Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
onttrekking aan het verkeervan de inbeslaggenomen 388,8 gram heroïne.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1997, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden voor opzettelijk handelen in strijd met het verbod van de Opiumwet. De politierechter had vastgesteld dat de verdachte op 21 april 2021 in de gemeente Borsele ongeveer 388,8 gram heroïne aanwezig had. De verdachte ging in hoger beroep tegen dit vonnis, waarbij de verdediging primair een vrijspraak bepleitte en subsidiair een lichtere straf vroeg, gezien het feit dat de verdachte een first offender was.
Het hof heeft het beroep van de verdachte behandeld en de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om bevestiging van het vonnis van de politierechter. Na het onderzoek op de zitting heeft het hof geconcludeerd dat de verdachte het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen is. Het hof heeft de bewijsvoering van de politie en het NFI in overweging genomen en kwam tot de conclusie dat er een sluitende 'chain of evidence' was, die bevestigde dat de verdachte de heroïne had weggegooid vanuit zijn auto.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden. De inbeslaggenomen heroïne werd onttrokken aan het verkeer. Het hof heeft de ernst van het feit en de gevolgen voor de samenleving in zijn overwegingen meegenomen, en heeft geoordeeld dat een lichtere straf niet passend was, ondanks het feit dat de verdachte voor het eerst met de Opiumwet in aanraking kwam.