Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
200.275.831/01van
1.[geïntimeerde 1] , pro se en als versterferfgenaam van [persoon A] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2] , pro se en als versterferfgenaam van [persoon A] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 3] , pro se en op de voet van artikel 118 Rv opgeroepen als versterferfgenaam van [persoon A] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 4],
pro se en op de voet van artikel 118 Rv opgeroepen als versterferfgenaam van [persoon A] ,
200.279.084/01van
pro se en als versterferfgenaam van [persoon A] ,
1.[geïntimeerde 1] pro se en als versterferfgenaam van [persoon A] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2] , pro se en als versterferfgenaam van [persoon A] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 3] , pro se en op de voet van artikel 118 Rv opgeroepen als versterferfgenaam van [persoon A] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 4],
pro se en op de voet van artikel 118 Rv opgeroepen als versterferfgenaam van [persoon A] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 17 mei 2022;
- de akte van [geïntimeerde 1] van 14 juni 2022 met producties 10 t/m 17;
- de antwoordakte van [geïntimeerde 2] van 12 juli 2022;
- de antwoordakte van [appellant] van 12 juli 2022;
- de brief van het hof aan partijen van 31 augustus 2022 waarin is aangegeven dat [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] een antwoordakte mogen nemen op de antwoordakte van [appellant] ;
- de antwoordakte van [geïntimeerde 1] van 4 oktober 2022;
- de antwoordakte van [geïntimeerde 2] van 4 oktober 2022.