ECLI:NL:GHSHE:2022:3943
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Oost-Brabant inzake verkrachting door meerdere personen
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, waarin de verdachte was veroordeeld voor verkrachting door twee of meer verenigde personen. De rechtbank had de verdachte een jeugddetentie van 10 maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest, en de vordering van de benadeelde partij was toegewezen tot een bedrag van € 7.238,17, te vermeerderen met wettelijke rente. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd het vonnis te bevestigen, terwijl de verdediging pleitte voor integrale vrijspraak en niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij. Het hof heeft de verklaringen van de aangeefster als betrouwbaar beoordeeld, ondanks de inconsistenties die door de verdediging werden aangevoerd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich aanvankelijk op zijn zwijgrecht heeft beroepen, maar later fragmentarisch is gaan verklaren, wat zijn geloofwaardigheid heeft aangetast.
Het hof heeft de bewijsmiddelen en de argumenten van de verdediging zorgvuldig gewogen en is tot de conclusie gekomen dat de verdachte samen met anderen de verkrachting heeft gepleegd. De verdediging's verzoek om de medeverdachte opnieuw als getuige te horen werd afgewezen, omdat het hof geen noodzaak zag voor aanvullend bewijs. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bevestigd, met inachtneming van de overwegingen in het arrest.