Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
’s-Hertogenbosch, van 11 november 2020 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken met parketnummers 01-225238-19 en 01-281371-19, tegen:
[verdachte] ,
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting te Lelystad.
- ‘mensenhandel’ (feit 1 in de zaak met parketnummer 01-225238-19),
- ‘verkrachting’ (feit 2 in de zaak met parketnummer 01-225238-19) en
- ‘mishandeling’ (in de zaak met parketnummer 01-281371-19 meer subsidiair tenlastegelegde),
de verdachte deswege strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek van het voorarrest, alsmede de terbeschikkingstelling van de verdachte gelast met bevel tot verpleging van overheidswege. Voorts zijn aan de verdachte vrijheidsbeperkende maatregelen opgelegd in de vorm van contactverboden met de slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] voor de duur van 5 jaren, welke maatregelen dadelijk uitvoerbaar zijn verklaard.
De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toegewezen tot het bedrag van € 12.385,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening. De benadeelde partij [slachtoffer 1] is in het overige deel van haar vordering niet-ontvankelijk verklaard.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] is toegewezen tot het bedrag van € 7.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, onder afwijzing van het meer of anders gevorderde. Ten behoeve van beide slachtoffers zijn tevens maatregelen van schadevergoeding opgelegd. Ten slotte is een inbeslaggenomen imitatiehorloge onttrokken aan het verkeer en zijn een notitieblok en een telefoontoestel verbeurd verklaard.
Het hof kan in de visie van de verdediging dezelfde beslissingen over de inbeslaggenomen goederen nemen als de rechtbank heeft gedaan. De verdediging heeft zich ten slotte, wat betreft eventuele op te leggen contactverboden met de slachtoffers, gerefereerd aan het oordeel van het hof.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2019 tot en met 18 september 2019 te Eindhoven, in elk geval in Nederland, een ander, genaamd [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] ),
(telkens) met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of een andere feitelijkheid en/of dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door misleiding, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting (sub 1),
waarbij dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die dreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft/hebben bestaan uit:
- het mishandelen (onder andere door het vastpakken bij het gezicht en/of de keel en/of slaan in het gezicht en/of inbeuken en/of het geven van een knietje tegen de ribben en/of trappen tegen het been en/of stompen in de buik van die [slachtoffer 1] ) en/of bedreigen en/of onder druk zetten van die [slachtoffer 1] en/of
- het zich op boze en/of agressieve en/of (anderszins) dreigende en/of overheersende en/of denigrerende toon/wijze te uiten tegen die [slachtoffer 1] en/of
- het dreigen die [slachtoffer 1] naar Duitsland (Duisburg) te zullen brengen wanneer zij met het prostitutiewerk wilde stoppen en/of
- het dreigen dat de vader van die [slachtoffer 1] haar schulden moest afbetalen wanneer zij met het prostitutiewerk wilde stoppen en/of
- het in bezit houden van het rijbewijs en/of identiteitsdocument en/of huissleutel van die [slachtoffer 1] en/of
- het opsluiten en/of opgesloten houden, althans het (in ernstige mate) beperken van de bewegingsvrijheid van die [slachtoffer 1] en/of
- het brengen en/of houden van die [slachtoffer 1] in een positie waar zij niet over haar eigen financiële middelen kon beschikken, en/of
(telkens) met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of een andere feitelijkheid en/of dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door misleiding, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) (sub 4),
waarbij dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die dreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft/hebben bestaan uit:
- het mishandelen (onder andere door het vastpakken bij het gezicht en/of de keel en/of slaan in het gezicht en/of inbeuken en/of het geven van een knietje tegen de ribben en/of trappen tegen het been en/of stompen in de buik van die [slachtoffer 1] ) en/of bedreigen en/of onder druk zetten van die [slachtoffer 1] en/of
- het zich op boze en/of agressieve en/of (anderszins) dreigende en/of overheersende en/of denigrerende toon/wijze te uiten tegen die [slachtoffer 1] en/of
- het dreigen die [slachtoffer 1] naar Duitsland (Duisburg) te zullen brengen wanneer zij met het prostitutiewerk wilde stoppen en/of
- het dreigen dat de vader van die [slachtoffer 1] haar schulden moest afbetalen wanneer zij met het prostitutiewerk wilde stoppen en/of
- het in bezit houden van het rijbewijs en/of identiteitsdocument en/of huissleutel van die [slachtoffer 1] en/of
- het opsluiten en/of opgesloten houden, althans het (in ernstige mate) beperken van de bewegingsvrijheid van die [slachtoffer 1] en/of
- het brengen en/of houden van die [slachtoffer 1] in een positie waar zij niet over haar eigen financiële middelen kon beschikken, en/of
waarbij voornoemde (onder sub 4) "enige handeling" heeft bestaan uit:
- het aangaan en/of onderhouden van een liefdesrelatie en/of seksuele relatie met voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- het bepalen van een doel (te weten 100.000 euro te verdienen in één jaar), welke behaald diende te worden met de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 1] , waarbij verdachte die [slachtoffer 1] had voorgewend dat zij de klant(en) op zou(den) lichten en/of
- het maken van foto's voor (een) advertentie(s) op [website] en/of (een) andere website(s) waarin die [slachtoffer 1] werd aangeboden voor prostitutiewerkzaamheden en/of
- het aanmaken en/of onderhouden (waaronder begrepen het "omhoog plaatsen") van (een) advertentie(s) op [website] en/of (een) andere website(s) waarin die [slachtoffer 1] werd aangeboden voor prostitutiewerkzaamheden en/of
- het onderhouden van contacten met en/of het maken van afspraken met (potentiële) (prostitutie)klant(en) voor die [slachtoffer 1] en/of het maken van afspraken met die (potentiële) klant(en) over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en/of de daarvoor te betalen bedragen en/of
- het bepalen of die [slachtoffer 1] prostitutiewerkzaamheden met of zonder condoom moest verrichten en/of
- het bepalen wanneer (24 uur per dag) die [slachtoffer 1] beschikbaar moest zijn voor de prostitutiewerkzaamheden en/of
- het bepalen dat die [slachtoffer 1] ook bij ongesteldheid moest werken en/of
- het controleren van (de werkzaamheden van) die [slachtoffer 1] , althans bijhouden van haar verdiensten uit haar prostitutiewerkzaamheden en/of
- het dwingen en/of bewegen van die [slachtoffer 1] om (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem, verdachte, af te dragen en/of
- het bij zich houden en/of bewaren van de opbrengsten (contant geld) uit de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 1] en/of
- het vervoeren van die [slachtoffer 1] naar seksafspraken en/of
- het dwingen en/of bewegen van die [slachtoffer 1] om een auto op haar naam te huren, met het doel die (huur)auto te gebruiken voor het rijden (escort) naar seksafspraken van die [slachtoffer 1] , en/of
(telkens) met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of een andere feitelijkheid en/of dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door misleiding, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft gedwongen of bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van die [slachtoffer 1] met of voor een derde tegen betaling (sub 9),
waarbij dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die dreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft/hebben bestaan uit:
- het mishandelen (onder andere door het vastpakken bij het gezicht en/of de keel en/of slaan in het gezicht en/of inbeuken en/of het geven van een knietje tegen de ribben en/of trappen tegen het been en/of stompen in de buik van die [slachtoffer 1] ) en/of bedreigen en/of onder druk zetten van die [slachtoffer 1] en/of
- het zich op boze en/of agressieve en/of (anderszins) dreigende en/of overheersende en/of denigrerende toon/wijze te uiten tegen die [slachtoffer 1] en/of
- het dreigen die [slachtoffer 1] naar Duitsland (Duisburg) te zullen brengen wanneer zij met het prostitutiewerk wilde stoppen en/of
- het dreigen dat de vader van die [slachtoffer 1] haar schulden moest afbetalen wanneer zij met het prostitutiewerk wilde stoppen en/of
- het in bezit houden van het rijbewijs en/of identiteitsdocument en/of huissleutel van die [slachtoffer 1] en/of
- het opsluiten en/of opgesloten houden, althans het (in ernstige mate) beperken van de bewegingsvrijheid van die [slachtoffer 1] en/of
- het brengen en/of houden van die [slachtoffer 1] in een positie waar zij niet over haar eigen financiële middelen kon beschikken, en/of
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] (sub 6);
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 1 augustus 2017 tot en met 31 augustus 2017 te Helmond, in elk geval in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] ) heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , te weten het brengen en houden van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 2] , waarbij het geweld en/of andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of andere feitelijkheid bestond uit:
- het op het bed duwen van die [slachtoffer 2] en/of
- het uitdoen van de broek van die [slachtoffer 2] en/of
- het spreiden van de benen van die [slachtoffer 2] ,
terwijl zij huilde en/of hem probeerde van zich af te duwen en/of stop zei;
hij in de periode van 1 augustus 2019 tot en met 18 september 2019 te Eindhoven, in elk geval in Nederland, een ander, genaamd [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] ),
telkens met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en vervoerd met het oogmerk van uitbuiting (sub 1),
waarbij dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die dreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft/hebben bestaan uit:
- het mishandelen (onder andere door het vastpakken bij het gezicht en/of de keel en/of slaan in het gezicht en/of inbeuken en/of het geven van een knietje tegen de ribben en/of trappen tegen het been en/of stompen in de buik van die [slachtoffer 1] ) en bedreigen en onder druk zetten van die [slachtoffer 1] en
- het zich op boze en/of agressieve en/of (anderszins) dreigende en/of overheersende en/of denigrerende toon/wijze te uiten tegen die [slachtoffer 1] en
- het dreigen die [slachtoffer 1] naar Duitsland (Duisburg) te zullen brengen wanneer zij met het prostitutiewerk wilde stoppen en
- het dreigen dat de vader van die [slachtoffer 1] haar schulden moest afbetalen wanneer zij met het prostitutiewerk wilde stoppen en
- het beperken van de bewegingsvrijheid van die [slachtoffer 1] en
telkens met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, wist dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) (sub 4),
waarbij dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die dreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft/hebben bestaan uit:
- het mishandelen (onder andere door het vastpakken bij het gezicht en/of de keel en/of slaan in het gezicht en/of inbeuken en/of het geven van een knietje tegen de ribben en/of trappen tegen het been en/of stompen in de buik van die [slachtoffer 1] ) en bedreigen en onder druk zetten van die [slachtoffer 1] en
- het zich op boze en/of agressieve en/of (anderszins) dreigende en/of overheersende en/of denigrerende toon/wijze te uiten tegen die [slachtoffer 1] en
- het dreigen die [slachtoffer 1] naar Duitsland (Duisburg) te zullen brengen wanneer zij met het prostitutiewerk wilde stoppen en
- het dreigen dat de vader van die [slachtoffer 1] haar schulden moest afbetalen wanneer zij met het prostitutiewerk wilde stoppen en
- het beperken van de bewegingsvrijheid van die [slachtoffer 1] en
waarbij voornoemde (onder sub 4) "enige handeling" heeft bestaan uit:
- het aangaan en/of onderhouden van een liefdesrelatie met voornoemde [slachtoffer 1] en
- het bepalen van een doel (te weten 100.000 euro te verdienen in één jaar), welke behaald diende te worden met de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 1] , waarbij verdachte die [slachtoffer 1] had voorgewend dat zij de klant(en) op zou(den) lichten en
- het maken van foto's voor een advertentie op [website] waarin die [slachtoffer 1] werd aangeboden voor prostitutiewerkzaamheden en
- het aanmaken en/of onderhouden van een advertentie op [website] waarin die [slachtoffer 1] werd aangeboden voor prostitutiewerkzaamheden en
- het onderhouden van contacten met en het maken van afspraken met (potentiële) (prostitutie)klant(en) voor die [slachtoffer 1] en het maken van afspraken met die (potentiële) klant(en) over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en de daarvoor te betalen bedragen en
- het vervoeren van die [slachtoffer 1] naar seksafspraken en
telkens met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft gedwongen of bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van die [slachtoffer 1] met of voor een derde tegen betaling (sub 9),
waarbij dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die dreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft/hebben bestaan uit:
- het mishandelen (onder andere door het vastpakken bij het gezicht en/of de keel en/of slaan in het gezicht en/of inbeuken en/of het geven van een knietje tegen de ribben en/of trappen tegen het been en/of stompen in de buik van die [slachtoffer 1] ) en bedreigen en onder druk zetten van die [slachtoffer 1] en
- het zich op boze en/of agressieve en/of (anderszins) dreigende en/of overheersende en/of denigrerende toon/wijze te uiten tegen die [slachtoffer 1] en
- het dreigen die [slachtoffer 1] naar Duitsland (Duisburg) te zullen brengen wanneer zij met het prostitutiewerk wilde stoppen en
- het dreigen dat de vader van die [slachtoffer 1] haar schulden moest afbetalen wanneer zij met het prostitutiewerk wilde stoppen en
- het beperken van de bewegingsvrijheid van die [slachtoffer 1] en
telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] (sub 6);
hij op een tijdstip in de periode van 1 augustus 2017 tot en met 31 augustus 2017 te Helmond, door geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] ) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , te weten het brengen en houden van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 2] , waarbij het geweld en/of andere feitelijkheid bestond uit:
- het op het bed duwen van die [slachtoffer 2] en
- het uitdoen van de broek van die [slachtoffer 2] en
- het spreiden van de benen van die [slachtoffer 2] ,
terwijl zij huilde en hem probeerde van zich af te duwen en stop zei;
in de ter terechtzitting in eerste aanleg gevoegde zaak met parketnummer 01-281371-19:
A.
B.
C.
De juistheid van de kern van de tenlastelegging moet – met andere woorden – niet alleen uit de (betrouwbaar bevonden) gebezigde verklaringen van [slachtoffer 2] volgen, maar ook uit ander bewijsmateriaal dat bovendien afkomstig moet zijn uit een andere bron.
D.
E.
mensenhandel.
verkrachting.
mishandeling.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan de slachtoffers bevordert. Het hof zal daarbij telkens bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren;
onttrekking aan het verkeervan het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een imitatie Rolexhorloge (beslagnummer G1558437);
€ 14.885,00 (zegge: veertienduizend achthonderdvijfentachtig euro)bestaande uit € 4.885,00 (zegge: vierduizend achthonderdvijfentachtig euro) als vergoeding van materiële schade en € 10.000,00 (zegge: tienduizend euro) als vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 14.885,00 (zegge: veertienduizend achthonderdvijfentachtig euro)bestaande uit € 4.885,00 (zegge: vierduizend achthonderdvijfentachtig euro) aan materiële schadevergoeding en € 10.000,00 (zegge: tienduizend euro) aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 109 (honderdnegen) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
€ 7.500,00 (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro)als vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 7.500,00 (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro)aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 72 (tweeënzeventig) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;