ECLI:NL:GHSHE:2022:3990

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
17 november 2022
Publicatiedatum
17 november 2022
Zaaknummer
200.309.721_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake curatele en wijziging curator

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de onder curatele gestelde, geboren in 2004, onder curatele is gesteld. De onder curatele gestelde heeft in hoger beroep verzocht om de curatele op te heffen of om te zetten in een minder ingrijpende maatregel, zoals bewindvoering of mentorschap. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 oktober 2022 is de onder curatele gestelde gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, mr. N. Wouters. De curator heeft telefonisch gereageerd en er zijn zorgen geuit over het welzijn van de onder curatele gestelde, die zou kampen met drugsmisbruik en epileptische aanvallen. Het hof heeft de situatie van de onder curatele gestelde beoordeeld aan de hand van de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling. Het hof concludeert dat de onder curatele gestelde nog steeds kwetsbaar is en dat de curatele noodzakelijk blijft om zijn belangen te beschermen. Tevens is er een verzoek gedaan om de huidige curator te vervangen door een professionele instelling in Zeeland. Het hof heeft besloten de huidige curator te ontslaan en een nieuwe curator te benoemen, die dichter bij de onder curatele gestelde gevestigd is. De beschikking van de rechtbank is bekrachtigd, en de nieuwe curator is benoemd met ingang van 1 december 2022.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 17 november 2022
Zaaknummer: 200.309.721/01
Zaaknummer eerste aanleg: 9613843 \ OV VERZ 22-5
in de zaak in hoger beroep van:
[de onder curatele gestelde],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de onder curatele gestelde
advocaat: mr. N. Wouters,
Als belanghebbenden in deze zaak worden aangemerkt:
- de curator:
[de curator], adres houdende te
[adres] ;
- de moeder [de moeder] , de vader [de vader] , de halfbroer [de halfbroer] en de halfzus [de halfzus] .

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Bergen op Zoom, van 10 februari 2022, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 25 april 2022, heeft de onder curatele gestelde het hof verzocht voormelde beschikking te vernietigen en:
1. de onder curatele stelling op te heffen en/of om te zetten in een bewindvoering en mentorschap;
2. de curator (c.q. de bewindvoerder/mentor) te wijzigen naar een professionele instelling die zijn vestigingsplaats heeft binnen Zeeland;
dan wel een beslissing te nemen die het hof juist acht.
2.2.
Er is geen verweerschrift ingekomen ter griffie van het hof.
2.3.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 10 oktober 2022.
Bij die gelegenheid zijn gehoord:
  • de onder curatele gestelde, bijgestaan door mr. Wouters;
  • namens de curator (telefonisch): [vertegenwoordiger van de curator 1] en [vertegenwoordiger van de curator 2] .
2.3.1.
De overige belanghebbenden zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet naar de mondelinge behandeling gekomen.
2.4.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
  • de brief met bijlagen van Jeugdbescherming West Zeeland d.d. 29 augustus 2022;
  • het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de onder curatele gestelde d.d. 12 september 2022.

3.De beoordeling

3.1.
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter, voor zover thans van belang,
met ingang van 13 maart 2022 appellant: [de onder curatele gestelde] , geboren [geboorteplaats]
op [geboortedatum] 2004 , onder curatele gesteld en heeft tot curator benoemd: [de curator] .
3.2.
De onder curatele gestelde kan zich met deze beslissing niet verenigen en hij is hiervan in hoger beroep gekomen.
3.3.
De onder curatele gestelde voert in het beroepschrift, zoals aangevuld tijdens de mondelinge behandeling - kort samengevat - aan dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat een minder zware beschermende maatregel dan curatele niet afdoende is.
Onvoldoende gemotiveerd is waarom de maatregel van curatele noodzakelijk is in het onderhavige geval; er is althans een verkeerde afweging gemaakt.
De onder curatele gestelde is het niet eens met de bevindingen die volgen uit de, door de verzoeker in eerste aanleg overgelegde, rapportage van [instantie 1] . Volgens hem klopt de DSM - diagnose niet en werkt hij, in tegenstelling tot hetgeen in het verzoek in eerste aanleg is vermeld, wel mee aan behandelingen en/of de aangeboden hulpverlening.
De onder curatele gestelde meent dat (uit hetgeen hij aanvoert) voldoende blijkt dat hij zelfstandig beslissingen kan nemen. De beperkingen in zijn functioneren zijn niet van zo ernstige aard dat hij handelingsonbekwaam [het hof begrijpt: wilsonbekwaam] is. Er is in feite in het geheel geen beschermingsmaatregel nodig is. Indien het hof dit wel nodig acht dan kan worden volstaan met een meerderjarigenbewind gecombineerd met een mentorschap.
Ingeval het hof een beschermingsmaatregel wel nodig vindt, dient het hof een professionele instelling in Zeeland (in de buurt van [plaats 1] ) te benoemen. Dit gelet op de praktische voordelen daarvan. Van de instantie die zijn voorkeur heeft (te weten [instantie 2] ) heeft de onder curatele gestelde reeds een bereidverklaring overgelegd.
3.4.
Namens de curator is tijdens de mondelinge behandeling - kort samengevat - aangevoerd dat hij zich zorgen maakt om de onder curatele gestelde. De overgang van zijn verblijf op een gesloten afdeling van [instantie 1] naar een open afdeling en vervolgens de overgang naar [begeleide woonvorm] (de huidige begeleide woonvorm) is volgens de curator te snel gegaan. De curator leidt dit af uit een recent bericht van [begeleide woonvorm] (1 juli 2022). Uit dit bericht volgt dat er geen afspraken met de onder curatele gestelde gemaakt kunnen worden, dat hij harddrugs gebruikt en dat dit zorgen baart, vooral omdat hij in toenemende mate last heeft van epileptische aanvallen. De hulpvraag zoals deze er nu ligt kan de huidige instelling niet aan en men acht een gespecialiseerde opvang nodig alsook een acute aanmelding voor verslavingszorg. Ondanks dat er een zorgmelding is gedaan bij de gemeente en men op zoek is naar een andere plek, is er nog geen geschikte plek gevonden. Omdat de verslaving op de voorgrond ligt, is de onder curatele gestelde tot nu toe afgewezen voor nieuwe plekken; men verwacht dat de onder curatele gestelde eerst een detox behandeling ondergaat en daarbij intrinsieke motivatie toont om van zijn drugsverslaving af te komen.
3.5.
Het hof komt tot de volgende beoordeling.
Omzetting van de curatele in bewind
3.5.1.
Ingevolge artikel 1:378 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan een meerderjarige door de rechter onder curatele worden gesteld wanneer hij tijdelijk of duurzaam zijn belangen niet behoorlijk waarneemt of zijn veiligheid of die van anderen in gevaar brengt, als gevolg van:
a. zijn lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel;
b. gewoonte van drank- of drugsmisbruik,
en een voldoende behartiging van die belangen niet met een meer passende en minder verstrekkende voorziening kan worden bewerkstelligd.
3.5.2.
Op grond van het voorgaande dient het hof allereerst te beoordelen of bij de onder curatele gestelde sprake is van een lichamelijke of geestelijke toestand dan wel gewoonte van drank- of drugsmisbruik die een ondercuratelestelling rechtvaardigt.
3.5.3.
Op grond van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is het hof van oordeel dat aan deze voorwaarde(n) is voldaan. Uit het inleidend verzoek van 27 december 2021 van Jeugdbescherming West Zeeland volgt dat er destijds sprake was van een zorgelijke situatie. De onder curatele gestelde kampte met onbehandelde complexe PTSS en (mede) als gevolg daarvan was er sprake van middelengebruik (softdrugs en harddrugs) en van psychose gevoeligheid. Op momenten dat de onder curatele gestelde last van zijn trauma’s ervaart bestaat er een verhoogd risico op drugsgebruik en hij is dan wantrouwend ten opzichte van anderen en kan op die momenten de gevolgen van zijn keuzes niet overzien. Ook is gebleken dat hij dan een direct gevaar voor zichzelf kan vormen. Met de rechtbank is het hof van oordeel dat de onder curatele gestelde nog erg kwetsbaar is. Uit hetgeen door en namens hem in hoger beroep is aangevoerd volgt niet dat het op dit moment beter met hem gaat dan ten tijde van de uitspraak van de rechtbank (waarbij hij onder curatele is gesteld). Daarbij komt dat ter mondelinge behandeling van het hof is gebleken dat de huidige curator vanuit de zorginstelling heeft vernomen dat er grote zorgen bestaan rondom de onder curatele gestelde. Hij zou ook nu nog drugs gebruiken en als gevolg daarvan last hebben van epilepsieaanvallen. Bovendien zou hij ook nog op dit moment althans zeer recent drugs dealen of zich daarmee bezig houden.
De enkele ontkenning door de onder curatele gestelde van het drugsgebruik en van de door de zorginstelling genoemde zorgen acht het hof onvoldoende, mede gelet op de ernst van de (medische) zorgen die rondom hem spelen.
Gelet hierop, kan naar het oordeel van het hof dan ook niet worden volstaan met minder ingrijpende middel dan een ondercuratelestelling om de belangen van de onder curatele gestelde voldoende te kunnen beschermen.
De persoon van de curator
3.5.4.
Het is de wens van de onder curatele gestelde om, in het geval het hof een curatele nodig acht, een andere persoon tot curator te benoemen. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er inmiddels bij de rechtbank verzoeken liggen van zowel de huidige curator als van [instantie 2] om de persoon van de curator te wijzigen en dat de huidige curator instemt met een dergelijke wijziging. Ook ziet het hof de praktische voordelen wanneer een curator meer in de buurt van de onder curatele gestelde is gevestigd. Daarbij komt dat de advocaat van de onder curatele gestelde een goed contact heeft met [instantie 2] . Het voorgaande brengt mee dat het hof de huidige curator zal ontslaan en tot nieuwe curator zal benoemen: [de opvolgend curator] te [plaats 2] als opvolgend curator, van wie reeds een bereidverklaring aan het hof is overgelegd.
3.5.5.
Op grond van het voorgaande zal het hof het verzoek van de onder curatele gestelde ten aanzien van de persoon van de curator toewijzen zoals hierna is vermeld.
3.5.6.
Het hof zal hierna voorts bepalen dat een kopie van deze beschikking wordt gezonden aan de griffier van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Bergen op Zoom, in verband met aantekening in het Centraal curatele- en bewindregister.

4.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt de bestreden beschikking;
verleent met ingang van 1 december 2022 aan [de curator] , adres houdende te [adres] , ontslag als curator van [de onder curatele gestelde] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2004, wonende aan [adres] [plaats 1] ;
benoemt met ingang van 1 december 2022 tot curator: [de opvolgend curator] , [adres] [plaats 2] ;
bepaalt dat de opvolgend curator voor haar (aanvangs)werkzaamheden en voor de met de curatele gemoeide kosten de in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren vastgestelde forfaitaire tarieven ten laste van het vermogen van de betrokkene mag brengen.
bepaalt dat de ontslagen curator binnen twee maanden na de datum van deze uitspraak de eindrekening en -verantwoording aflegt aan de onder curatele gestelde en de opvolgend curator en een - zo mogelijk door hen voor akkoord ondertekend - exemplaar ervan aan het Bewindsbureau van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Bergen op Zoom, overlegt;
bepaalt dat de opvolgend curator, in afwijking van art. 1:386 lid 1 jo. 1:338 BW, binnen drie maanden na aanvang van haar taak een beschrijving van de aan de curatele onderworpen goederen dient op te maken en een afschrift daarvan dient in te leveren ter griffie van het Bewindsbureau van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Bergen op Zoom;
verzoekt de griffier krachtens het bepaalde in artikel 1:391 BW een afschrift van deze uitspraak toe te zenden aan de griffier van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Bergen op Zoom, in verband met aantekening in het Centraal curatele- en bewindregister.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. H. van Winkel, J.F.A.M. Graafland-Verhaegen, H.M.A.W. Erven en is op 17 november 2022 uitgesproken in het openbaar door J.F.A.M. Graafland-Verhaegen in tegenwoordigheid van de griffier.