Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
voorlopigop € 891,- per maand.
5.De motivering van de beslissing
1 september 2018 opnieuw dient te worden beoordeeld conform de overweging van de rechtbank waartegen niet is gegriefd. Gelet op de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 11 augustus 2022 ligt ter beoordeling aan het hof dus voor de periode voor de door de man te betalen kinderalimentatie van 1 september 2018 tot
€ 1.782,78 netto per maand, te vermeerderen met een bedrag van € 500,00 per jaar zijnde Weihnachtsgeld. Verder had de man een eigen onderneming en volgt uit de winst- en verliesrekening een door de man gegenereerde winst in 2015/2016 van € 7.384,- en in 2016/2017 van € 295,46. Uit de winst- en verliesrekening blijkt dat er sprake was van privéonttrekkingen ter hoogte van € 53.252,09 en in 2016/2017 van privéonttrekkingen ter hoogte van € 34.457,02.
€ 732,- per maand en vanaf 1 januari 2022 € 746,- per maand.
- van 1 september 2018 tot 1 januari 2019 op € 680,- minus € 25,- = € 655,- per maand;
- van 1 januari 2019 tot 1 januari 2020 op € 694,- minus € 25,- = € 669,- per maand;
- van 1 januari 2020 tot 1 januari 2021 op € 711,- minus € 124,- = € 587,- per maand;
- van 1 januari 2021 tot 1 januari 2022 op € 732,- minus € 25,- = € 707,- per maand;
- van 1 januari 2022 tot 25 januari 2022 op € 746,- minus € 124,- = € 622,- per maand.