ECLI:NL:GHSHE:2022:3561
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken van grieven in strafzaak op basis van de Opiumwet
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden wegens opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. Daarnaast waren er een drietal handschoenen en een weegschaal verbeurd verklaard en was een personenauto onttrokken aan het verkeer. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar heeft geen schriftelijke grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren geuit. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het hoger beroep niet-ontvankelijk zou verklaren.
Het hof heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat de verdachte geen grieven heeft ingediend. Het hof is van mening dat er geen reden is om de strafzaak desalniettemin te onderzoeken. De beslissing van het hof is dat het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. C.P.J. Scheele als voorzitter en mr. S.C. van Duijn en mr. E.E. van der Bijl als raadsheren. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. A.M.M.F. van de Ven, en is openbaar uitgesproken op de zitting.