Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 7 oktober 2019 met bijlagen (pagina’s 66-73), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [slachtoffer] :
[locatie 2] . Ik liep in de richting van [locatie 3] . Ter hoogte van de apotheek
aldaar zag ik dat er een voertuig mij passeerde. Het ging om klein groenkleurig voertuig.
Ik zag twee mannen in het voertuig. Ik herkende één van die mannen, hij heet [medeverdachte] (fonetisch). Ik ken [medeverdachte] van vroeger.
Ik zag dat [medeverdachte] mij aanwees en hard naar mij aan het schreeuwen was. Ik zag dat
het voertuig op de stoep werd geparkeerd naast het politiebureau [locatie 3] . Ik
zag dat beide personen uit het voertuig stapten. Ik rende weg door meerdere straten.
gestopt met rennen en viel daarna op de grond. Dat was op [locatie 1] .
Ik werd toen van alle kanten geschopt en geslagen. Ik werd geschopt tegen mijn hoofd.
Ik voelde toen veel pijn en maakte mijzelf klein op de grond om de meeste
klappen en trappen af te kunnen weren. Ik kon geen kant op en was erg bang dat het
fout zou aflopen.
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 11 oktober 2019 (pagina’s 111-117), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige] :
V: Wat deed persoon 1?
A: Toen hij op de grond lag?
V: Ja, wat deed hij toen hij op de grond lag?
A: Hij probeerde mensen te alarmeren en zichzelf te beschermen. Dat was het enige wat
hij deed. Ik zag hem vallen en dacht "dat is niet goed" dat zijn geen kwajongens die
aan het stoeien zijn.
A: Ja, ook toen de ambulance er was drukten ze hem op zijn achterhoofd en gaf hij aan dat hij daar pijn had.
en maakt, terwijl ze gebukt staat, trappende bewegingen met beiden benen en maakt
slaande bewegingen met haar beiden vuisten.
Ze stonden allebei erg laag, de beide daders. Ze stonden dus niet rechtop te
schoppen en slaan maar deden dit gebukt.
V: Wie is persoon 2?
A: Die stond bij het hoofd van het slachtoffer. Die is meer in mijn hoofd blijven
zitten omdat hij bij het hoofd stond.
V: Wat deed persoon 2?
A: Ja, tegen zijn kop stampen. Hij schopte met zijn voeten tegen het hoofd van het
slachtoffer.
V: Sloeg hij ook?
A: Ja ook, maar hij probeerde ook te zoeken maar ook echt te slaan.
V: Zag je dat persoon 2 persoon 1 schopte en raakte?
A: Ja, ik zag dat hij schoppende bewegingen maakte in de richting van het hoofd van
het slachtoffer. Hij schopte nog een keer en nog een keer, dat vond ik heel erg om te
zien.
V: heb je gezien hoe vaak persoon 2 een schoppende beweging maakte in de richting van het hoofd van het slachtoffer?
A: Ja, veel hij bleef bezig. 10 keer zeker wel.
A: Die stond ter hoogte van de benen van het slachtoffer, toen deze op de grond lag en stompte in de richting van het slachtoffer. Persoon 3 stompte met beide vuisten maar laag op het lichaam van het slachtoffer, onder de gordel.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 12 oktober 2019 (pagina’s 47-49), voor zover inhoudende als verklaring van verdachte [medeverdachte] :
hof: betreft de verklaring van [medeverdachte] van 8 oktober 2019, waarin [medeverdachte] spreekt over het door hem op 7 oktober 2019 te Tilburg hard slaan van [slachtoffer] op diens hoofd en lichaam en het door hem, [medeverdachte] , trappen in de maag van [slachtoffer] )
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 4, van het Wetboek van Strafvordering, te weten een geneeskundige verklaring d.d. 10 januari 2020, opgemaakt door [naam] , Vakgroep Neurologie ETZ (pagina 75), voor zover inhoudende:
De verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 14 september 2022, voor zover inhoudende:
medeplegen van poging tot zware mishandeling.
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.