Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
[minderjarige], geboren op [geboortedatum ] 2019 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van een vrouw tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin de man toestemming is verleend voor de erkenning van hun minderjarige kind. De vrouw, die op een geheim adres woont, heeft in hoger beroep verzocht om de beschikking van 20 december 2021 te vernietigen, omdat zij zich niet kan verenigen met de verlening van vervangende toestemming aan de man. De vrouw stelt dat de man haar tijdens hun relatie heeft bedreigd en dat deze dreiging haar psychische gezondheid heeft aangetast, wat gevolgen heeft voor de opvoeding van hun kind. De man betwist deze beschuldigingen en stelt dat de vrouw onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar claims. Tijdens de mondelinge behandeling zijn beide partijen gehoord, evenals de bijzondere curator en de Raad voor de Kinderbescherming, die beide adviseren om de bestreden beschikking in stand te laten. Het hof overweegt dat de man de biologische vader is van het kind en dat zijn verzoek tot erkenning moet worden afgewogen tegen de belangen van de vrouw en het kind. Het hof concludeert dat de vrouw niet voldoende heeft aangetoond dat de erkenning schadelijk zou zijn voor het kind of haar in een onevenwichtige psychische toestand zou brengen. Daarom bekrachtigt het hof de beschikking van de rechtbank en compenseert de proceskosten in hoger beroep.