Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
(het hof begrijpt: 7 september 2017)in Nederland opzettelijk inlichtingen heeft verschaft, bestaande uit inlichtingen over de afspraak op 8 juli 2017 met betrekking tot een door die [slachtoffer] geplaatste geldbedrag om een contant geldbedrag van 79.000 euro op te nemen en/of naam- en/of adresgegevens van die [slachtoffer] (al dan niet door tussenkomst van (een) andere perso(o)n(en)) te (laten/doen) verstrekken aan [medeverdachte 1] en/of diens mededader.
(hierna: BCP)dat een omvangrijk geldbedrag was besteld en afgeleverd zou worden bij het filiaal van de Rabobank in [plaats 1] . Het dossier bevat echter geen gegevens waaruit blijkt wanneer en door wie zoekslagen zijn gedaan in BCP naar de geldbestelling van het slachtoffer [slachtoffer] . Medeverdachte [medeverdachte 2] was op 28 juni 2017 aan het werk. Dat is dezelfde dag waarop de geldbestelling in BCP werd ingevoerd. Het is dus zeer wel mogelijk, zo niet zeer waarschijnlijk, dat [medeverdachte 2] op 28 juni 2017 de informatie heeft doorgespeeld aan een derde (mogelijk veroordeelde [medeverdachte 1] ), waarop die derde (mogelijk veroordeelde [medeverdachte 1] ) een voorverkenning heeft gedaan bij de Rabobank in [plaats 1] (die binnen de straal van de zendmast valt waarop een telefoon die aan hem werd gekoppeld heeft aangestraald), aldus de raadsvrouw.
(dossierpagina 292).
(dossierpagina’s 313-314 en dossierpagina 350).Voorts heeft ze verklaard dat ze pas een woning had verkocht en dat ze duizenden euro’s aan contant geld in haar woning had liggen
(dossierpagina’s 315-316).Het slachtoffer heeft een rekening bij de Rabobank
(dossierpagina 339). Op haar verjaardag
(hof: 27 juni)was het geld afkomstig van de verkoop van een huis op haar rekening gestort. Het slachtoffer heeft verklaard dat zij zich kan herinneren dat ze een vrouw van de bank
(hof: Rabobank)aan de telefoon heeft gehad en dat zij had afgesproken dat zij een bedrag
(het hof begrijpt: € 79.000,-)wilde komen ophalen, in coupures van 50 euro. Ze had dit geld op een zaterdag omstreeks 10 uur, ongeveer tien dagen nadat het op haar rekening was gestort, bij de Rabobank
(het hof begrijpt: in [plaats 1] )opgehaald
(dossierpagina 360).Ze heeft het geld samen met haar zoon Erik opgehaald
(dossierpagina 344). Er is door de daders op 7 september 2017 niets weggenomen
(dossierpagina 386).
(dossierpagina’s 449-450).
(dossierpagina’s 452-454).
(aanvullend proces-verbaal d.d. 28 december 2021, nummer 351).
- Verdachte heeft op 30 juni 2017 om 17:07 uur en 17:09 uur in [plaats 2] raadplegingen gedaan op het slachtoffer [slachtoffer]
- [medeverdachte 2] heeft op 2 juli 2017 om 11:18 uur en op 4 juli 2017 om 18:25 uur, 18:39 uur, 19:40 uur, 19:51 uur, 19:56 uur en 22:22 uur in [plaats 2] raadplegingen gedaan op het slachtoffer [slachtoffer]
(aanvullend proces-verbaal, nummer 351).
- Uit verricht DNA-onderzoek is gebleken dat DNA van veroordeelde [medeverdachte 1] op een tie-wrap, aangetroffen in de slaapkamer de woning van het slachtoffer [slachtoffer] , is aangetroffen
- In de woning van het slachtoffer [slachtoffer] werd een plastic tas van het merk Jumbo veiliggesteld. Daarop zijn dactyloscopische aangetroffen. Een dactyloscopisch spoor leverde een identificatie op met [betrokkene] , geboren op [geboortedag 3] 1992 te [geboorteplaats 2]
- De politie heeft vervolgens de historische verkeersgegevens onderzocht van het mobiele telefoonnummer van veroordeelde [medeverdachte 1] . Uit onderzoek is vervolgens gebleken dat zijn telefoonnummer op 1 juli 2017 om 02:25 uur en 02:43 uur de zendmast gelegen aan [adres 4] heeft aangestraald.
(dossierpagina’s 872-874).
- op 28 juni 2017, op het moment dat [medeverdachte 2] werkzaam was bij de Rabobank en BCP kon raadplegen, waren in BCP de op die dag door het slachtoffer [slachtoffer] geplaatste geldbestelling ter hoogte van € 79.000,00 en het bankfiliaal van de Rabobank in [plaats 1] , waar de geldbestelling zou worden opgehaald, zichtbaar;
- na de twee raadplegingen in [plaats 2] door de verdachte op 30 juni 2017 op het slachtoffer [slachtoffer] heeft [medeverdachte 2] op 2 juli 2017 om 11.18 uur en op 4 juli 2017 om 18.25 uur, 18:39 uur, 19:40 uur, 19:51 uur, 19.56 uur en 22:22 uur in [plaats 2] raadplegingen gedaan op het slachtoffer [slachtoffer] ;
- van enige link tussen [medeverdachte 1] en/of
- het slachtoffer is woonachtig in [plaats 1] , maar ook het filiaal van de Rabobank aan de [adres 3] 7 is in [plaats 1] gelegen;
- voor zover [medeverdachte 1] op 1 juli 2017 tussen 02:25 uur en 02:43 uur in [plaats 1] is geweest is niet vast te stellen waar hij is geweest;
- voor zover er toen sprake is geweest van een voorverkenning van [medeverdachte 1] is het een mogelijkheid dat dit een voorverkenning is geweest op het bankfiliaal van de Rabobank aan de [adres 3] 7 in [plaats 1] .