een standpunt aan het hof te doen toekomen met betrekking tot het verzoek van de moeder tot vaststelling van het vaderschap van de man. Verder is bepaald dat partijen na ontvangst van het verslag van de bijzondere curator een termijn van vier weken wordt verleend om hun standpunt kenbaar te maken, waarna hen vervolgens een termijn van vier weken wordt verleend om op elkaars standpunt te reageren. Iedere verdere beslissing is aangehouden.
7.Het verder verloop van het geding in hoger beroep
9 augustus 2022 nogmaals per aangetekende post heeft verzonden. Deze oproep is op
14 september 2022 om 10.45 uur aan de man uitgereikt.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat en door mr. B. Heeren in zijn hoedanigheid van patroon van mr. Lasschuit (allen via een videoverbinding);
- de bijzondere curator;
- [vertegenwoordiger van de raad] namens de raad (via een videoverbinding).
- het V8-formulier van de bijzondere curator d.d. 2 juni 2022;
- het V8-formulier met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 14 juni 2022;
- het V8-formulier met bijlage van de advocaat van de moeder d.d. 12 augustus 2022.
8.8. De verdere beoordeling van het geding in hoger beroep
Vaststelling van het vaderschap
Met enige voorzichtigheid is de conclusie dat het verzoek van de moeder kan worden toegewezen, ook zonder het verlangen van nader bewijs door middel van een DNA-onderzoek. Gelet op de opstelling van de man is niet te verwachten dat de man vrijwillig aan een DNA-onderzoek zal meewerken. Het is zelfs denkbaar dat de man bereid is om het tot het verbeuren van dwangsommen te laten komen, hetgeen eveneens tot de nodige executieproblemen in Spanje zal leiden en waardoor er weer veel tijd zal verstrijken. De moeder is de procedure in 2017 gestart en het is niet in het belang van [minderjarige] om hem nog langer in onzekerheid te laten.
9.De beslissing
10 december 2019;