ECLI:NL:GHSHE:2022:3463
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake mishandeling van een ambtenaar
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 13 juli 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1975, was veroordeeld voor mishandeling van een ambtenaar tijdens de rechtmatige uitoefening van diens functie. De politierechter had de verdachte een taakstraf van 20 uren opgelegd, met als alternatief 10 dagen hechtenis. Daarnaast was er een vordering van de benadeelde partij, die was toegewezen tot een bedrag van € 150,00, vermeerderd met wettelijke rente, terwijl de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk was verklaard.
Tegen dit vonnis heeft de verdachte hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd. De verdediging heeft gepleit voor vrijspraak wegens het ontbreken van opzet, en subsidiair is er een strafmaatverweer gevoerd. Het hof heeft het dossier bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat het vonnis waarvan beroep in stand kan blijven.
In zijn beslissing heeft het hof het vonnis van de politierechter bevestigd, waarbij het hof zich verenigde met de overwegingen van het eerdere vonnis. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. G.C. Bos, en de andere raadsheren mr. A.M.G. Smit en mr. A.C. Bosch. De griffier mr. C. Schenker was ook aanwezig bij de uitspraak, die openbaar is gedaan op de zitting van 22 september 2022.