ECLI:NL:GHSHE:2022:3379
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verkeersongeluk met dodelijke slachtoffers en voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte wordt verweten verantwoordelijk te zijn voor een verkeersongeluk waarbij vier dodelijke slachtoffers zijn gevallen en een ander slachtoffer ernstig gewond is geraakt. Het hof oordeelt dat er voldoende ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte en dat er gevaar voor herhaling bestaat. De advocaat-generaal heeft gevorderd om het vluchtgevaar toe te voegen aan de redenen voor voortzetting van de voorlopige hechtenis, maar het hof ziet onvoldoende concrete feiten die dit onderbouwen en wijst deze vordering af.
De verdachte heeft in beginsel het recht om zijn berechting in vrijheid af te wachten, maar in dit geval is er sprake van ernstig gevaar voor herhaling van verkeersmisdrijven. Het hof overweegt dat het stellen van voorwaarden aan een schorsing van de voorlopige hechtenis niet voldoende zou zijn om de kans op herhaling tot een aanvaardbaar niveau te reduceren. De verdachte heeft eerder met politie en justitie in aanraking gekomen voor overtredingen van de Wegenverkeerswet en heeft geen gedragsverandering vertoond. Dit leidt het hof tot de conclusie dat de verdachte hardleers is en zich niet houdt aan opgelegde beperkingen, zoals het ontzeggen van de bevoegdheid om motorvoertuigen te besturen.
Uiteindelijk wijst het hof het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af en bevestigt de beschikking van de rechtbank. De beslissing is genomen door de voorzitter en twee raadsheren, met inachtneming van de belangen van de samenleving en de ernst van de feiten.