ECLI:NL:GHSHE:2022:3512

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 oktober 2022
Publicatiedatum
14 oktober 2022
Zaaknummer
20-000359-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in strafzaak met betrekking tot opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 2 februari 2021. De verdachte, geboren in 1964, was in eerste aanleg veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal. Tegen dit vonnis heeft de verdachte hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om de verdachte niet ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend, noch mondeling bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven, en ook geen raadsman of raadsvrouw heeft gemachtigd om dit namens hem te doen. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Het hof heeft de beslissing op 6 oktober 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken, waarbij mr. B. Stapert en mr. P.T. Gründemann buiten staat waren om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000359-21
Uitspraak : 6 oktober 2022
VERSTEK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 2 februari 2021, in de strafzaak met parketnummer 03-866155-19 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1964,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte veroordeeld ter zake van
  • feit 1:medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod;
  • feit 2:diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking,
tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk en een proeftijd voor de duur van 2 jaren.
Daarnaast heeft de rechtbank beslist op de vordering van de benadeelde partij.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte niet ontvankelijk in het hoger beroep verklaart.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hof is van oordeel dat, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu de verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend noch mondeling bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven of een raadsman of raadsvrouw heeft gemachtigd dit namens hem te doen en het hof niet van oordeel is dat de strafzaak desalniettemin onderzocht dient te worden.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door:
mr. C.A. van Roosmalen, voorzitter,
mr. P.T. Gründemann en mr. B. Stapert, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. V.C. Minneboo, griffier,
en op 6 oktober 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. B. Stapert en mr. P.T. Gründemann zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.