Parketnummer : 20-000083-21
Uitspraak : 26 september 2022
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 5 januari 2021, in de strafzaak met parketnummer 03-246487-20 tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
wonende te [adres] .
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte door de politierechter vrijgesproken van het onder feit 2 tenlastegelegde en ter zake van het opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, waarvan 6 weken voorwaardelijk met een proeftijd 2 jaren.
Namens de verdachte is tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en, in zoverre opnieuw rechtdoende – na wijziging van de tenlastelegging – het primair tenlastegelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis alsmede tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren.
De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit. Subsidiair is een straftoemetingsverweer gevoerd.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De verdachte is door de politierechter vrijgesproken van hetgeen onder feit 2 aan hem ten laste is gelegd. Tegen het vonnis is namens de verdachte onbeperkt hoger beroep ingesteld.
Ingevolge het bepaalde in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte geen hoger beroep open tegen het vonnis voor zover hij van het tenlastegelegde is vrijgesproken.
Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in diens hoger beroep voor zover dat is gericht tegen de vrijspraakbeslissing van feit 2.
Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het beroepen vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Reeds omdat in hoger beroep de tenlastelegging is gewijzigd en daarmee de grondslag van het onderzoek is veranderd, zal het hof het bestreden vonnis, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, vernietigen.
Aan de verdachte is, voor zover nog aan de orde in hoger beroep en na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep, tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 1 oktober 2020 te Heijen, in de gemeente Gennep,
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals en/of vervalst reisdocument en/of
identiteitsbewijs als bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het
Wetboek van Strafrecht, te weten een rijbewijs (rijbewijsnr.: [documentnummer] , land: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië), door voornoemd rijbewijs te tonen en/of te overhandigen aan [verbalisant 1] (opperwachtmeester Koninklijke Marechaussee);
hij op of omstreeks 1 oktober 2020 te Heijen, in de gemeente Gennep, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een vals rijbewijs van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (nummer [documentnummer] ) als ware het echt en onvervalst, door genoemd rijbewijs te tonen aan een ambtenaar van de Koninklijke Marechaussee tijdens een controle.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 1 oktober 2020 te Heijen, in de gemeente Gennep, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals identiteitsbewijs als bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten een rijbewijs (rijbewijsnr.: [documentnummer] , land: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië), door voornoemd rijbewijs te tonen en te overhandigen aan [verbalisant 1] (opperwachtmeester Koninklijke Marechaussee).
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Hierna wordt – tenzij anders vermeld – steeds verwezen naar het eindproces-verbaal van de Koninklijke Marechaussee, Landelijk Tactisch Commando, Brigade Brabant-Noord / Limburg-Noord, dossiernummer PL27YN/20-002875, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 2] , gesloten d.d. 15 oktober 2020, bevattende een verzameling op ambtseed dan wel ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal met daarin gerelateerde bijlagen, doorgenummerde pagina’s 1-34.