ECLI:NL:GHSHE:2022:3931

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
21 oktober 2022
Publicatiedatum
15 november 2022
Zaaknummer
20-000010-17
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet met betrekking tot amfetamineproductie

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, waarbij de verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De verdachte is beschuldigd van het vervaardigen en aanwezig hebben van amfetamine in een loods in Peel en Maas. De feiten dateren van de periode van 1 januari 2016 tot en met 24 maart 2016, waarin de verdachte samen met anderen betrokken was bij de productie van amfetamine. Op 24 maart 2016 vond een politie-inval plaats in de loods, waar een in werking zijnd amfetaminelaboratorium werd aangetroffen. De verdachte werd samen met medeverdachten aangehouden. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een straf van 10 maanden geëist, maar het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf. Het hof oordeelde dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de Opiumwet en dat er voldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid bij de productie van amfetamine. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten, maar de bewezenverklaring van de betrokkenheid bij de amfetamineproductie bleef staan. Het hof heeft de straf gematigd vanwege de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000010-17
Uitspraak : 21 oktober 2022
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 20 december 2016, in de strafzaak met parketnummer 03-659109-16 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 1979,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
De rechtbank heeft verdachte ter zake van:
-feit 1: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
-feit 2: medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden heeft, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden met aftrek van voorarrest.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis zal bevestigen met uitzondering van de opgelegde straf en verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 10 maanden met aftrek van voorarrest.
De verdediging heeft betoogd dat verdachte van het onder 1 en 2 ten laste gelegde moet worden vrijgesproken en heeft een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 24 maart 2016, te [locatie 1] , gemeente Peel en Maas, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of aanwezig heeft gehad (in totaal) 38,3 liter amfetamine, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 24 maart 2016 te [locatie 1] , gemeente Peel en Maas, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen, (ondermeer) voorhanden heeft gehad:
- één of meer, jerrycan(s), inhoudende een hoeveelheid amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of
- één of meer, jerrycan(s), inhoudende amfetamine gerelateerd afval en/of
- één of meer, klemdekselvat(en), inhoudende amfetamine gerelateerd afval en/of
- ( gebruikt) laboratorium glaswerk (rondbodemkolf en/of spiraalkoelers) en/of
- een gedemonteerde opstelling ten behoeve van de stoomdestillatie (zuivering) bestaande uit een RVS kookketel (inhoudsmaat ongeveer 80 liter) met bijbehorende RVS koeler gekoppeld aan een steun en/of
- één of meer, maatbeker(s) (inhoud 5 liter), gevuld met vloeistof, zijnde amfetamine en/of een hoeveelheid materiaal bevattende amfetamine en/of
- een gedemonteerde opstelling ten behoeve van de eerste kookstap van amfetamine (Leuckart methode) bestaande uit een gebruikte en vervuilde grote RVS kookketel (inhoudsmaat 475 liter) voorzien van een RVS koeler en/of
- één of meer, klemdekselvat(en) (200 liter) (gevuld met een licht zure vloeistof) en/of
- één of meer, gebruikte en vervuilde gemodificeerde gasflessen ten behoeve van stoomdestillatie en/of
- één of meer, maatbeker(s) en/of
- RVS pollepel(s) en/of
- een gebruikte en vervuilde glazen rondbodemkolf (20 liter) en/of
- een koolstoffilter en/of
- een afzuigunit en/of
- diverse stukken gasslang met reduceerventiel en/of
- diverse stukken waterslang/afvoerslang en/of
- een gebruikte en vervuilde dompelpomp en/of
- één of meer, gasbrander(s) en/of
- één of meer, gasfles(sen) (propaan) en/of
- één of meer, zakken caustic soda (totaal 264 kg) en/of
- een jerrycan en een schroefdekselvat, inhoudende een rokende zure vloeistof (zoutzuur, totaal 50 liter) (opgeslagen naast de RVS kookketel) en/of
- één of meer, jerrycan(s) (25 liter), inhoudende een zure heldere vloeistof (mierenzuur, 90 liter) (opgeslagen naast de kookketel) en/of;
- één of meer, jerrycan(s), inhoudende een heldere vloeistof (formamide, totaal 275 liter) (opgeslagen naast de kookketel),
waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op 24 maart 2016, te [locatie 1] , gemeente Peel en Maas, tezamen en in vereniging met een ander:
A.
opzettelijk heeft vervaardigd een hoeveelheid materiaal bevattende amfetamine
en
B
opzettelijk aanwezig heeft gehad in totaal 33,3 liter amfetamine,
zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
2.
hij op 24 maart 2016 te [locatie 1] , gemeente Peel en Maas, tezamen en in vereniging met een ander om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen, voorhanden heeft gehad:
- jerrycans, inhoudende een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en
- jerrycans, inhoudende amfetamine gerelateerd afval en
- klemdekselvaten, inhoudende amfetamine gerelateerd afval en
- gebruikt laboratorium glaswerk, rondbodemkolf en spiraalkoelers en
- een gedemonteerde opstelling ten behoeve van de stoomdestillatie, zuivering, bestaande uit een RVS kookketel, inhoudsmaat ongeveer 80 liter, met bijbehorende RVS koeler gekoppeld aan een steun en
- één maatbeker, inhoud 5 liter, gevuld met vloeistof, zijnde een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en
- een gedemonteerde opstelling ten behoeve van de eerste kookstap van amfetamine (Leuckart methode) bestaande uit een gebruikte en vervuilde grote RVS kookketel (inhoudsmaat 475 liter) voorzien van een RVS koeler en
- één klemdekselvat (200 liter) gevuld met een licht zure vloeistof en
- gebruikte en vervuilde gemodificeerde gasflessen ten behoeve van stoomdestillatie en
- maatbekers en
- RVS pollepels en
- gebruikte en vervuilde rondbodemkolf (20 liter) en
- een koolstoffilter en
- een afzuigunit en
- diverse stukken gasslang met reduceerventiel en
- diverse stukken waterslang/afvoerslang en
- een gebruikte en vervuilde dompelpomp en
- gasbranders en
- gasflessen (propaan) en
- zakken caustic soda (totaal 264 kg) en
- een jerrycan en een schroefdekselvat, inhoudende een rokende zure vloeistof (zoutzuur, totaal 50 liter) opgeslagen naast de RVS kookketel en
- jerrycan(s) (25 liter), inhoudende een zure heldere vloeistof (mierenzuur, 90 liter) opgeslagen naast de kookketel;
- jerrycans, inhoudende een heldere vloeistof (formamide, totaal 275 liter) opgeslagen naast de kookketel,
waarvan verdachte en verdachtes mededader wisten dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen [1]
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierna opgenomen bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

1.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 128 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op donderdag 24 maart 2016 werd op het adres [locatie 2] te [locatie 1] een in werking zijnde productielocatie voor synthetische drugs aangetroffen.

2.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 124 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Omstreeks 18.45 uur werd door het arrestatieteam de instap gedaan in de voornoemde loods. Er werden drie personen aangehouden in de loods door het arrestatieteam.

3.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 20 e.v., voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
De verdachten die werden aangehouden in de loods zijn:
- [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedag 2] 1977 te [geboorteplaats 2] ;
- [verdachte] , geboren op [geboortedag 1] 1979 te [geboorteplaats 1] ;
- [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedag 3] 1978 te [geboorteplaats 3] .

4.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 141 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Door opsporingsambtenaren van de afdeling Landelijk Forensische Opsporing (LFO) en de afdeling Forensische Technische Opsporing (FTO) van de eenheid Limburg werd op 24 en 25 maart 2016 een onderzoek verricht in het aangetroffen XTC-lab in een loods aan de [locatie 2] te [locatie 1] . Bij dit onderzoek werden foto’s gemaakt van de aangetroffen goederen en het in werking zijnde XTC-lab. Ook werden van diverse substanties monsters genomen, die in beslag werden genomen.

5.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 175 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op donderdag 24 maart 2016 van omstreeks 21.00 uur tot 23.30 uur en op vrijdag 25 maart
2016 van omstreeks 09.30 uur is de boerenschuur gelegen aan de [locatie 2] te [locatie 1] , gemeente Peel en Maas doorzocht.
Wij zagen dat de roldeur toegang gaf tot een grote ruimte [O]. Direct bij het betreden van deze ruimte roken wij de voor ons bekende en typische geur van amfetamineachtige stoffen.
Wij zagen dat deze ruimte onder andere in gebruik was voor de opslag van gereedschap en bouwmaterialen.
Wij zagen verder dat in deze ruimte, gezien vanaf de roldeur rechts, een aparte ruimte [L] aanwezig was. Wij zagen dat deze ruimte te betreden was via een gangetje welke zich direct achter de genoemde toegangsdeur bevond. Direct bij het betreden van deze ruimte [L] roken wij de voor ons bekende en typische geur van amfetamineachtige stoffen. Wij zagen dat deze ruimte was ingericht voor de illegale vervaardiging van synthetische drugs, met name de vervaardiging van amfetamine volgens de Leuckartmethode.
Wij zagen namelijk dat in deze ruimte onder andere productiemiddelen (rvs kookketels, rondbodemkolf, maatbekers) en verpakkingen met chemicaliën (jerrycans, klemdekselvaten) stonden. Met behulp van een warmtebeeld camera [FLIR] zagen wij dat de rvs ketel welke waarschijnlijk gebruikt was voor de stoomdestillatie (zuivering) van de ruwe amfetaminebase(olie) nog warm was, namelijk 33 °C (temperatuur omgeving 11°C). Tevens zagen wij dat twee gemodificeerde gasflessen ten behoeve van de stoomdestillatie nog warm waren, namelijk 33 °C (temperatuur omgeving 11°C).
Wij zagen verder dat in de grote ruimte [O] tegen de wand van ruimte [L] een groot aantal jerrycans en klemdekselvaten met vermoedelijk amfetamine gerelateerde stoffen stonden.
Wij zagen, met de eerder genoemde warmtebeeld camera, dat een aantal jerrycans welke waren gevuld met een licht gele olieachtige vloeistof geur amfetamineachtige stoffen (vermoedelijk gezuiverde amfetaminebase(olie), nog warm waren, namelijk 21 °C
(temperatuur omgeving 11°C)
ruimte O
Wij zagen dat deze ruimte onder andere was gebruikt voor de opslag van jerrycans en vaten welke vermoedelijk waren gevuld met afval van de vervaardiging van amfetamine
gerelateerde stoffen, onder andere namelijk:
-drie jerrycans, allen gevuld met licht gele olieachtige vloeistof, totaal 37,5 liter (
hof: naar later bleek 32,5 liter, zie hierna bewijsmiddel 6). De vloeistof van deze jerrycans testte positief op de aanwezigheid van amfetamine.
-17 jerrycans, inhoudsmaat 25 liter, allen gevuld met amfetamine gerelateerd afval;
-10 klemdekselvaten, allen gevuld met amfetamine gerelateerd afval;
-gebruikt laboratorium glaswerk (rondbodemkolf en spiraalkoelers).
Ruimte L
Wij zagen dat deze ruimte ingericht was ten behoeve van de illegale vervaardiging c.q. bewerking van synthetische drugs, met name van amfetamine volgens de Leuckart methode, onder andere namelijk:
-een gedemonteerde opstelling ten behoeve van de stoomdestillatie (zuivering) bestaande uit een rvs kookketel (inhoudsmaat ongeveer 80 L) met bijbehorende rvs koeler gekoppeld aan
een steun;
-een maatbeker, inhoudsmaat 5 liter, gevuld met vloeistof;. Deze vloeistof was bij de l e verkenning nog warm, namelijk 16 °C (temperatuur omgeving 11 °C). De olieachtige vloeistof testte positief op de aanwezigheid van amfetamine (
hof: zie hierna bewijsmiddel 7);
-een gedemonteerde opstelling ten behoeve van de le kookstap van amfetamine (Leuckart methode) bestaande uit een gebruikte en vervuilde grote rvs kookketel (inhoudsmaat 475 liter) voorzien van een rvs koeler. De ketel was geplaatst op een metalen steun. Direct naast deze ketel stond een 200 liter klemdekselvat geheel gevuld met een licht zure vloeistof. Dit vat heeft vermoedelijk gediend als gaswasser;
-2 gebruikte en vervuilde gemodificeerde gasflessen ten behoeve van de stoomdestillatie;
-groot aantal maatbekers en rvs pollepels (tbv afscheppen olie);
-een gebruikte en vervuilde glazen, 20 liter, rondbodemkolf;
-een koolstoffilter en een afzuigunit;
-diverse stukken gasslang met reduceerventiel;
-diverse stukken waterslang afvoerslang;
-een gebruikte en vervuilde dompelpomp;
-5 gasbranders (2 geplaatst in een steun/frame);
-5 gasflessen (propaan);
-11 zakken caustic soda, totaal 264 kg Caustic soda;
-een jerrycan en een schroefdekselvat, beide gevuld met een rokende zure vloeistof (Zoutzuur), totaal 50 liter, opgeslagen naast de rvs kookketel;
-4 jerrycans, inhoudsmaat 25 liter, allen gevuld met een zure heldere vloeistof(mierenzuur), geur mierenzuur, totaal 90 liter vermoedelijk mierenzuur, opgeslagen naast de kookketel;
-11 jerrycans, inhoudsmaat 25 liter, allen gevuld met een heldere vloeistof (formamide),
totaal 275 liter, opgeslagen naast de kookketel.
Monsterneming:
Hieronder volgt een tabel(per ruimte) met omschrijvingen van de door ons onderzochte en indien van toepassing bemonsterde goederen. De monsters werden vervolgens door ons verpakt en voorzien van een kenmerk en een uniek monsternummer (SIN)
Ruimte O
SIN
AAE15944NL
Vloeistof monster uit een Jerrycan, inhoudsmaat 25 1, gevuld met 20 liter licht gele olieachtige vloeistof
AAEI5945NL
Vloeistof monster uit een Jerrycan, inhoudsmaat 25 1, gevuld met 12,5 liter licht gele olieachtige vloeistof
Ruimte L
SIN
AAEI5946NL
Vloeistof monster uit een maatbeker, 12 inhoudsmaat 5L, gevuld met 800 ml waterige vloeistof voorzien van 800 ml licht gele olieachtige vloeistof

6.

Rapport van het NFI, p. 227 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Kenmerk:
AAEI5944NL
Omschrijving:
monster kleurloze vloeistof, volgens opgave uit 20 liter in een 25L jerrycan
Conclusie:
bevat amfetamine
Kenmerk:
AAEI5945NL
Omschrijving:
monster kleurloze olieachtige vloeistof, volgens opgave bevat amfetamine vloeistof monster uit een Jerrycan, inhoudsmaat 25 1iter, gevuld met 12,5 liter licht gele olieachtige vloeistof
Conclusie:
bevat amfetamine
7.
Rapport van het NFI, p. 217 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Kenmerk:
AAEI5946NL
Omschrijving:
monster kleurloze olieachtige vloeistof, volgens opgave “Vloeistof monster uit maatbeker, inhoudsmaat 5 liter, gevuld met 800 ml. Waterige vloeistof voorzien van 800 ml. Licht gele olie-achtige vloeistof.
Conclusie:
bevat amfetamine

8.

Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 241 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De loods was onderverdeeld in twee separate ruimtes. Vanuit de rolpoort was de grootste ruimte bereikbaar, hierna ruimte I (
hof ruimte O uit bewijsmiddel 5) genoemd. Via de buitendeur, rechts naast de rolpoort, was een klein portaal bereikbaar. In dat portaal bevonden zich twee binnendeuren, een deur gaf toegang tot het synthetisch lab, hierna ruimte II (
hof: ruimte L uit bewijsmiddel 5)
Ruimte I
Deze ruimte werd gebruikt als opslag/werkplaats.
Tegen de gefabriceerde tussenmuur van ruimte II stond één IBC container, ca. 17 rood en zwart gekleurde jerrycans en een aantal kunststof vloeistofvaten voorzien van dekselvaten met stalen klemsluitingen.
Aan de achterzijde van ruimte I lag op de vloer een gelaatmasker. Dit gelaatsmaskers werd door mij door middel van een wattenstaatje bemonsterd op eventuele DNA-sporen. Het wattenstaafje met de bemonstering van het gelaatmasker werd voorzien van SIN
AAINOO62NL.
Ruimte II
Op de vloer voor de koelkast stond een pedaalemmer. In de pedaalemmer lag een bierblikje van het merk Heineken. Van het blikje werd de drinkrand bemonsterd, met wattenstaafjes, op mogelijke DNA-sporen. Het wattenstaafje werd voorzien van SIN AAII9O97NL

9.

Rapport NFI, p. 255 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
SIN
AAII9O97NL#0I.
Beschrijving DNA-profiel
DNA-profiel van een man
Celmateriaal kan afkomstig zijn van:
[verdachte]
Matchkans
Kleiner dan 1 op 1 miljard
SIN
AAINOOS2NL#01
Beschrijving DNA-profiel
Afgeleid DNA-hoofdproflel van een man
Celmateriaal kan afkomstig zijn van
[medeverdachte 1]
Matchkans:
Kleiner dan 1 op 1 miljard

10.

Proces-verbaal buurtonderzoek, dossierpagina 269 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In het kader van het buurtonderzoek naar aanleiding van het aantreffen van een amfetamine lab aan de [locatie 2] te [locatie 1] binnen de gemeente Peel en Maas, bezochten wij de volgende adressen.
[adres 2] ;
U vraagt mij of ik iets meer kan vertellen over de loods aan het einde van de [locatie 2] aan de linkerzijde.
Ik had al een vermoeden dat hier iets niet klopte.
De zoon van de eigenaar van de loods zie ik daar vaak.
Ik zie ‘s avonds vaak licht aan in de loods als ik de laatste ronde maak met de hond. Dat is meestal tussen 22:30 en 23:00 uur.
[adres 3] ;
U vraagt mij of ik iets meer kan vertellen over de loods aan het einde van de [locatie 2] aan de linkerzijde
Ik zie de zoon ook vaker naar de loods lopen op de meest vreemde tijden. Ik heb vaker vrij overdag en zie hem dan ook vaker naar de loods lopen.
[adres 4] ;
U vraagt mij of ik iets meer kan vertellen over de loods aan het einde van de [locatie 2] aan de linkerzijde. Ik zie dat [verdachte] daar de laatste tijd vaak komt.

11.

Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3] , dossierpagina 274 e.v. voor zover inhoudende:
V: Wie heeft de sleutel van de loods?
A: Ik en [verdachte] hebben eens sleutel (…) Om in de loods te komen heb je een blauwe deur. Daar heb ik wel een sleutel van en ook [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte).
Bewijsoverwegingen
Standpunt verdediging
De verdediging heeft bepleit dat verdachte van het onder 1 en 2 ten laste gelegde moet worden vrijgesproken omdat verdachte in de loods was om hetgeen zich daarin bevond op te ruimen. Dat zijn omstandigheden die niet een bewezenverklaring kunnen dragen om als medepleger aangemerkt te worden bij de productie van amfetamine dan wel de aanwezigheid ervan. Evenmin is verdachte bij de voorbereidingshandelingen als onder 2 ten laste gelegd betrokken nu het aan opzet op voorbereiden of bevorderen ontbreekt.
Vaststellingen hof
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Het hof leidt uit vorenstaande bewijsmiddelen het navolgende af.
Door de politie is op 24 maart 2016 om 18:45 uur binnengetreden in een loods in [locatie 1]. Er werd een in werking zijnd amfetaminelaboratorium aangetroffen. Van vloeistoffen in verschillende jerrycans zijn monsters genomen waarin amfetamine bleek te zitten. Er is in de loods in totaal 33,3 liter amfetamine aangetroffen. De loods bestond uit twee ruimten. Een ruimte diende onder meer voor de opslag van jerrycans en vaten welke vermoedelijk waren gevuld met afval van de vervaardiging van amfetamine gerelateerde stoffen. In de andere ruimte werd het in werking zijnde amfetaminelaboratorium aangetroffen.
In de ruimte van het in werking zijnde laboratorium werd in een pedaalemmer een blikje bier aangetroffen met daarop het DNA van verdachte en op een gelaatsmasker in de opslagruimte het DNA van de medeverdachte [medeverdachte 1] .
Ten tijde van de inval door de politie werd verdachte samen met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de loods aangehouden
Verklaring verdachte voor zijn aanwezigheid in de loods
Verdachte heeft verklaard dat de loods van zijn vader is en dat hij deze “via via” aan een persoon heeft verhuurd voor de opslag van airco’s. Verdachte is vervolgens in detentie geraakt en werd na zijn detentie door zijn vader gebeld dat deze een vreemde geur bij de loods had waargenomen. Verdachte is toen gaan kijken bij de loods en heeft daarin gasflessen en ketels zien staan en wist gelijk dat het fout was. Zijn vader heeft toen gezegd dat deze spullen zo snel mogelijk opgeruimd moesten worden waarop verdachte een persoon heeft gebeld die heeft gezegd dat hij personen zou sturen die de loods leeg zouden maken en de spullen zouden opruimen. Deze jongens zijn op 24 maart 2016 naar de loods gekomen en verdachte heeft toen ook meegeholpen op te ruimen omdat hij het niet snel genoeg vond gaan. Dit waren de jongens waarmee verdachte op 24 maart 2016 in de loods is aangehouden, te weten de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Volgens verdachte was voordat de politie in de loods binnentrad, al een paar keer een busje bij de loods aangekomen waarmee spullen uit de loods waren afgevoerd.
Beoordeling geloofwaardigheid verklaring
In de kern komt de verklaring van verdachte voor zijn aanwezigheid in de loods op 24 maart 2016 erop neer dat hij daar was om medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] te helpen bij het opruimen van het – kort gezegd – amfetaminelaboratorium.
Het hof hecht geen geloof aan deze verklaring van verdachte, eenvoudigweg omdat dit niet valt te rijmen met het in werking zijnde drugslaboratorium zoals dat op 24 maart 2016 om 18.45 uur (bijna 12 uur nadat medeverdachte [medeverdachte 1] volgens zijn verklaring zou zijn begonnen met opruimen van het laboratorium) bij de inval door de politie in de loods werd aangetroffen (hof: zie bewijsmiddelen 1 en 4) en in welke loods onder meer verdachte werd aangetroffen. De omstandigheid dat er tevens een gedemonteerde opstelling voor stoomdestillatie en voor de 1e kookstap van amfetamine werd aangetroffen (hof: zie bewijsmiddel 5) doet niet af aan de bevinding omtrent het aantreffen van een in werking zijnd amfetaminelaboratorium in de loods. Naar het oordeel van het hof wijst ook hetgeen in het dossier is gerelateerd over de situatie zoals die aldaar op dat moment werd aangetroffen er niet op dat men bezig was met opruimwerkzaamheden.
Aan deze vaststelling doet niet af dat volgens verdachte nog een bus bij de loods is geweest om spullen op te halen.
Naast het vorenstaande doet verder afbreuk aan de geloofwaardigheid van de verklaring van verdachte dat deze geen steun vindt in de verklaring van zijn vader bij de politie(verklaring [medeverdachte 3] , p. 274 e.v.). Zijn vader heeft namelijk verklaard dat hij pas op de dag van de inval door de politie een bepaalde lucht bij de loods had geroken die hij daar niet eerder had waargenomen. Verder heeft zijn vader verklaard dat hij de verdachte helemaal niet heeft gebeld en heeft verzocht de spullen (van het amfetaminelab) uit de loods weg te halen.
Ook doet afbreuk aan de verklaring van verdachte dat weliswaar uit het dossier (p.293) volgt dat hij in de periode van 20 maart 2016 tot en met 23 maart 2016 naar een onbekend gebleven persoon sms-berichten heeft verzonden met een inhoud als “Hoe laat komen jullie”, “Komen jullie nog of wat” en “zijn er niet, kerel” maar dat in deze sms-berichten geen bevestiging is te vinden voor zijn verklaring dat hij die persoon heeft verzocht jongens te sturen om de boel op te ruimen.
Conclusie ten aanzien van feit 1:
Nu het hof de verklaring van verdachte voor zijn aanwezigheid op 24 maart 2016 in de loods ongeloofwaardig heeft geoordeeld, resteert de vaststelling dat verdachte is aangetroffen in een loods waar op dat moment een amfetaminelaboratorium in werking was en waarbij DNA-materiaal van verdachte is aangetroffen. Gelet op deze vaststellingen kan het niet anders zijn dan dat verdachte bij de productie van amfetamine is betrokken en amfetamine aanwezig heeft gehad. Waarbij het hof nog overweegt dat de vader van verdachte heeft verklaard (p. 275 e.v.) dat verdachte de sleutel van de loods had en daar – blijkens bevindingen uit het buurtonderzoek – in de periode gelegen voor 24 maart 2016 ook frequent is gezien.
Gelet hierop wordt het tot vrijspraak strekkende verweer van de verdediging verworpen.
Conclusie ten aanzien van feit 2:
Nu het hof de verklaring van verdachte dat hij op 24 maart 2016 in de loods aanwezig was om - kort gezegd - het amfetaminelaboratorium op te ruimen ongeloofwaardig heeft geoordeeld kan het niet anders zijn dan dat verdachte - gelet op de nog aanwezige chemicaliën en productie-opstelling - zich tevens heeft schuldig heeft gemaakt aan – kort gezegd - de voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine. Daarmee is het onder 2 ten laste gelegde eveneens wettig en overtuigend bewezen.
Het tot vrijspraak strekkende verweer van de verdediging wordt verworpen.
Medeplegen ten aanzien van de feiten 1 en 2.
De verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] zijn aangehouden in een loods met daarin een in werking zijnde laboratorium. Verder zijn er van verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] DNA-sporen aangetroffen in het opslaggedeelte en het productiegedeelte van de loods. Nu het dossier geen aanknopingspunten biedt voor de aanwezigheid van andere personen in de loods en verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] evenmin hebben verklaard over de aanwezigheid in de loods van andere dan de op 24 maart 2016 daarin aangetroffen personen kan het niet anders zijn dan dat verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] op 24 maart 2016 in een bewuste en nauwe samenwerking amfetamine hebben geproduceerd, de amfetamine aanwezig hebben gehad en voorbereidingshandelingen hebben gepleegd als onder 2 ten laste gelegd. Daarmee is medeplegen ten aanzien van beide feiten bewezen en wordt het andersluidende standpunt van de verdediging verworpen. Waarbij het hof overweegt dat de medeverdachte [medeverdachte 2] zal worden vrijgesproken van zijn aandeel bij de feiten onder 1 en 2 nu – kort gezegd – onvoldoende is gebleken van diens betrokkenheid bij die feiten.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
Medeplegen van:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

en

Medeplegen van:

opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod.

Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
Medeplegen van:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten.
De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De rechtbank heeft verdachte ter zake van – kort gezegd – het medeplegen van het aanwezig hebben van amfetamine en het medeplegen van voorbereidingshandelingen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden met aftrek van voorarrest. De advocaat-generaal heeft bij zijn strafeis deze gevangenisstraf tot uitgangspunt genomen en heeft vanwege de overschrijding van de redelijke termijn deze verminderd met 8 maanden en oplegging gevorderd van een gevangenisstraf van 10 maanden. De verdediging heeft gesteld dat met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht (24 maart 2016 – 17 mei 2016) kan worden volstaan.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van – kort gezegd – het produceren van amfetamine en het opzettelijk aanwezig hebben van 33,3 liter amfetamine alsmede het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine.
Het gebruik van synthetische drugs brengt ernstige gezondheidsrisico's mee. Amfetamine staat bekend als een zeer verslavende drug en pleegt een aanslag op de gezondheid van de gebruiker. Naast het gevaar voor de volksgezondheid schuilt in de productie van synthetische drugs nog ander gevaar. Het hof wijst op de schade aan het milieu, veroorzaakt door dumpingen van bij de productie vrijkomende chemische afvalstoffen en op het ontploffingsgevaar dat bij de productie synthetische drugs aanwezig is.
Blijkens het uittreksel justitiële documentatie van 16 augustus 2022 is verdachte niet eerder ter zake Opiumwetdelicten veroordeeld. Verder volgt uit het omtrent verdachte opgesteld reclasseringsrapport van 15 april 2021 dat de impact van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf fors zal zijn en wordt gesteld dat er tegen oplegging van een taakstraf geen contra-indicaties zijn.
Bij de bepaling van de duur van de straf heeft het hof gekeken naar straffen die in soortgelijke gevallen worden opgelegd en rekening gehouden met de hoeveelheid synthetische drugs en precursoren die zijn aangetroffen.
Daarbij komt het hof tot een hogere strafoplegging dan de rechtbank en waarvan de advocaat-generaal bij zijn strafeis is uitgegaan omdat het hof tot een bewezenverklaring van het medeplegen van – kort gezegd – de productie van amfetamine is gekomen.
Naar het oordeel van het hof kan gelet op de ernst van het bewezenverklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de duur van 24 maanden met zich brengt.
Met de verdediging en de advocaat-generaal stelt het hof vast dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM in de fase van het hoger beroep is overschreden.
Deze termijn is aangevangen op 29 december 2016 bij het instellen van het hoger beroep door verdachte en zal eindigen per datum van dit arrest zijnde 21 oktober 2022. Daarmee is de redelijke termijn die voor deze fase doorgaans op twee jaren wordt gesteld met 3 jaren en 9 maanden overschreden. Hierin ziet het hof aanleiding de gevangenisstraf te matigen en aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet en de artikelen 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door:
mr. C.A. van Roosmalen, voorzitter,
mr. W.E.C.A. Valkenburg en mr. M.L.P. van Cruchten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.H.W. Van der Meijs, griffier,
en op 21 oktober 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.De hierna opgenomen bewijsmiddelen zijn – voor zover niet anders wordt vermeld – afkomstig uit het einddossier van de politie, districtsrecherche Noord- en Midden Limburg, onderzoeksnaam: drugslaboratorium [locatie 1] , registratienummer: [nummer], doorgenummerde dossierpagina’s 1 t/m 294