ECLI:NL:GHSHE:2022:3836

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
2 november 2022
Publicatiedatum
7 november 2022
Zaaknummer
20-002723-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in strafzaak met meerdere tenlastegelegde feiten

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 10 november 2021. De verdachte, geboren in 1973, was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden voor meerdere feiten, waaronder diefstal, vernieling, bedreiging en belediging van een ambtenaar. De politierechter had de verdachte strafbaar verklaard en had ook beslist op de vorderingen van benadeelde partijen, waaronder de Nationale Politie.

Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld, maar het hof heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte niet-ontvankelijk zou verklaren in het hoger beroep wegens het ontbreken van grieven. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte geen schriftelijke grieven heeft ingediend en ook geen mondelinge bezwaren heeft opgegeven. Hierdoor was het hof van mening dat de strafzaak niet verder onderzocht diende te worden.

De beslissing van het hof was dus dat het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Dit arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is op 2 november 2022 ter openbare terechtzitting bekendgemaakt. Het hof heeft de zaak behandeld met inachtneming van de vorderingen van de advocaat-generaal en de relevante feiten en omstandigheden.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002723-21
Uitspraak : 2 november 2022
VERSTEK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 10 november 2021, in de strafzaak met parketnummer 03-291366-21 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1973,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
De politierechter heeft bij vonnis waarvan beroep de onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde feiten bewezenverklaard en deze gekwalificeerd als:
- ‘ diefstal’ (feit 1 en 2);
- ‘ opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat aan een ander toebehoort vernielen’ (feit 3);
- ‘ bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd’ (feit 4);
- ‘ eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening’ (feit 5).
De politierechter heeft de verdachte strafbaar verklaard en hem ter zake van de bewezenverklaarde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de politierechter beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] , de Nationale Politie en [benadeelde 2] .
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het hoger beroep wegens het ontbreken van grieven.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hof is van oordeel dat het door verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend noch mondeling (of via een gemachtigd advocaat) bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven en het hof niet van oordeel is dat de strafzaak desalniettemin onderzocht dient te worden.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door:
mr. K.J. van Dijk, voorzitter,
mr. M.L.P. van Cruchten en mr. B.F.M. Klappe, raadsheren,
in tegenwoordigheid van C.M. Jutte, griffier,
en op 2 november 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. K.J. van Dijk is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.