Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 21 oktober 2020 te Breda als bestuurder van een voertuig (een personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Graaf Engelbertlaan, de Mastbosstraat, de Rithsestraat, de Ambachtenlaan, de Ettensebaan, de Westerparklaan, de Lunetstraat, de Tramsingel, de Nieuwe Prinsenkade en/of de Kraanstraat, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door – onder invloed van alcohol en/of drugs –
hij op of omstreeks 21 oktober 2020 te Breda terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de Graaf Engelbertlaan, de Mastbosstraat, de Rithsestraat, de Ambachtenlaan, de Ettensebaan, de Westerparklaan, de Lunetstraat, de Tramsingel, de Nieuwe Prinsenkade en/of de Kraanstraat, als bestuurder een motorrijtuig, (personenvoertuig), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
hij op of omstreeks 21 oktober 2020 te Breda een voertuig, te weten een personenauto heeft bestuurd, na gebruik van een in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof en/of alcohol als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten alcohol, in combinatie met een of meer andere van deze aangewezen stoffen, te weten cocaïne, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stof en/of alcohol 0,65 milligram ethanol per milliliter bloed en 41 microgram cocaïne per liter bloed bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die aangewezen stoffen en/of alcohol afzonderlijk vermelde grenswaarde.
hij op 21 oktober 2020 te Breda als bestuurder van een voertuig (een personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Graaf Engelbertlaan, de Mastbosstraat, de Rithsestraat, de Ambachtenlaan, de Ettensebaan, de Westerparklaan, de Lunetstraat, de Tramsingel, en de Nieuwe Prinsenkade, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door – onder invloed van alcohol en drugs –
hij op 21 oktober 2020 te Breda terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, de Graaf Engelbertlaan, de Mastbosstraat, de Rithsestraat, de Ambachtenlaan, de Ettensebaan, de Westerparklaan, de Lunetstraat, de Tramsingel en de Nieuwe Prinsenkade, als bestuurder een motorrijtuig, (personenvoertuig), van die categorie heeft bestuurd;
hij op 21 oktober 2020 te Breda een voertuig, te weten een personenauto heeft bestuurd, na gebruik van een in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof en alcohol als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten alcohol, in combinatie met een of meer andere van deze aangewezen stoffen, te weten cocaïne, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stof en alcohol 0,65 milligram ethanol per milliliter bloed en 41 microgram cocaïne per liter bloed bedroeg.
1. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 november 2020, proces-verbaalnummer PL2000-2020278178-5, voor zover inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
het hof begrijpt: Mastbosstraat) zag ik dat het voertuig rechtsaf sloeg de Mastboslaan (
het hof begrijpt: Mastbosstraat) op. Na ongeveer 200 meter zag ik dat het voertuig niet de verplichte rijrichting volgde, maar linksom de rotonde overreed en de Rithsestraat op reed.
2. Het proces-verbaal snelheid d.d. 22 oktober 2020, proces-verbaalnummer 211020202115132743, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Meetgegevens:
Verdachte:
het hof begrijpt: de verdachte) als bestuurder reed op genoemde weg/locatie.
Verdachte:
Ongeldig verklaard rijbewijs
4. De uitdraai NL-RDW d.d. 21 oktober 2020, voor zover inhoudende:
5. Het proces-verbaal rijden onder invloed d.d. 23 oktober 2020, procesverbaalnummer PL2000-2020278178-4, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Eigen waarneming
Medewerking voorlopig onderzoek uitgeademde lucht
Medewerking speekseltest
Identiteitsgegevens van de verdachte
Medewerking bloedonderzoek
Verpakken monster
Te onderzoeken materiaal
7. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 oktober 2020, procesverbaalnummer PL2000-2020278178-6, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
A: Ik ben woensdag (
het hof begrijpt: 21 oktober 2020) gaan eten met mijn vrouw. Rond 19.00 uur zijn wij teruggegaan naar de hotelkamer. Tijdens het eten heb ik drie wijntjes gedronken. Ik stelde voor om naar de Albert Heijn te gaan. Mijn vrouw zei nog: “doe dat nou niet, je rijbewijs is ongeldig verklaard”. Ik stapte toch in de auto. Ik zag ergens een politieauto staan. Ik ging naar rechts voor de politieauto. Ik zag dat hij voor mij ging rijden en dat ik moest volgen. Ik weet dat ik wegreed. Ik ben twee keer door rood gereden om te kijken of ik de politie af kon schudden. Ik ben meegenomen naar het bureau, waar een bloedproef is afgenomen. Ik testte
A: Ik wilde op dat moment niet stoppen. Ik hoopte dat de politie het op zou geven.
A: Ja. Ik heb wel eens gezien bij ‘politie op de hielen’ dat de politie stopt bij een achtervolging als ze door rood rijden.
A: Ik ben dom geweest.
A: Ja.
A: Ik was toen jong en heb toen alcohol gebruikt na feestjes.
A: Ja, dat wist ik.
8. De eigen waarneming van het hof naar aanleiding van de ter terechtzitting afgespeelde camerabeelden gemaakt door verbalisant [verbalisant 1] op 21 oktober 2020:
De verkeersregels
ernstige mate schendenvan de verkeersregels. In de MvT valt hierover het volgende te lezen.
ernstig verkeersgevaarlijk gedrag. Immers, de verdachte heeft gedurende de achtervolging meerdere keren met een te hoge snelheid, te weten snelheden tussen de 70 en 120 kilometer per uur, gereden, onder andere ook op locaties waar een maximum van 50 kilometer per uur was toegestaan, hij is tegen de verkeersrichting in een rotonde opgereden en hij is meerdere keren (zonder vaart te minderen) door een rood licht gereden, terwijl het reeds donker was en hij onder invloed was van alcohol en harddrugs. Deze autorit getuigt dermate van een minachting voor verkeersregels en van onverantwoord gedrag in het verkeer, waarbij de verdachte niet de bij de verkeersveiligheid betrokken belangen maar slechts zijn eigen belang om te ontkomen aan een verkeerscontrole voorop heeft gesteld, dat dit leidt tot de conclusie dat de verkeersvoorschriften bij voortduring in ernstige mate zijn geschonden, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994.
“gericht op het in ernstige mate schenden van de verkeersregels en niet op de verder liggende gevaren of gevolgen”. [2] Het hof zal zich dan ook beperken tot de vraag of het opzet van de verdachte gericht was op het in ernstige mate schenden van de verkeersregels. Voor zover deze vraag bevestigend kan worden beantwoord is daarmee ook de eerste vraag beantwoord: heeft de verdachte een of meer verkeersregels overtreden?
ernstig verkeersgevaarlijk gedragzwaar lichamelijk letsel of levensgevaar was te duchten. Immers, de verdachte is gedurende een langere periode met hoge snelheden door de bebouwde kom van Breda gereden, terwijl hij onder invloed van alcohol en harddrugs verkeerde, wat de rijvaardigheid heeft verminderd en er zich meerdere andere verkeersdeelnemers bevonden op de door de verdachte afgelegde route. Deze andere verkeersdeelnemers zijn niet bedacht op het rijgedrag van de verdachte, waardoor zij hem te laat kunnen opmerken. Ook de verdachte kan – nog daargelaten de staat waarin de verdachte zich bevond na het gebruik van alcohol en cocaïne – de andere verkeersdeelnemers bij gebrek aan voldoende overzicht niet tijdig opmerken. Dat rechtvaardigt onder die omstandigheden de reële vrees dat een aanrijding had kunnen plaatsvinden en daarbij één of meer personen zwaar lichamelijk letsel hadden kunnen oplopen of zelfs hadden kunnen overlijden.
overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
2 (twee) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.