DNA profielcluster: 1951.
DNA-identiteitszegel AAIO7760NL#01;
Onderzoeksmateriaal: bemonstering;
Matchkans DNA-profiel: kleiner dan één op één miljard;
Opname DNA- databank: 3 januari 2018
Onderzoeksmateriaal: een referentiemonster bloed van [verdachte] , geboren [geboortedag] 1964 [
het hof begrijpt: [verdachte] , de verdachte];
Opname DNA-databank: 7 april 1998.
Bewijsmiddelen in de zaak met parketnummer 01-860246-19 (gevoegd)
Tenzij anders vermeld wordt hierna verwezen naar pagina’s van het dossier van de Districtsrecherche Helmond, registratienummer 20190421.2155.3111, onderzoek ‘Bossier’ (OB3R019011), gesloten d.d. 14 mei 2019 door verbalisant [verbalisant 3] , hoofdagent van politie Eenheid Oost-Brabant (doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 1219).
Alle tot het bewijs gebezigde processen-verbaal zijn, voor zover niet anders vermeld, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten en alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.
Parketnummer 01-860246-19, feit 1 (poging tot inbraak te Budel)
17.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 24 januari 2019 (dossierpagina 690 tot en met 692), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [slachtoffer 8] :
Ik ben de bewoner van [adres 16] . Op maandag 21 januari 2019, omstreeks 12:45 uur, kwam ik thuis. Ik zag toen dat het keukenraam kapot was. Ik zag dat er een gat in raam was geslagen ter hoogte van de sluiting. Ik zag dat het raam openstond. Deze zat dicht toen mijn vrouw de woning had verlaten. Mijn vrouw heeft op 21 januari 2019 om 12:26 uur de woning intact en afgesloten verlaten. Omstreeks 12:30 uur is zij daadwerkelijk bij de woning vertrokken.
Nadat ik het kapotte keukenraam zag heb ik de politie gebeld. Daarna wilde ik de camerabeelden gaan bekijken. Deze camera hangt boven de garage en schijnt op de oprit. Ik zag op de computer dat ik geen beeld van de camera kreeg. Hierop ben ik naar de kamer gelopen waar het camerasysteem staat. Ik zag dat de stekkers uit het systeem getrokken waren. Ik zag dat er wel oude beelden waren opgeslagen. Deze beelden ben ik gaan bekijken. Ik zag op de camerabeelden het volgende: Om 12:23 komt een, voor mij onbekend persoon, de oprit op kwam lopen. Ik zag dat hij om 12:25 uur de oprit weer afloopt. Het signalement is als volgt: breed postuur, petje, blank. Omstreeks 12:31 uur, zag ik een persoon de oprit oplopen. Het signalement van deze persoon is als volgt: muts, bril, blank, donkere jas, spijkerbroek, slank postuur. Vervolgens ben ik verder gaan kijken in de woning. Ik zag dat het raampje van het bovenlicht in de kleine slaapkamer was ingeslagen. Ik liep vervolgens naar de grote slaapkamer. Ik zag dat de kast in deze kamer openstond. Deze waren gesloten. Naar aanleiding van bovenstaande constatering ben ik buiten gaan kijken. Ik zag dat de poort, gelegen aan de linkerzijde van de woning, was verbroken. Deze poort is normaal gesloten afgesloten middels een slot. Dit slot is verbroken.
18.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 februari 2019 (dossierpagina 698 tot en met 699), voor zover inhoudende als verklaring van verbalisant [verbalisant 11] :
Op vrijdag 25 januari 2019 was ik, verbalisant [verbalisant 11] , werkzaam als medewerker intake & service op basisteam Dommelstroom, locatie Maarheeze belast met het uitkijken van camerabeelden van de poging diefstal uit woning op het adres [adres 9] .
(...)
Op alle 5 de filmpjes zag ik bovenin de datum 21 januari 2019 staan. Toen ik het eerste filmpje bekeek zag ik dat om 11.23 uur vanuit links een man de oprit op kwam gelopen. Ik zag dat deze man vervolgens een paadje opliep, welke vermoedelijk naar de voorkant van de woning loopt. Dit kon ik op de camerabeelden niet zien. Ik kan de man als volgt omschrijven:
- Blanke man
- Ongeveer 55 á 60 jaar
- Droeg een zwarte jas welke hij open had hangen met daaronder een blauwe trui, spijkerbroek donkere schoenen met lichte zool
- Droeg een platte heren pet
- Had een bolle buik
- Oogde als een “boeren” type
(…)
Op het vijfde filmpje om 11.31 uur zag ik dat er een man van links de oprit van de woning op komt gelopen. Ik zag dat de jongen vervolgens het paadje opliep wat vermoedelijk naar de voorkant van de woning loopt met zijn beide handen in zijn jaszakken. Ik kan de jongen als volgt omschrijven:
- Blanke man
- Normaal postuur
- Droeg een bril
- Zwarte pet/hoedje
19.
Het proces-verbaal van herkenning persoon door opsporingsambtenaar d.d. 8 februari 2019 (dossierpagina 700), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 12] :
Op woensdag 6 februari 2019 zag ik een aandachtsvestiging van collega [verbalisant 2] , waarin een afbeelding werd getoond van een persoon met de informatie: proces-verbaal herkenning opmaken van verdachten van woninginbraak gepleegd in Budel.
De persoon op de afbeelding herken ik als:
Achternaam : [medeverdachte]
Voornamen : [medeverdachte]
Geboortedatum : [geboortedatum]
(…) Op 6 februari 2019, omstreeks 13.30 uur, controleerde ik, verbalisant [verbalisant 12] samen met collega [verbalisant 13] , de bestuurder van een voertuig voorzien van kenteken [kenteken 4] . Dit voertuig controleerden wij, doordat deze met hoge snelheid over de [straat 3] te ‘s Hertogenbosch reed. De bestuurder bleek na controle [medeverdachte] , geboren te [geboortedatum] te [geboorteplaats 2] , te zijn. Ik zag dat de kleding, het postuur en het hoofddeksel exact overeen kwamen met die van de linker persoon op afgebeelde en bijgevoegde foto, gemaakt door een beveiligingscamera naar aanleiding van een woninginbraak in Budel.
20.
Het proces-verbaal van herkenning persoon door opsporingsambtenaar d.d. 15 februari 2019 (dossierpagina 702), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Op vrijdag 15 februari 2019 zag ik een aandachtsvestiging van de politie Budel, waarin een afbeelding werd getoond van personen en de volgende informatie werd gegeven: beide personen zouden betrokken zijn bij een woninginbraak op de [adres 9] .
De persoon afgebeeld links op de bijlage herken ik als:
Achternaam : [medeverdachte]
Voornamen : [medeverdachte]
Geboortedatum : [geboortedatum]
(...) Ik, verbalisant, ken [medeverdachte] ambtshalve. Ik ben een aantal jaren buurtcoördinator geweest in de wijk waar [medeverdachte] veelvuldig vertoefde. Omstreeks 10 februari 2019 heb ik [medeverdachte] voor het laatst getroffen in een supermarkt te ‘s-Hertogenbosch. Ik herken de persoon aan zijn houding, postuur, kleding en hoofddeksel. Deze kleding en hoofddeksel zijn kenmerkend voor genoemde [medeverdachte] . Ik herkende de persoon onmiddellijk toen ik de afbeelding zag. Over zijn identiteit was mij door anderen geen informatie verstrekt.
21.
Het proces-verbaal van herkenning persoon door opsporingsambtenaar d.d. 15 februari 2019 (dossierpagina 712), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Op vrijdag 15 februari 2019 zag ik een aandachtsvestiging van de politie Budel, waarin een afbeelding werd getoond van personen en de volgende informatie werd gegeven: beide personen zouden zijn betrokken bij een woninginbraak op [adres 10] . De persoon rechts op de afbeelding, lopend met zijn handen in zijn jaszak herken ik als [verdachte] . Ik ken deze persoon ambtshalve, nu ik een aantal jaren buurtcoördinator ben geweest in de wijk waar [verdachte] veelvuldig vertoefde bij familieleden. Ik herken hem aan zijn gelaat, houding en kleding.
22.
Het proces-verbaal van herkenning persoon door opsporingsambtenaar d.d. 1 februari 2019 (dossierpagina 704 tot en met 705), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 14] :
Op vrijdag 1 februari 2019 zag ik een aandachtsvestiging van basiseenheid Dommelstroom, waarin afbeeldingen werden getoond van een persoon en de volgende informatie werd gegeven: Woninginbraak [adres 9] , herkenning gevraagd.
(...)
Ik, verbalisant, herken [verdachte] en [medeverdachte] ambtshalve. Ik, verbalisant, herken beide personen als zijnde verdachten vanuit een eerder onderzoek, gedraaid door het voormalig Woning Inbraken Team Oost-Brabant, waarin ik tevens deelname had. De linker persoon op de afbeelding betreft [medeverdachte] en de rechterpersoon op de afbeelding betreft [verdachte] , zijnde broers van elkander. Over de identiteit van beide personen was mij door anderen geen informatie verstrekt.
23.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 februari 2019 (dossierpagina 707), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 15] :
Op 14 februari 2019 zag ik twee afbeeldingen onder het procesnummer 21-2019014723. Deze afbeeldingen betroffen bijlagen van een mail waarin aandacht werd gevraagd voor een tweetal personen dat mogelijk betrokken zou zijn bij een inbraak in een woning te Budel. Op de foto welke als bijlage 1 bij dit proces-verbaal is toegevoegd herken ik [medeverdachte] [
het hof begrijpt: [medeverdachte]]. Op de foto welke als bijlage 2 bij dit proces-verbaal is toegevoegd herken ik [verdachte] [
het hof begrijpt: [verdachte] , de verdachte]. Ik ben wijkagent van ‘s-Hertogenbosch Zuid, de wijk waarin [medeverdachte] woonachtig is. Ik heb in mijn hoedanigheid als politieagent en wijkagent vaak en ook nog recent contact gehad met [medeverdachte] . Ik herken [medeverdachte] aan zijn postuur, lichaamshouding en gelaat. Ik heb in mijn hoedanigheid als politieagent regelmatig contact gehad met [verdachte] . Ik herken [verdachte] aan zijn postuur, lichaamshouding en gelaat.
24.
Het proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 22 januari 2019 (dossierpagina 714 tot en met 716), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 16] :
Op dinsdag 22 januari 2019 is onderzoek verricht in een woning (vrijstaand) te [adres 9] . In de achtergevel bevindt zich onder andere een raampartij behorende bij een slaapkamer op de begane grond. In de raampartij bevindt zich onder andere een uitzetraam. Ik zag dat de ruit van het uitzetraam was beschadigd en een gat bevatte ter hoogte van het uitzetijzer. De bewoner gaf aan dat het uitzetijzer na de inbraak nog intact was. Daarnaast bevatte het onderste horizontale kozijn een indrukspoor van een werktuig vermoedelijk ontstaan door het wrikken in de sluitnaad. De daders hebben hier vermoedelijk gepoogd de woning binnen te gaan.
In de achtergevel bevindt zich verder onder andere een raampartij van een keuken. De raampartij bevat onder andere een draairaam. Ik zag dat de ruit van het draairaam was vernield en een gat bevatte ter hoogte van de raamboom. De bewoner gaf aan dat het raam na de inbraak open stond. Vermoedelijk heeft de dader met een voorwerp de ruit vernield en met een werktuig de raamboom bediend en het raam geopend.
25.
De verklaring van de getuige [medeverdachte] ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 5 maart 2020
U houdt me voor dat ik verklaard heb dat mijn broer bij een aantal feiten betrokken is. U vraagt om de beelden van film 1 van CD nummer 10 genaamd poging inbraak te Budel van 21 januari 2019 af te spelen. U vraagt mij of ik me nog iets kan herinneren van die datum. Ik weet waar Budel ligt. U houdt mij voor dat op filmpje 1 na 12 seconden een persoon in beeld te zien is. Ik kan u vertellen dat ik dat ben. U houdt mij voor dat op filmpje 5 na 12 seconden iemand in beeld is. Het zou goed mijn broer kunnen zijn.
Parketnummer 01-860246-19, feit 4 (inbraak te Nuenen)
26.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 28 januari 2019 (dossierpagina 786 tot en met 789, inclusief goederenbijlage), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [benadeelde 3] :
Op maandag 28 januari 2019 kwam ik ter plaatse van het misdrijf te [adres 11] bij [benadeelde 3] . (...) Zij deed aangifte en verklaarde het volgende. Op maandag 28 januari 2019 te 10:10 uur heb ik de woning verlaten. De woning was deugdelijk afgesloten. Die dag om 12:30 uur kwam ik bij de woning. Ik zag dat er via de poort welke aan de linker voorzijde van mijn woning is gelegen de achtertuin werd betreden. Aan de achterzijde van de woning is het raam van de achterdeur ingeslagen ter hoogte van het slot. Op het slot zat een sleutel. De dader is via deze wijze waarschijnlijk de woning ingegaan. Ik zag dat er een hoop glas op mijn houten vloer op het dit gedeelte lag. Ik ben mijn woning doorgelopen en zag dat men alleen op de slaapkamer van mij en mijn man was geweest. Ik zag dat al mijn sieradendoosjes op ons bed lagen en leeg waren gehaald. Ik zag dat onze kledingkasten open waren gedaan en men de kleren eruit had gehaald en op de grond had gegooid. Ik zag dat de kasten waren doorzocht. Op onze badkamer is 1 setje oorbellen weggenomen die aan een rekje hingen. Verder is de dader in de kast op de overloop geweest waar de ketel is geplaatst. Hier heeft men niets weggehaald of overhoop gehaald. Zover ik nu kan zien vermis ik sieraden. horloges en munten.
27.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 februari 2019 (dossierpagina 807 tot en met 809), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 17] :
Op donderdag 28 februari 2019, om 13.50 uur, was ik, verbalisant [verbalisant 17] , belast met het uitkijken van camerabeelden, afkomstig van het adres [adres 12] . Deze beelden zijn door collega [verbalisant 18] , naar aanleiding van een gepleegde
gekwalificeerde diefstal vanuit woning op het adres [adres 11] . Ik, verbalisant [verbalisant 17] , zag op camera 2 om 11.13 uur en 47 tot en met 50 seconden een zilvergrijze Mercedes Benz voorzien van 5-spaak velgen met een reliëf in de spaak, dan wel opengewerkte spaken en een trekhaak, de hoek om komen vanuit de richting waar camera 1 zicht op heeft en ik hierboven beschrijf. Ik, verbalisant [verbalisant 17] , zag op camera 1 om 11:17 uur en 54 seconden, een persoon voorbij perceel nummer 26 lopen met het volgende signalement:
Persoon 1:
- man
- fors postuur, buik naar voren
- donker kleurige jas, open gedragen
- iets lichter gekleurde blauwe trui eronder
- pet op Ciske de rat-model
- blauwe broek aan
- schoenen met een witte rand aan de zijkant van de zool en een grijskleurige bovenkant
Ik, verbalisant [verbalisant 17] , zag in deze persoon overeenkomsten met een van de twee
personen die op beeld zijn vast gelegd bij de inbraak aan [adres 9]
(bijlage 1). Ik zag op camera 1 om 11.2 1 uur en 35 seconden, een man langs perceel 26 lopen in de richting van perceel nummer 24 , met het volgende signalement:
Persoon 2:
- man
- zwarte jas over de heup
- donkerkleurige broek met hoog water
- witte sokken
- donker kleurige schoenen aan bruintint
- pet op Ciske de rat-model
- kale hoofdhuid onder de pet uitkomend
Ik zag dat deze persoon met zijn handen in zijn jaszakken met een snelle pas voorbij perceel 26 kwam gelopen en dat deze persoon opvallend naar binnen keek bij de tegenoverstaande woning op perceel nummer 8. Deze persoon heeft overeenkomsten met een van de twee personen die is vastgelegd op beeld bij de woninginbraak op [adres 9] (bijlage 2).
Ik, verbalisant [verbalisant 17] , zag om 11.43 uur en 15 seconden, dezelfde persoon, vanuit perceel nummer 24 langs perceel 26 komen lopen. Ik zag dat deze persoon in zijn rechter hand een sporttas vast hield met opvallende witte biezen en een voornamelijk wit logo in het midden van de tas. Ik zag dat deze persoon wederom met een redelijk snelle pas langs kwam gelopen. Ik heb tijdens het uitkijken van de beelden, telefonisch contact opgenomen met de aangeefster van de gepleegde woninginbraak. Ik heb haar gevraagd, of er mogelijk ook een sporttas was weggenomen tijdens de inbraak. Ik hoorde haar zeggen dat er vanuit de CV-ruimte een sporttas is weggenomen van het merk FILA. De aangeefster heeft mij een 2-tal foto’s toegestuurd van de weggenomen tas. Ik, verbalisant [verbalisant 17] , zag op de aangeleverde foto’s van de aangeefster dat er overeenkomsten zitten in de weggenomen tas.
28.
De verklaring van de getuige [medeverdachte] ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 5 maart 2020
U houdt mij de beelden van film 2 van CD-rom 14 voor, welke de woninginbraak te Nuenen op 28 januari 2019 betreffen. U houdt mij voor dat er om 53:11 uur een persoon in beeld komt met een fors postuur en een open jas. Het zou kunnen dat ik hier ben geweest. U vraagt of deze straat of dit beeld mij niets zeggen. Ja, dat ben ik zo te zien. U vraagt me of hij een soort Ciske de Rat-pet heeft. Ik had 2 van die petten.
29.
Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 10 april 2019 (dossierpagina 826 tot en met 827), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [benadeelde 3] :
Vandaag 10 april 2019, om 19.00 uur was ik uitgenodigd op de kijkavond aan [adres 13] . Ik was uitgenodigd omdat er bij mij in de woning een inbraak heeft plaats gevonden waarbij er meerdere sieraden zijn weggenomen.
Ik heb alle sieraden bekeken en ik herken de volgende sieraden als sieraden die ik mis uit mijn woning na de inbraak die er gepleegd is.
H02.03.03
H01.SK.1.2.22
H01.SK.1.2.23
H01.SK.2.2.24
H01.SK.1.2.25
H01.SK.1.2.26
H01.SK.1.2.27
H01.SK.1.1.30
Van volgnummer 22 t/m 27 zijn er nota’s. Deze heb ik ingeleverd bij de verzekeraar en die kunnen dus daar worden opgevraagd. Deze sieraden herken ik als de sieraden die in, aan en op het sieradenrek lagen en hingen wat in de badkamer stond.
De sieraden:
H01.SK.1.2.07
H01.SK.2.2.20
Herken ik als de sieraden die in mijn nachtkastje lagen.
Daarnaast herken ik ook de 4 zilveren tientjes voorzien van het nummer H.SK.2.l.17. Deze lagen in het nachtkastje van mijn man.
30.
Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 20 februari 2019 (dossierpagina 16 tot en met 31)
Op woensdag 20 februari 2019, ben ik, ondergetekende, hoofdagent van politie, vergezeld van genoemde opsporingsambtenaren binnengetreden in de woning gelegen aan [adres 7] [
het hof: blijkens de SKDB betreft dit de woning van [medeverdachte]].
INBESLAGNEMING
Tijdens de doorzoeking werden de navolgende goederen aangetroffen en in beslag genomen.
SLAAPKAMER 2 (SK2)
In een lade van een nachtkastje aan de linkerzijde als je voor het bed staat, vond collega [verbalisant 4] meerdere sieraden zoals horloges, kettingen, armbandjes en bijouterie (foto 7 en 8). De sieraden en bijouterie werden in beslag genomen voor waarheidsvinding.
Onder in een inbouwkast aan de rechterzijde als je via de deur de slaapkamer binnen komt, vond collega [verbalisant 5] meerdere sieraden zoals horloges, kettingen, armbandjes en bijouterie in een doosje met bloemenmotief. (foto 9 en 10). De sieraden en bijouterie werden in beslag genomen voor waarheidsvinding.
SLAAPKAMER 4 (SK4)
Onderin een inbouwkast aan de rechterzijde als je via de deur de slaapkamer binnen komt, vond collega [verbalisant 4] meerdere sieraden zoals horloges, kettingen, armbandjes en bijouterie in een roodkleurige mand (foto 11). De sieraden en bijouterie werden in beslag genomen voor waarheidsvinding.
31.
Een ander geschrift, betreffende een lijst met voorwerpen (dossierpagina 42 tot en met 47)
H.01 [straat 3] [
het hof begrijpt gelet op dossierpagina 8: de Excellijst H.01 bevattende de in beslag genomen goederen tijdens de doorzoeking van de woning van [medeverdachte] aan [adres 7] op 20 februari 2019]
H01.SK.1.1.30: oorbel, 1 paar goudkleurige druppelvormige oorhangers, daaronder ovale vorm met zalm/champagnekleurige kralen;
H01.SK.1.2.07: slavenarmband, 2 goudkleurige gladde armbanden, l smalle en 1 bredere.
H01.SK.2.2.20: oorbel, 1 paar goudkleurige gladde oorstekers, open rondje, van smal naar breed
H01.SK.1.2.22: 1 paar oorstekers, bronskleurige bol op oorknop. daaronder een kegelvorm met kleine kralen.
H01.SK.1.2.23: oorbel, 1 paar oorstekers, goudkleurige ronde knop, daaronder een kegelvorm met kleine ivoorwitte kralen.
H01.SK.1.2.24: oorbel, 1 paar oorstekers, zilverkleurige ronde knop, daaronder een ovale vorm met mintgroene kralen.
H01.SK.1.2.25: oorbel, 1 paar oorhangers, goudkleurig druppelvorm, daaronder een ovale vorm met groene kralen.
H01.SK.1.2.26: oorbel, 1 paar oorhangers, goudkleurig druppelvorm, daaronder een ovale vorm met donkerblauwe kralen
H01.SK.1.2.27: oorbel, 1 paar oorstekers, goudkleurige ronde knop, daaronder een kegelvorm met kleine zilverkleurige kralen.
H01.SK.2.1.17: zilveren munten, 2 stuks zilveren tientjes.
32.
Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 20 februari 2019 (dossierpagina 60 tot en met 63), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 19] en [verbalisant 20] :
Op woensdag 20 februari 2019, omstreeks 6.03 uur waren de collegae van de AE binnengetreden ter aanhouding van verdachte [verdachte] . (...) Een lijst met nadere specificatie van de in beslag genomen voorwerpen is als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd.
(...)
H02.03.03, oorbel, goudkleurig, 1 paar knopjes met zirkonia, goednummer 1471683.
Parketnummer 01-860246-19, feit 5 (inbraak te Sleeuwijk)
33.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 5 februari 2019 (dossierpagina 850 tot en met 865, inclusief goederenbijlage), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [benadeelde 4] :
Ik, verbalisant kwam ter plaatse op het misdrijf op de locatie [adres 14] bij [benadeelde 4] . (...) Zij deed aangifte en verklaarde het volgende. Op dinsdag 5 februari 2019, omstreeks 14:00 uur verliet ik mijn woning. Alles was geheel intact en afgesloten. Toen ik omstreeks 16:22 uur thuis kwam, parkeerde ik mijn voertuig in de garage van mijn woning. Ik ben mijn woning binnen gelopen. Toen ik voorbij mijn slaapkamer liep, zag ik dat er een sieradenkistje op mijn bed lag. Ik liep verder en ik zag dat het raam van de logeerkamer was ingeslagen. Ik heb mijn man gebeld en heb buiten op mijn man gewacht. Mijn man kwam thuis en zag dat de ruit van de logeerkamer van de achterzijde van de woning was ingeslagen. We zijn naar de ouderslaapkamer gelopen en we zagen dat er sieraden verspreid op bed lagen. We zagen dat een aantal lades en kasten was doorzocht. Ik zag dat de lades van de (inloop) kledingkast was doorzocht en dat de sleutel van de kluis, welke in de lade met sokken lag, was gepakt en daarmee de kluis was geopend. Ik zag dat de kluis, die onder de lades stond, geopend was. Ik zag dat de sleutel er nog op stond. In de kluis lag ongeveer tussen de € 1.600,- en € 2.000,- in biljetten van vijftig euro. In de kluis lag ook een aantal sieraden. We gaan later inventariseren welke goederen weg zijn genomen. Ik weet dat er sowieso een aantal Buddha to Buddha sieraden (armbanden) zijn weggenomen. Ik zag dat er een kussensloop weg was. Het betreft een kussensloop, waarvan de ene kant donkergroen van kleur is, en de ander kant crèmekleurig van kleur is. (...) Plaats delict: woning, vrijstaand.
34.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 februari 2019 (dossierpagina 866 tot en met 867) voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 21] :
Op vrijdag 8 februari 2019 was ik verbalisant [verbalisant 21] werkzaam en belast met een onderzoek naar een gepleegde inbraak op dinsdag 5 februari 2019 aan de [straat 5] te Sleeuwijk. Bewoners hebben camerabeelden hangen bij de woning en deze overgedragen aan ons voor onderzoek. De bewoners hebben twee camera’s welke zicht hebben op de achterzijde van de woning.
Camera 3 is gesitueerd met zicht op de achtergevel van het huis en op de zijkant van het terras. Camera 4 is gesitueerd met zicht langs de achterzijde van de woning richting de voorzijde van het terras. Op camera 3 is het navolgende te zien;
Om 16.06 uur verschijnt een manspersoon links onder in beeld.
De man loopt de rechterkant op en kijkt daar door deuren naar binnen.
Vervolgens loopt de man rechtdoor en kijkt daar tevens wederom naar binnen door de deuren.
Dan loopt de man links af en ‘verlaat’ hij het verhoogde terras.
Op dat moment is te zien dat de man donkerkleurige handschoenen draagt.
Om 16.07 uur verdwijnt hij uit het zicht van de camera 3. Dit komt omdat er een grote boom staat waar hij achter blijft staan.
Camera 4 geeft dan goed zicht op de man welke dan achter de boom staat;
De man staat nu wederom bij een raam.
De man kijkt meerdere keren om zich heen.
De man gaat steeds achter de boom staan.
De man heeft in zijn rechterhand een onbekend voorwerp vast, voorwerp is gelijkend op een kleine baco/koevoet.
Om 16.08.33 uur tikt hij met het voorwerp snel tegen de ruit aan.
Vervolgens gaat hij weer achter de boom staan en stopt daar het onbekende voorwerp via de linkerzijde achter in vermoedelijk zijn broek. Vervolgens trekt hij zijn jas erover.
Daarna verricht de persoon een handeling waarna hij het raam zo open trekt.
Om 16.09 uur stapt hij in een keer naar binnen.
Om 16.16.57 uur stapt hij door hetzelfde raam, als waardoor hij naar binnen is gegaan, weer naar buiten.
Hij duwt het raam vervolgens dicht.
Dan loopt hij weg. rechts onderin beeld, met versnelde pas.
Hij loopt weg in dezelfde richting als waar hij is aangekomen.
In die loop pas is te zien dat hij in zijn rechterhand een onbekend voorwerp met zich draagt. Te zien is dat hier ‘iets’ in zit.
Signalement manspersoon:
Betreft een ouder manspersoon van middelbare leeftijd.
Man draagt een lichtkleurig petje op zijn hoofd. In de volksmond wordt het ook wel een ‘Ciske de rat’-pet genoemd.
Onder de pet komt blond kleurig haar te voorschijn. De haardracht is een zogenaamde mat’ in zijn nek.
Brildragend.
Zwarte donkere half lange jas
Zwart T-shirt
Lichte spijkerbroek
Zwarte sportschoenen met een witte zool
35.
De verklaring van de getuige [medeverdachte] ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 5 maart 2020
U houdt mij voor dat we naar de beelden van camera 4 zullen kijken om 16:08 uur en vraagt mij of mijn broer op beeld staat. Het lijkt er heel erg op.
36.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2019 (dossierpagina 886), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 15] :
Op 15 februari 2019 zag ik een afbeelding waarop een afbeelding van een manspersoon te zien was. Deze afbeelding betrof een bijlage van een mail waarin aandacht werd gevraagd voor een persoon dia mogelijk betrokken zou zijn bij een inbraak in een woning te Sleeuwijk. Van deze inbraak werd aangifte gedaan onder het procesnummer PL20-2019028887. (...) Ik ben wijkagent en al ruim 18 jaar werkzaam in ‘s-Hertogenbosch. Ik heb in mijn hoedanigheid als politieagent regelmatig contact gehad met [verdachte] [
het hof begrijpt: [verdachte] , de verdachte]. Ik herken [verdachte] aan zijn postuur, lichaamshouding en gelaat.
37.
Het proces-verbaal van herkenning persoon door opsporingsambtenaar d.d. 15 februari 2019 (dossierpagina 888), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Op vrijdag 15 februari 2019 zag ik een aandachtvestiging van Politie Sleeuwijk, waarin afbeeldingen werden getoond van een persoon en de volgende informatie werd gegeven: de afgebeelde persoon is betrokken bij een woninginbraak. De persoon op de afbeeldingen herken ik als: [verdachte] . Ik ken hem ambtshalve. Ik ben jaren buurtcoördinator geweest in de wijk waar [verdachte] veelvuldig vertoefde. Mede door de bewegende beelden herken ik [verdachte] aan zijn houding, postuur, kleding en gelaat.
38.
Het proces-verbaal van herkenning persoon door opsporingsambtenaar d.d. 13 februari 2019 (dossierpagina 891), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 22] :
Op woensdag 13 februari 2019 zag ik een aandachtvestiging van politie Den Bosch, waarin videobeelden werden getoond van een persoon en de volgende informatie werd gegeven: geen.
De persoon op de videobeelden herken ik als: [verdachte] . Ik ken bovengenoemde persoon ambtshalve. Gelaat, manier van bewegen, totale lichaamshouding en postuur.
39.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 april 2019 (dossierpagina 906 tot en met 907), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 23] :
Op woensdag 17 april 2019 werd in opdracht van de Nationale Politie, eenheid Oost Brabant. in het politiebureau te Arnhem, Beekstraat 39 , een kijkavond belegd van in beslag genomen goederen, waaronder veel sieraden. Op genoemde datum, omstreeks 19.10 uur werden aangever [benadeelde 4] en haar echtgenoot [partner benadeelde 4] , nadat beiden zich gelegitimeerd hadden, in de gelegenheid gesteld de uitgestalde goederen te bekijken om te bepalen of er goederen bij waren. die bij de in braak in hun woning (geregistreerd onder PL2000-2019028887) op 5 februari 2019, waren weggenomen. [benadeelde 4] en Van Vuuren hebben alle goederen rustig bekeken, waarbij aangever [benadeelde 4] bij 4 objecten een herkenning van haar eigendommen had. Het betrof de volgende objecten:
H.0l.SK.1 .2.08 - slavenarmband, 1x zilverkleuring, 1x bronskleurig. Bovenzijde diverse strass steentjes.
H.01.SK.2.2.44 - gouden ring met 5 zirkonia/briljant.
H.02.04.01 - armband Buddha tot Buddha
H.02.04.02 - armband Buddha tot Buddha
Van deze objecten zijn foto’s genomen, welke bij dit proces-verbaal zijn gevoegd. Aangever [benadeelde 4] verklaarde hierover: “Ik herken de slavenarmbanden aan de vorm. Dit betrof een setje van 3, een goudkleurige (die hier ontbreekt), een zilverkleurige en een bronskleurige. Ik herken de ring als mijn eigendom aan de steentjes. Ik herken de armbanden aan de vorm. Een ervan had ik al enige tijd in bezit, de andere heb ik van mijn collega’s cadeau gekregen toen ik 50 jaar werd. Ik herkende de combinatie van beide armbanden als mijn eigendom voor 100%”.
Ik, verbalisant, zag dat aangever [benadeelde 4] , bij het zien van de genoemde objecten, duidelijk geëmotioneerd raakte. Ik zag tranen in haar ogen en hoorde haar met gebroken stem praten. Zij heeft in mijn bijzijn de ring gepast. ik zag dat deze ring haar precies paste.
40.
Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 20 februari 2019 (dossierpagina 16 tot en met 31)
Op woensdag 20 februari 2019, ben ik, ondergetekende, hoofdagent van politie, vergezeld van genoemde opsporingsambtenaren binnengetreden in de woning gelegen aan [adres 7] [
het hof: blijkens de SKDB betreft dit de woning van [medeverdachte]].
INBESLAGNEMING
Tijdens de doorzoeking werden de navolgende goederen aangetroffen en in beslag genomen.
SLAAPKAMER 2 (SK2)
In een lade van een nachtkastje aan de linkerzijde als je voor het bed staat, vond collega [verbalisant 4] meerdere sieraden zoals horloges, kettingen, armbandjes en bijouterie (foto 7 en 8). De sieraden en bijouterie werden in beslag genomen voor waarheidsvinding.
Onder in een inbouwkast aan de rechterzijde als je via de deur de slaapkamer binnen komt, vond collega [verbalisant 5] meerdere sieraden zoals horloges, kettingen, armbandjes en bijouterie in een doosje met bloemenmotief. (foto 9 en 10). De sieraden en bijouterie werden in beslag genomen voor waarheidsvinding.
SLAAPKAMER 4 (SK4)
Onderin een inbouwkast aan de rechterzijde als je via de deur de slaapkamer binnen komt, vond collega [verbalisant 4] meerdere sieraden zoals horloges, kettingen, armbandjes en bijouterie in een roodkleurige mand (foto 11). De sieraden en bijouterie werden in beslag genomen voor waarheidsvinding.
41.
Een ander geschrift, betreffende een lijst met voorwerpen (dossierpagina 42 tot en met 47)
H.01 [straat 3] [
het hof begrijpt gelet op dossierpagina 8: de Excellijst H.01 bevattende de in beslag genomen goederen tijdens de doorzoeking van de woning van [medeverdachte] aan [adres 7] op 20 februari 2019]
H.01.SK.1.2.08: slavenarrnband, 1 zilverkleurige en 1 bronskleurige, bovenzijde diverse strass steentjes.
H.01.SK.2.2.44: 1 gouden ring met 5 zirkonia/briljant
42.
Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 20 februari 2019 (dossierpagina 60 tot en met 63), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 19] en [verbalisant 20] :
Op woensdag 20 februari 2019, omstreeks 6.03 uur waren de collegae van de AE
binnengetreden ter aanhouding van verdachte [verdachte] . (...) Een lijst met nadere specificatie van de in beslag genomen voorwerpen is als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd.
(...)
H.02.04.01 - armband Buddha tot Buddha, zilver, heren, grove schakels, op sluiting staat het merk
H.02.04.02 - armband Buddha tot Buddha, zilver, dames, soort slang gemaakt van kleine V-vormige schakels.
Parketnummer 01-860246-19, feit 7 (inbraak te Cuijk)
Met betrekking tot het onder parketnummer 01-860246-19, onder 7, bewezenverklaarde volstaat het hof, gelet op de omstandigheid dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend en dienaangaande door of namens hem nadien geen vrijspraak is bepleit, met een opgave van de bewijsmiddelen ingevolge artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering. Het hof acht dit feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 18 oktober 2022;
- het proces-verbaal van aangifte d.d. 6 februari 2019, voor zover inhoudende de verklaring van aangever [benadeelde 5] (dossierpagina 930 tot en met 934, inclusief goederenbijlage).
Algemene bewijsoverweging
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Bijzondere bewijsoverwegingen
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van de tenlastegelegde feiten, met uitzondering van het onder parketnummer 01-879225-19, onder 1 tenlastegelegde en het onder parketnummer 01-860246-19, onder 7 tenlastegelegde, ter zake van welke feiten de verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd.
Daartoe is – kort weergegeven – het volgende aangevoerd.
De herkenningen die door verbalisanten zijn gedaan in het kader van de tenlastegelegde inbraak in Sleeuwijk (parketnummer 01-860246-19, feit 5), kunnen niet, althans niet overtuigend, bijdragen tot het bewijs voor het daderschap van de verdachte. De desbetreffende beelden zijn – zo begrijpt het hof – volgens de verdediging te onduidelijk om op basis daarvan een herkenning te doen. Verder draagt de persoon die op de beelden te zien is een bril en heeft hij haar, terwijl de verdachte kaal is en geen bril draagt. Ten slotte heeft de verdachte een doorsnee postuur en hebben de verbalisanten die de verdachte hebben herkend hem de laatste jaren niet of nauwelijks kunnen zien nu de verdachte een groot gedeelte daarvan in detentie heeft doorgebracht. Het hof dient deze herkenningen daarom niet tot het bewijs te bezigen, hetgeen tot vrijspraak dient te leiden van het onder parketnummer 01-860246-19, onder 5, aan de verdachte tenlastegelegde.
Het vereiste bewijs voor de betrokkenheid van de verdachte bij de inbraken te Schijndel (parketnummer 01-879225-19, feit 4), Voorthuizen (parketnummer 01-879225-19, feit 6), Eersel (01-845166-18, feit 1) en Vught (01-845166-18, feit 2) ontbreekt en kan op basis van de aangetroffen DNA-sporen niet worden vastgesteld. De aangetroffen sporen betreffen namelijk geen dadersporen en aanvullend bewijs voor verdachtes betrokkenheid ontbreekt. De verdachte ontkent zich schuldig te hebben gemaakt aan voormelde inbraken. Het alternatieve scenario dat door de verdachte naar voren is gebracht, inhoudende dat voormelde sporen door derden op de respectievelijke plaatsen delict gedeponeerd zijn, is volgens de verdediging geen onwaarschijnlijk scenario, nu bloed en huidepitheel bewaard, verplaatst en “geplant” kunnen worden. De verdachte heeft naar de mening van de verdediging voldoende aannemelijk gemaakt dat dit hem is overkomen. Hij heeft dit scenario immers van meet af aan – en consequent – naar voren gebracht in zijn verhoren. Bovendien had hij een conflict met [betrokkene 4] . [betrokkene 4] was lid van motorclub No Surrender en de verdachte is meermalen slaags geraakt met hem en met andere leden van die motorclub. Daarbij is bloed van de verdachte gevloeid, hetgeen de sporen zou kunnen verklaren. Deze hypothese vindt bovendien steun in het feit dat de sporen in Schijndel (parketnummer 01-879225-19, feit 4) en in Voorthuizen (parketnummer 01-879225-19, feit 6) niet zijn aangetroffen in de buurt van – zoals men zou verwachten – gebroken glas, maar op respectievelijk een kast in de slaapkamer en op een badmat in de badkamer.
Schakelbewijs kan niet worden gehanteerd in de onderhavige zaak nu de gebruikte modus operandi bij de bewezenverklaarde feiten niet dermate specifiek is dat op grond daarvan kan worden gekozen voor een schakelbewijsconstructie.
Ten slotte heeft de verdediging – voor zover na voormelde vrijspraken nog aan de orde – de navolgende verweren gevoerd in specifieke zaken.
1. De beschikbare camerabeelden met betrekking tot de tenlastegelegde inbraak in Nuenen (01-860246-19, feit 4) zijn niet gemaakt bij of in de woning waarin is ingebroken, maar elders in dezelfde straat, zodat deze – zo begrijpt het hof – niet kunnen bijdragen tot het bewijs en de verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken.
2. Voor de zaken betreffende de inbraken in Eersel (01-845166-18, feit 1) en in Vught (01-845166-18, feit 2) beschikt de verdachte over een alibi. Op 30 augustus 2018 zijn – onder ede – door verschillende getuigen verklaringen afgelegd bij de rechter-commissaris, waaruit blijkt dat de verdachte op de dagen van de inbraken in Eersel en Vught op respectievelijk 23 november 2017 en 5 december 2017 steeds thuis aanwezig was om te klussen in het huis van zijn vriendin, zodat de verdachte de inbraken in Eersel en Vught niet gepleegd kan hebben en hiervan dient te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt als volgt.