ECLI:NL:GHSHE:2022:3434

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
7 oktober 2022
Publicatiedatum
11 oktober 2022
Zaaknummer
20-001710-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake diefstal met betrekking tot vergeten afrekenen van product

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte op 8 juli 2021 werd veroordeeld voor diefstal tot een gevangenisstraf van 1 week. Daarnaast werd de tenuitvoerlegging gelast van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 week. De verdachte heeft tegen dit vonnis tijdig hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis bevestigt, terwijl de verdediging heeft gepleit voor vrijspraak, stellende dat de verdachte het product, een flesje Zwitsal badolie, was vergeten af te rekenen.

Het hof heeft het onderzoek in hoger beroep uitgevoerd en kennisgenomen van de argumenten van beide partijen. De verdediging voerde aan dat het vereiste oogmerk tot wederrechtelijke toe-eigening ontbrak, maar het hof oordeelde dat het verweer niet overtuigend was. Het hof heeft de gronden van de politierechter onderschreven en het verweer van de verdediging verworpen. Het hof achtte de diefstal wettig en overtuigend bewezen en bevestigde het vonnis waarvan beroep. De uitspraak vond plaats op 7 oktober 2022, waarbij de voorzitter en de raadsheren aanwezig waren, maar niet allemaal in staat waren het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001710-21
Uitspraak : 7 oktober 2022
TEGENSPRAAK (ex art. 279 Sv)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 8 juli 2021, parketnummer 02-007366-21, en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf onder parketnummer 02-137012-20, in de strafzaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1982,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van ‘diefstal’ veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 week. Voorts heeft de politierechter de tenuitvoerlegging gelast van de eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 week onder parketnummer 02-137012-20.
Namens de verdachte is tegen dit vonnis tijdig hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep integraal zal bevestigen.
De verdediging heeft bepleit dat het hof de verdachte zal vrijspreken van het tenlastegelegde.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust.
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep nog bepleit dat het hof de verdachte zal vrijspreken van het tenlastegelegde omdat het vereiste oogmerk tot wederrechtelijke toe-eigening bij de verdachte ontbrak. Daartoe is aangevoerd dat de verdachte – zoals deze bij gelegenheid van zijn verhoor bij de politie d.d. 10 januari 2021 ook heeft verklaard – is vergeten het flesje Zwitsal badolie af te rekenen.
Het hof overweegt als volgt.
In hetgeen de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep heeft aangevoerd, ziet het hof geen aanleiding om tot een andersluidend oordeel te komen dan de politierechter.
Het verweer dat ter terechtzitting in hoger beroep door de verdediging is gevoerd, is in de kern hetzelfde verweer als het verweer dat in eerste aanleg is gevoerd. Dat verweer vindt zijn weerlegging in de gebruikte bewijsmiddelen en in de overwegingen van de politierechter in het bestreden vonnis. Nu het hof zich hiermee verenigt, verwerpt het hof het in hoger beroep gevoerde verweer op die gronden. Aldus acht het hof – evenals de rechtbank – de tenlastegelegde diefstal wettig en overtuigend bewezen.

BESLISSING

Het hof:
bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Aldus gewezen door:
mr. W.E.C.A. Valkenburg, voorzitter,
mr. P.T. Gründemann en mr. H.N. Brouwer, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.A.A. Vulto en L. van Harskamp, griffiers,
en op 7 oktober 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Gründemann en mr. Brouwer zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.