ECLI:NL:GHSHE:2022:3783
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek tot opheffing voorlopige hechtenis in drugszaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 27 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. De verdachte was in voorlopige hechtenis genomen in verband met een verdenking van overtreding van de Opiumwet, waarbij hij in het bezit was van verschillende soorten drugs. Het hof heeft vastgesteld dat het beroep te laat is behandeld, met een aanzienlijke overschrijding van de door het hof gestelde termijn voor de behandeling van het hoger beroep. Dit heeft geleid tot de conclusie dat er geen sprake is van een effectieve rechtsgang voor de verdachte.
Het hof heeft de belangen van de verdachte afgewogen tegen de belangen van de samenleving. Gezien het feit dat de verdachte een first offender is en sinds mei 2022 in voorlopige hechtenis zit, heeft het hof geoordeeld dat het belang van de verdachte bij een tijdige behandeling van het hoger beroep zwaarder weegt dan het belang van de samenleving bij de voortzetting van de voorlopige hechtenis. Het hof heeft bovendien opgemerkt dat het de voorlopige hechtenis zou hebben geschorst als het beroep eerder was behandeld.
Uiteindelijk heeft het hof de beslissing van de rechtbank vernietigd en de voorlopige hechtenis opgeheven. De uitspraak benadrukt het belang van een effectieve rechtsgang en de noodzaak om de rechten van de verdachte te waarborgen, vooral in gevallen waarin de behandeling van het beroep onterecht wordt vertraagd.