In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, een rechtspersoon, werd beschuldigd van het medeplegen van aan haar schuld te wijten dat een ander zwaar lichamelijk letsel bekomt, en van het medeplegen van overtreding van artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet. De feiten betroffen een arbeidsongeval waarbij een werknemer, [slachtoffer], op 30 november 2015 met zijn arm bekneld raakte in een ontladingsmachine. De verdachte had werknemers arbeid laten verrichten binnen de gevarenzone van deze machine, terwijl deze niet volledig buiten werking was gesteld, in strijd met de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant. Het hof bevestigde de bewezenverklaring van de feiten, maar verminderde de opgelegde geldboete van € 25.000 naar € 22.500 vanwege overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep. De verdediging had vrijspraak bepleit, maar het hof oordeelde dat de verdachte in aanmerkelijke mate verwijtbaar had gehandeld door de veiligheidsinstructies te negeren en een onveilige situatie te creëren. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van werkgevers voor de veiligheid van hun werknemers en de noodzaak om veiligheidsvoorschriften strikt na te leven.