Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
- [minderjarige 1](hierna te noemen: [minderjarige 1] ), geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] ; en
- [minderjarige 2](hierna te noemen: [minderjarige 2] ) geboren op [geboortedatum] 2015 te [geboorteplaats] .
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader is gerechtigd om de kinderen éénmaal per maand van vrijdag tot en met maandag in Polen bij zich te hebben. De vader zal niet iedere maand daartoe in staat zijn en de moeder uiterlijk één maand voor het geplande lange weekend daarover informeren;
- de vader zal gedurende de acht weken durende zomervakantie de kinderen zes weken bij zich mogen hebben in Nederland of met hen elders op vakantie gaan. De ouders spreken in onderling overleg af welke zes weken. De vader haalt de kinderen op in Polen en de moeder haalt de kinderen aan het eind van de vakantie op in Nederland. Ieder betaalt de eigen reiskosten en de reiskosten van de kinderen worden bij helfte gedeeld.
- de vader gedurende de twee weken kerstvakantie de kinderen om het jaar de eerste week (inclusief Kerst) bij zich hebben en om het jaar de tweede week (inclusief oud en nieuw) bij zich hebben;
- de vader zal, wanneer er een feestdag is waardoor de kinderen langer vrij zijn, de
3.De beoordeling
.
.
.Het hof is dan ook van oordeel dat krachtens artikel 16 lid 4 HKV de huidige gezagsverhoudingen worden beheerst door het Pools recht.
.Het hof acht het in het belang van de kinderen dat zij met ieder van de ouders de helft van de zomervakantie kunnen doorbrengen; dat betekent bij ieder vier weken omdat in Polen de kinderen acht weken zomervakantie hebben. Het hof zal de bestreden beschikking ten aanzien van de zorg- c.q. omgangsregeling bekrachtigen.