ECLI:NL:GHSHE:2022:3560

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
17 oktober 2022
Publicatiedatum
18 oktober 2022
Zaaknummer
20-002097-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake verduistering met gevangenisstraf

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 30 augustus 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1985, was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden wegens verduistering. De politierechter had de benadeelde partijen, [benadeelde 1] en [benadeelde 2], niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, met de mogelijkheid voor [benadeelde 2] om de vordering bij de burgerlijke rechter aan te brengen. De proceskosten waren gecompenseerd.

Tegen dit vonnis heeft de verdachte hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd, en van de argumenten van de verdediging, die primair vrijspraak en subsidiair een strafmaatverweer heeft gevoerd. Het hof heeft het beroep op vrijspraak en de voorgestelde strafmodaliteit niet gevolgd en heeft zich verenigd met de overwegingen van de politierechter.

In zijn beslissing heeft het hof het vonnis waarvan beroep bevestigd, waarmee de eerdere veroordeling van de verdachte in stand blijft. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffiers mr. C.M. Jutte en mr. M.R.G.H. van Outheusden.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002097-21
Uitspraak : 17 oktober 2022
TEGENSPRAAK (ex. artikel 279 Sv)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 30 augustus 2021, in de strafzaak met parketnummer 05-011016-21 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de politierechter de verdachte ter zake van verduistering veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met aftrek van voorarrest. Tevens heeft de politierechter de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen en bepaald dat [benadeelde 2] de vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De proceskosten zijn door de politierechter in beide gevallen gecompenseerd.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit en subsidiair een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de redengeving waarop dit berust.
Hetgeen zijdens de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep naar voren is gebracht voor wat betreft de overtuiging die zou ontbreken, noch voor wat betreft de voorgestelde strafmodaliteit heeft het hof tot andere beschouwingen en beslissingen gebracht dan die van de politierechter.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Aldus gewezen door:
mr. A.M.G. Smit, voorzitter,
mr. G.J. Schiffers en mr. N.I.B.M. Buljevic, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. C.M. Jutte en mr. M.R.G.H. van Outheusden, griffiers,
en op 17 oktober 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.