In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1995, was eerder door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden voor het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige, die op het moment van de feiten bijna 15 jaar oud was. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 183 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en daarnaast een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer. De tenlastelegging is verbeterd, waarbij een schrijffout in de periode van de feiten is gecorrigeerd. Het hof heeft de bekennende verklaring van de verdachte en de omstandigheden van de zaak in overweging genomen bij de straftoemeting. Ondanks de ernst van de feiten heeft het hof besloten om een deels voorwaardelijke straf op te leggen, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat het slachtoffer geen aangifte heeft gedaan.
De beslissing is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die ten tijde van de feiten en het wijzen van het arrest van toepassing waren. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het bewezenverklaarde als strafbaar is gekwalificeerd.