Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/302346 / KG ZA 22-72)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven en producties 1 tot en met 4;
- de memorie van antwoord met producties 1 tot en met 6.
3.De beoordeling
- [kind 1] (hierna: [kind 1]), op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats];
- [kind 2] (hierna: [kind 2]), op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats].
- week 1: alle drie de kinderen verblijven bij de moeder, waarbij [kind 3] op donderdag om 15.15 uur uit school wordt gehaald en op maandagochtend door de moeder naar school wordt gebracht;
- week 2: alle drie de kinderen verblijven bij de man, waarbij [kind 3] op donderdag om 15.15 uur door de moeder uit school wordt gehaald en op vrijdagavond 19.00 uur samen met [kind 1] en [kind 2] naar de man wordt gebracht. [kind 1] en [kind 2] worden op zondag om 19.00 uur naar de moeder gebracht;
- week 3: alle drie de kinderen verblijven bij de moeder, waarbij [kind 3] op donderdag om 15.15 uur uit school wordt gehaald en op maandagochtend door de moeder naar school wordt gebracht;
- week 4: alle drie de kinderen verblijven bij de man, waarbij [kind 3] op donderdag om 15.15 uur door de moeder uit school wordt gehaald en op vrijdagavond om 19.00 uur samen met [kind 1] en [kind 2] naar de man wordt gebracht. [kind 1] en [kind 2] worden op zondag om 19.00 uur naar de moeder gebracht.
- de moeder met ingang van 15 april 2022 veroordeeld tot nakoming van de omgangsregeling, zoals vastgesteld in de beschikking van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 25 juli 2019, onder andere inhoudende dat de minderjarige kinderen [kind 1] en [kind 2] in week 2 en 4 van de omgangscyclus bij de man zullen verblijven van vrijdag 19.00 uur tot zondag 19.00 uur;
- bepaald dat de moeder een dwangsom verbeurt van € 250,- per dag dat zij verzuimt aan de hiervoor genoemde veroordeling te voldoen, dit met een maximum aan eventueel te verbeuren dwangsommen van € 10.000,-;
- de vordering van de man ten aanzien van [kind 3] afgewezen;
- de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
- de vorderingen van de man zoals ingesteld bij dagvaarding in eerste aanleg, af te wijzen;
- de man te veroordelen in de kosten van het geding in beide instanties.