Uitspraak
1.Procesverloop
2.Ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek
die een zaak behandelen[cursivering hof], door een partij worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 oktober 2022 een verzoek tot wraking behandeld dat was ingediend door een verzoeker, wonende in Frankrijk. Het verzoek was gericht tegen alle raadsheren van het hof in verband met belastingzaken die onder de nummers [nummer 1] en [nummer 2] waren ingeschreven. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoekschrift op 28 september 2022 was ingekomen en dat het verzoeker niet was toegestaan om het hof als geheel te wraken. Dit is in overeenstemming met artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht, dat bepaalt dat een wrakingsverzoek betrekking moet hebben op specifieke rechters en gemotiveerd moet zijn met concrete argumenten. De wrakingskamer concludeerde dat er nog geen leden van de belastingkamer van het hof betrokken waren bij de behandeling van de zaken in hoger beroep, en dat het enkele feit dat een raadsheer eerder betrokken was bij een uitspraak geen grond voor wraking opleverde. Daarom verklaarde het hof de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.