ECLI:NL:GHSHE:2022:4005

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
21 november 2022
Publicatiedatum
21 november 2022
Zaaknummer
20-000042-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis van diefstal en bedreiging met geweld door Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Op 21 november 2022 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die eerder door de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant was veroordeeld voor diefstal en bedreiging met geweld. De verdachte was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest had doorgebracht, overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. De zaak was in hoger beroep gebracht door de verdachte, die het niet eens was met het vonnis van de politierechter.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om vernietiging van het eerdere vonnis en een nieuwe veroordeling van de verdachte. De verdediging heeft gepleit voor een voorwaardelijke gevangenisstraf en heeft aandacht gevraagd voor de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft echter besloten dat het voldoende was voorgelicht op basis van een recent reclasseringsrapport.

Het hof heeft de bewijsvoering in de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat deze enige verbetering behoeft. Desondanks heeft het hof besloten het vonnis van de politierechter te bevestigen, met inachtneming van de verbeteringen in de bewijsvoering. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, en de beslissing is openbaar uitgesproken. Het hof heeft de verdachte in zijn straf bevestigd, en de advocaat-generaal's vordering is niet gehonoreerd.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000042-22
Uitspraak : 21 november 2022
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 24 december 2021, in de strafzaak met parketnummer 01-261825-21 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag],
wonende te [adres]
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van diefstal (feit 2 en 4) en ‘diefstal, gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken’ (feit 1 en 3) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en opnieuw rechtdoende de verdachte ter zake van de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten zal veroordelen met oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De verdediging heeft:
  • voor wat betreft de bewezenverklaring zich gerefereerd aan het oordeel van het hof;
  • ten aanzien van de op te leggen straf zich op het standpunt gesteld dat dient te worden volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop het berust, behalve voor wat betreft de bewijsvoering.
De bewijsvoering behoeft enige verbetering. Omwille van de leesbaarheid dient de bewijsvoering in haar geheel te worden vervangen. Indien tegen dit arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan dit arrest gehecht.
De verdediging heeft ter terechtzitting in hoger beroep aandacht gevraagd voor de persoonlijke omstandigheden van verdachte en in dit kader voorgesteld, indien het hof zich dienaangaande niet voldoende voorgelicht zou achten, de behandeling van de strafzaak tegen verdachte aan te houden ten einde een reclasseringsrapport op te laten maken. Het hof ziet hiertoe evenwel geen aanleiding, nu gelet op hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep aan de orde is gekomen, in het bijzonder de inhoud van het nog recent ten aanzien van verdachte opgemaakte reclasseringsrapport d.d. 30 juni 2022, het hof zich voldoende acht voorgelicht.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. F. van Es, voorzitter,
mr. O.A.J.M. Lavrijssen en mr. S.V. Pelsser, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.R. Veldt, griffier,
en op 21 november 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. O.A.J.M. Lavrijssen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.