Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
beiden wonende te [woonplaats],
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, h.o.d.n. Café [handelsnaam], had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, gewezen op 23 februari 2022. De appellant was gedaagde in conventie en eiser in reconventie, terwijl de geïntimeerden als eisers in conventie en verweerders in reconventie optraden. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant op 30 augustus 2022 zijn advocaat heeft onttrokken aan de zaak, waarna het recht om grieven in te dienen verviel. De appellant had een termijn van 6 weken gekregen voor het indienen van de memorie van grieven, maar heeft deze termijn niet benut. Gezien het ontbreken van grieven heeft het hof geoordeeld dat de appellant niet-ontvankelijk is in het hoger beroep. De kosten van de procedure in hoger beroep zijn aan de zijde van de geïntimeerden begroot op € 783,00 aan griffierecht en € 557,00 aan salaris advocaat. Het hof heeft de appellant veroordeeld in deze kosten. De uitspraak is openbaar gedaan door de rolraadsheer op 8 november 2022.