ECLI:NL:GHSHE:2022:3332

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
4 oktober 2022
Publicatiedatum
4 oktober 2022
Zaaknummer
200.298.650_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en vaststellingsovereenkomst in hoger beroep

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep van een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellanten, bestaande uit [X].com B.V., [X] Holding B.V., [X] Haarstudio B.V. en [Y] Holding B.V.B.A., hebben hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van 12 mei 2021. De procedure in hoger beroep is gestart met een dagvaarding op 6 augustus 2021. Tijdens de procedure hebben de partijen overeenstemming bereikt over een minnelijke regeling, die is vastgelegd in een H-16 formulier. Deze regeling houdt in dat de geïntimeerde een bedrag aan de appellanten betaalt in maandelijkse termijnen, met een slottermijn en compensatie van kosten. Het hof heeft vastgesteld dat de regeling afwijkt van het eerdere vonnis van de rechtbank, waardoor dit vonnis in zoverre is vernietigd. Het hof heeft de proceskosten van het hoger beroep gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 4 oktober 2022 en is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.298.650/01
arrest van 4 oktober 2022
in de zaak van

1.[X] .com B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2.
[X] Holding B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
3.
[X] Haarstudio B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
4.
[Y] Holding B.V.B.A.,
gevestigd te [vestigingsplaats] , België,
appellanten,
hierna aan te duiden als [appellanten] ,
advocaat: mr. H.P. Kamerbeek te Tilburg,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. J.M. Molkenboer te Tilburg,
op het bij exploot van dagvaarding van 6 augustus 2021 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 12 mei 2021, door de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, gewezen tussen [appellanten] als eisers en [geïntimeerde] als gedaagde.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/371693 / HA ZA 20-252)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • de memorie van grieven tevens houdende aanvulling van gronden en vermeerdering van eis met producties;
  • de memorie van antwoord met productie;
  • een H-16 formulier van 12 september 2022 van mr. Kamerbeek;
  • een H-16 formulier van 13 september 2022 van mr. Molkenboer met daarbij gevoegd een brief van diezelfde datum.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

3.De beoordeling

3.1.
Bij H-16-formulier van 12 september 2012 heeft mr. Kamerbeek het hof bericht dat partijen overeenstemming hebben bereikt en wordt verzocht om de minnelijke regeling, zoals weergegeven in het H-16 formulier, op te nemen in een arrest. Mr. Molkenboer heeft bij brief van 13 september 2022 bevestigd dat de afspraken door mr. Kamerbeek correct zijn weergegeven en heeft tevens verzocht om vastlegging in een arrest.
3.2.
De tussen partijen overeengekomen regeling luidt als volgt:
“1. Geïntimeerde betaalt aan appellanten een bedrag van [bedrag] .
2. De helft van dat bedrag, derhalve [bedrag] , wordt door geïntimeerde voldaan in de maand oktober 2022.
3. De andere helft, ad [bedrag] , wordt door geïntimeerde voldaan in gelijke
maandelijkse termijnen van [bedrag] , te beginnen in de maand november 2022, met
een slottermijn van [bedrag] .
4. Betalingen vinden plaats op rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [X] .com BV.
5. Eerdere of hogere aflossing door geïntimeerde op het restantbedrag is altijd
mogelijk.
6. Indien enige termijn niet tijdig door geïntimeerde wordt betaald, is het volledige restantbedrag ineens en volledig opeisbaar.
7. Partijen verlenen elkaar voor het overige finale kwijting over en weer.
8. Partijen verzoeken het Gerechtshof om de onderhavige regeling te bevestigen bij
arrest dan wel in een, in executoriale vorm opgemaakt, proces-verbaal, een en ander
met compensatie van kosten.
9. Partijen verplichten zich tot geheimhouding over de inhoud van de regeling.
10. Partijen verplichten zich om zich jegens derden neutraal over elkander uit te laten.”
3.3.
Nu de vaststellingsovereenkomst afwijkt van hetgeen de rechtbank in het bestreden vonnis heeft beslist, dient dat vonnis in zoverre te worden vernietigd.
3.4.
Het hof zal de proceskosten van het hoger beroep compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De uitspraak

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover de vorderingen van [appellanten] ten aanzien van [geïntimeerde] zijn afgewezen;
verstaat dat partijen de regeling, zoals hiervoor weergegeven in rechtsoverweging 3.2, met elkaar hebben getroffen ter algehele beslechting van het onderhavige geschil en ter beëindiging van de procedure en veroordeelt hen tot nakoming;
compenseert de proceskosten van het hoger beroep tussen partijen aldus, dat ieder van hen de eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door mrs. B.E.L.J.C. Verbunt, A.C. van Campen en E.H. Schulten en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 4 oktober 2022.
griffier rolraadsheer