Op 21 november 2022 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die eerder door de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant was veroordeeld voor diefstal en bedreiging met geweld. De verdachte was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest had doorgebracht, overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. De zaak was in hoger beroep gebracht door de verdachte, die het niet eens was met het vonnis van de politierechter.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om vernietiging van het eerdere vonnis en een nieuwe veroordeling van de verdachte. De verdediging heeft gepleit voor een voorwaardelijke gevangenisstraf en heeft aandacht gevraagd voor de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft echter besloten dat het voldoende was voorgelicht op basis van een recent reclasseringsrapport.
Het hof heeft de bewijsvoering in de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat deze enige verbetering behoeft. Desondanks heeft het hof besloten het vonnis van de politierechter te bevestigen, met inachtneming van de verbeteringen in de bewijsvoering. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, en de beslissing is openbaar uitgesproken. Het hof heeft de verdachte in zijn straf bevestigd, en de advocaat-generaal's vordering is niet gehonoreerd.