ECLI:NL:GHSHE:2022:3666

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
14 september 2022
Publicatiedatum
24 oktober 2022
Zaaknummer
20-002933-20
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijspraak van de politierechter in een strafzaak met meerdere auto-inbraken en diefstal van goederen

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, geboren in 1979 en thans verblijvende in Huis van Bewaring Grave, was eerder vrijgesproken van meerdere tenlastegelegde feiten, waaronder diefstal en heling. De politierechter had de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, maar de advocaat-generaal heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft het onderzoek in hoger beroep heropend en de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen. Na het horen van de argumenten van de verdediging en het onderzoek ter zitting, heeft het hof geoordeeld dat er voldoende bewijs is voor de betrokkenheid van de verdachte bij de auto-inbraken en de diefstal van goederen. Het hof heeft de vrijspraak van de politierechter vernietigd en de verdachte schuldig bevonden aan zes auto-inbraken en het voorhanden hebben van een gasdrukgeweer. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met het strafblad van de verdachte en de ernst van de feiten, waarbij het hof heeft benadrukt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ergerlijke strafbare feiten die veel schade en overlast voor de slachtoffers hebben veroorzaakt.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002933-20
Uitspraak : 14 september 2022
TEGENSPRAAK (ex art. 279 Sv) (OIP)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 18 december 2020, in de strafzaak met parketnummer 01-298325-20 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
thans uit anderen hoofde verblijvende in Huis van Bewaring Grave (Unit A + B) te Grave.
Hoger beroep
De politierechter heeft de verdachte bij vonnis waarvan beroep ter zake van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van:
  • opzetheling (het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair en 4 subsidiair tenlastegelegde);
  • handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie (het onder 5 tenlastegelegde),
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende:
  • het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 tenlastegelegde bewezen zal verklaren;
  • de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden.
De verdediging heeft ten aanzien van het onder 1, 2, 3 en 4, telkens primair, tenlastegelegde vrijspraak bepleit en zich voor wat betreft de telkens subsidiair ten laste gelegde helingen gerefereerd aan het oordeel van het hof. Daarnaast heeft de verdediging zich ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 7 augustus 2020 te Bergeijk (in/uit een personenauto, merk Volvo, type V40, kenteken [kenteken 1] ) een rugzak en/of een schroefmachine en/of schoeisel en/of een koptelefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een ander toebehoorde(n), te weten aan [benadeelde 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 augustus 2020 te Bergeijk een koptelefoon en/of schroefmachine, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij op of omstreeks 23 augustus 2020 te Bergeijk (in/uit een personenauto, merk Volvo, type XC60, kenteken [kenteken 2] ) een tas (inhoudende een sleutel en/of iPhone en/of portemonnee), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze/het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 augustus 2020 te Bergeijk een iPhone, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3.
hij op of omstreeks 24 augustus 2020 te Bergeijk (in/uit een personenauto, Range Rover, kenteken [kenteken 3] ) een laptoptas (met inhoud), in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze/het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 augustus 2020 te Bergeijk een laptoptas (met inhoud), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4.
hij op of omstreeks 27 juli 2020 te Valkenswaard (in/uit een personenauto, merk Peugeot, type Partner, kenteken [kenteken 4] ) medische apparatuur, in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde(n), te weten aan [benadeelde 4] en/of Ziekenhuis Geel, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking; en/of
hij op of omstreeks 4 augustus 2020 te Bergeijk (in/uit een personenauto, merk Toyota, type Aygo, kenteken [kenteken 5] ) een portemonnee en/of geld en/of passen en/of een rijbewijs, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een ander toebehoorde(n), te weten aan [benadeelde 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking; en/of
hij op of omstreeks 15 augustus 2020 te Bergeijk (in/uit een personenauto, merk Honda, type Jazz, kenteken [kenteken 6] ) sieraden en/of schoeisel en/of make-up en/of kleding, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een ander toebehoorde(n), te weten aan [benadeelde 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 augustus 2020 te Bergeijk medische apparatuur en/of een portemonnee en/of geld en/of (een) pas(sen) en/of een rijbewijs en/of sieraden en/of schoeisel en/of make-up en/of kleding, althans een of meer goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
5.
hij op of omstreeks 31 augustus 2020 te Bergeijk een wapen van categorie 1 onder 7, te weten een gasdrukgeweer (merk GAMO, model G1200, kaliber 4,5 mm) voorhanden heeft gehad.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.primair
hij op 7 augustus 2020 te Bergeijk (uit een personenauto, merk Volvo, type V40, kenteken [kenteken 1] ) een rugzak en een schroefmachine en schoeisel en een koptelefoon, die aan een ander toebehoorden, te weten aan [benadeelde 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
2.primair
hij op 23 augustus 2020 te Bergeijk (uit een personenauto, merk Volvo, type XC60, kenteken [kenteken 2] ) een tas (inhoudende een sleutel en iPhone en portemonnee), die aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
3.primair
hij op 24 augustus 2020 te Bergeijk (uit een personenauto, Range Rover, kenteken [kenteken 3] ) een laptoptas (met inhoud), die aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
4.primair
hij op 27 juli 2020 te Valkenswaard (uit een personenauto, merk Peugeot, type Partner, kenteken [kenteken 4] ) medische apparatuur, die aan een ander toebehoorde, te weten aan Ziekenhuis Geel, heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
en
hij op 4 augustus 2020 te Bergeijk (uit een personenauto, merk Toyota, type Aygo, kenteken [kenteken 5] ) een portemonnee en geld en passen en een rijbewijs, die aan een ander toebehoorden, te weten aan [benadeelde 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
en
hij op 15 augustus 2020 te Bergeijk (uit een personenauto, merk Honda, type Jazz, kenteken [kenteken 6] ) sieraden en schoeisel en make-up en kleding, die aan een ander toebehoorden, te weten aan [benadeelde 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
5.
hij op 31 augustus 2020 te Bergeijk een wapen van categorie 1 onder 7, te weten een gasdrukgeweer (merk GAMO, model G1200, kaliber 4,5 mm) voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan dit arrest gehecht.
Bewijsoverwegingen
Door de raadsman is gesteld dat de verdachte van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair tenlastegelegde vrijgesproken dient te worden. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte de goederen uit de auto’s van de aangevers middels braak heeft weggenomen. Het dossier bevat telkens slechts een verklaring van elke aangever en serienummers die overeenkomen met de aangetroffen goederen. In sommige gevallen bevat het dossier ook Marktplaatsadvertenties, maar deze zijn, gelet op de verklaring van mevrouw [betrokkene 1] , door haar geplaatst en niet door de verdachte. Voor wat betreft de mastgegevens heeft de verdachte verklaard dat hij vaak op zijn mountainbike fietst, wat het aanstralen van zijn telefoon in de buurt van de plaats delict zou verklaren. Daarnaast is het aanstralen van de telefoon van cliënt in de buurt van het huis van mevrouw [betrokkene 1] eveneens verklaarbaar, omdat hij daar verbleef, aldus de raadsman.
Het hof overweegt omtrent dit verweer als volgt.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting blijkt het volgende:
Het dossier bevat zes aangiftes van auto-inbraken. Allereerst heeft aangeefster [benadeelde 4] verklaard dat op 27 juli 2020 bij de Kempervennen te Valkenswaard de zijruit van de auto van haar vriend was ingeslagen en dat onder andere een tas met een CPAP-toestel uit de auto was weggenomen. Aangever [benadeelde 5] heeft verklaard dat op 4 augustus 2020 op de parkeerplaats de Barrier te Bergeijk het portierraam aan de rechterzijde van zijn auto was ingeslagen en dat vervolgens zijn portemonnee met cashgeld, drie bankpassen en een groene kentekenpas zijn weggenomen. Aangever [benadeelde 1] heeft verklaard dat op 7 augustus 2020 op de parkeerplaats van de Woeste Polder te Bergeijk de achterruit van zijn auto is ingeslagen en dat een Sony headset, een Eastpak rugzak, Blackstone schoenen en een Makita schroefmachine zijn weggenomen. Aangeefster [benadeelde 6] heeft verklaard dat op 15 augustus 2020 op de parkeerplaats de Plateaux te Bergeijk het achterraampje van haar auto was ingetikt en dat kleding en sieraden zijn weggenomen. Op voornoemde parkeerplaats is van aangever [benadeelde 7] op 23 augustus 2020 de rechterachterruit van zijn auto ingetikt en waarna een tas van het merk Chesterfield uit de auto is weggenomen. In deze tas zat onder andere een iPhone SE. Als laatste heeft aangever [benadeelde 3] verklaard over een auto-inbraak in Bergeijk. Hij heeft verklaard dat op 24 augustus 2020 op het parkeerterrein op de Barrier te Bergeijk de ruit van de achterklep van zijn auto is ingeslagen en dat zijn laptoptas met een laptop en verschillende bankpasjes op naam van zijn bedrijf, genaamd [benadeelde 3] , zijn weggenomen.
Aangeefster [benadeelde 4] constateerde dat het gestolen CPAP-toestel op Marktplaats werd aangeboden. Het serienummer van het toestel dat op Marktplaats werd weergegeven was gelijk aan het serienummer dat genoemd is in de aangifte. Zij heeft een afspraak gemaakt om het toestel te ‘kopen’. De verkoper had doorgegeven dat ze het toestel op [adres 1] kon ophalen en dat hij zelf niet thuis was, maar ‘ze’ wel aanwezig was. Deze informatie heeft aangeefster [benadeelde 4] aan de politie doorgegeven. De verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] zijn daarna naar de woning op [adres 1] gegaan. De bewoonster bleek mevrouw [betrokkene 1] te zijn. Zij overhandigde verbalisant [verbalisant 3] het CPAP-toestel, nadat ze ‘ [verdachte] ’ (het hof begrijpt: verdachte) had gebeld om te vragen waar ze het CPAP-toestel kon vinden, en verklaarde daarbij dat het CPAP-toestel van hem was. Vervolgens hebben de verbalisanten meerdere goederen uit de woning inbeslaggenomen waarvan ze het vermoeden hadden dat deze niet op een eerlijke wijze verkregen waren. Mevrouw [betrokkene 1] heeft op 17 oktober 2020 bij de politie verklaard dat al deze goederen van de verdachte waren.
De inbeslaggenomen goederen uit de woning op [adres 1] zijn onderzocht. De volgende inbeslaggenomen goederen, behorend bij een van de aangiftes, zijn aangetroffen:
  • mobiele telefoon, merk iPhone SE, toebehorende aan aangever [benadeelde 7] ;
  • koptelefoon, merk Sony en schroefmachine, merk Makita Ddf343, toebehorende aan aangever [benadeelde 1] ;
  • een notebook, toebehorende aan aangever [benadeelde 3] ;
  • armband, merk Lott Cobra S Bangle, toebehorende aan aangeefster [benadeelde 6] ;
  • bankpas van de Rabobank, toebehorende aan aangever [benadeelde 5] ;
De historische telefoongegevens van mevrouw [betrokkene 1] zijn onderzocht. Daaruit is gebleken dat ze, toen de verbalisanten bij haar langskwamen, telefonisch contact had met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit prepaid telefoonnummer bleek op naam van [betrokkene 2] te staan, de zus van de verdachte. Zij heeft verklaard dat zij het telefoonnummer voor haar broertje, de verdachte, had opgewaardeerd.
De historische telefoongegevens van het telefoonnummer van de verdachte zijn eveneens onderzocht. Daaruit is gebleken dat bij drie van de zes auto-inbraken de telefoon van de verdachte in de periode van de diefstal de telefoonmast aan [adres 2] aanstraalde. Dit is de enige telefoonmast in de omgeving van de natuurgebieden in Valkenswaard en Bergeijk, waar alle auto-inbraken zijn gepleegd. Daarnaast straalde de telefoon van de verdachte bij een van de zes auto-inbraken de telefoonmast in Bergeijk, op 250 meter afstand van mevrouw [betrokkene 1] , aan. De verdachte overnachtte regelmatig in voornoemde woning.
Tot slot bevat het dossier twee getuigenverklaringen van ex-vriendinnen van de verdachte. Mevrouw [betrokkene 3] heeft op 20 juli 2019 bij de politie verklaard dat de verdachte haar auto gebruikte om auto-inbraken te plegen. Ongeveer twee weken voor het afleggen van haar verklaring was ze erbij geweest toen hij een ruit van een auto met een lifehammer insloeg. Dit was op de Vessemsevennen bij Wintelre. Hij heeft daar een grote bruine tas met cameraspullen uit een donkerkleurige auto weggenomen. Uiteindelijk heeft de verdachte deze cameraspullen via Marktplaats verkocht. De andere ex-vriendin van de verdachte, mevrouw [betrokkene 4] , heeft op 18 oktober 2020 telefonisch tegenover de politie verklaard dat de verdachte tegen haar heeft gezegd dat hij geld met auto-inbraken verdiende. Hij bezocht voornamelijk parkeerterreinen in de natuur bij bossen of water waar auto’s stonden en had altijd een ‘dingetje’ bij zich waarmee hij de ruiten in kon tikken. Mevrouw [betrokkene 4] heeft eveneens verklaard dat de verdachte de goederen, die de verdachte uit de auto’s wegnam, via Marktplaats verkocht.
Het hof overweegt dat er zes keer aangifte van een auto-inbraak is gedaan. Deze auto-inbraken hebben alle in het natuurgebied van Bergeijk en Valkenswaard plaatsgevonden en bij alle auto-inbraken is een ruit ingeslagen waarna er goederen zijn weggenomen. Voornoemde werkwijze past bij de verklaringen van de twee ex-vriendinnen van de verdachte. Dat de verdachte bij de auto-inbraken betrokken is geweest vindt steun in het feit dat zijn telefoon ten tijde van drie van de zes auto-inbraken de telefoonmast in de buurt van de plaats delict heeft aangestraald. De telefoon van de verdachte straalde tijdens een van de zes auto-inbraken de telefoonmast in de buurt van de woning van mevrouw [betrokkene 1] aan. In voornoemde woning zijn goederen van de auto-inbraken aangetroffen, waarbij mevrouw [betrokkene 1] heeft aangegeven dat zij aan de verdachte toebehoorden.
Het hof acht, gelet op het bovenstaande in onderling verband en in samenhang bezien met de overige inhoud van de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte degene is geweest die de auto-inbraken heeft gepleegd. Het hof verwerpt het verweer van de raadsman.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 2 primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 3 primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 4 primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd.
Het onder 5 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Ten laste van de verdachte is bewezen verklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan zes auto-inbraken. Dit zijn ergerlijke strafbare feiten, waarbij de verdachte voor de slachtoffers veel schade en overlast heeft veroorzaakt. De verdachte heeft zich van dit alles niets aangetrokken. Uit het handelen van de verdachte spreekt minachting voor andermans eigendom. Voorts heeft de verdachte gasdrukgeweer voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit daarvan kan een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich meebrengen en een gevoel van onveiligheid in de samenleving veroorzaken. Het hof rekent het de verdachte dan ook aan dat hij heeft gehandeld zoals bewezen is verklaard.
Het hof heeft acht geslagen op de inhoud van het uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 29 augustus 2022, betrekking hebbend op het justitiële verleden van de verdachte, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van vermogensdelicten. Daaronder bevinden zich veroordelingen in 2017 en 2019. De verdachte heeft voor vermogensdelicten eerder onvoorwaardelijke gevangenisstraffen ondergaan. Het hof weegt die omstandigheid ten nadele van de verdachte mee bij de strafoplegging. Voorts blijkt uit voornoemd uittreksel uit de Justitiële Documentatie dat het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
Tot slot heeft het hof de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte in aanmerking genomen, voor zover die ter terechtzitting in hoger beroep naar voren zijn gebracht. Het hof hierbij acht geslagen op de reclasseringsadviezen d.d. 8 augustus 2022 en 23 augustus 2022. Hieruit volgt dat het risico op recidive als hoog wordt ingeschat. Voorts is het hof gebleken dat de verdachte thans in voorarrest zit vanwege de zaak met parketnummer 01-168307-22. Het NIFP heeft in het kader van voornoemde zaak geadviseerd om een gedragskundig onderzoek pro justitia door een psychiater en psycholoog uit te laten brengen.
Het hof is van oordeel dat, in verband met een juiste normhandhaving en met het oog op vergelding en generale preventie, niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Het hof acht alles overwegend een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden, met aftrek van voorarrest, passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 57, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door:
mr. F.P.E. Wiemans, voorzitter,
mr. R.G.A. Beaujean en mr. G.M. Goes, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. C.E.C.N. Schlüter, griffier,
en op 14 september 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.