ECLI:NL:GHSHE:2022:3540
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Limburg inzake poging tot moord
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, dat op 9 februari 2022 is gewezen. De rechtbank had de verdachte, geboren in 1952 en thans verblijvende in De Rooyse Wissel te Oostrum, schuldig bevonden aan poging tot moord, maar had geen straf of maatregel opgelegd. De benadeelde partij had een vordering ingediend, die gedeeltelijk werd toegewezen. De verdachte heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die het vonnis van de rechtbank wilde vernietigen, behalve de beslissing om geen straf of maatregel op te leggen. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden en dat de vordering van de benadeelde partij wordt toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. De raadsman van de verdachte heeft verweer gevoerd en gepleit voor matiging van de vordering van de benadeelde partij.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank in stand gelaten, met aanvulling van de overwegingen over de toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft geconcludeerd dat, hoewel de verdachte een ernstig delict heeft gepleegd, de omstandigheden van de zaak, waaronder de langdurige behandeling van de verdachte in het kader van een tbs-maatregel, maken dat een gevangenisstraf niet opportuun is. Het hof bevestigt derhalve de beslissing van de rechtbank om geen straf of maatregel op te leggen.