Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/342988 / HA ZA 19-109)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord met productie;
- de mondelinge behandeling op 24 augustus 2022 waarbij partijen beiden spreekaantekeningen hebben overgelegd.
3.De beoordeling
Artikel 8
“
- de jaarrekening van uw onderneming;- de aangiften inkomstenbelasting van u en uw echtgenote;- een opstelling van de vermogens van op grond van aangegane huwelijksvoorwaarden.”
Bewijsstukken dat er op een correcte wijze periodiek is verrekend zoals u impliciet schrijft in punt 1. Bijlage 1 voldoet naar mijn mening niet aan een deugdelijke periodieke verrekenovereenkomst en dus geldt het wettelijk uitgangspunt dat er bij het einde van het huwelijk een finale verrekening moet plaatsvinden.(…).
De polissen lijfrente en kapitaalverzekeringen die op naam van uw cliënt staan.
e]n heeft zij beslist dat [persoon A] onvoldoende aan zijn zorgplicht jegens [appellant] heeft voldaan.