ECLI:NL:GHSHE:2022:3256

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
21 september 2022
Publicatiedatum
26 september 2022
Zaaknummer
20-001391-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor overtreding van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot ongeldig verklaard rijbewijs

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte op 29 april 2021 was veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken wegens het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs. De verdachte, geboren in 1977, had zijn rijbewijs ongeldig verklaard gekregen door het CBR vanwege drugsmisbruik. Het hof heeft het hoger beroep behandeld op 21 september 2022, waarbij de advocaat-generaal het vonnis heeft bevestigd en de verdediging vrijspraak heeft bepleit. Het hof heeft de bewijsvoering aangepast en artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht toegevoegd aan de wettelijke voorschriften voor de strafoplegging. De verdachte was op de hoogte van de ongeldigheid van zijn rijbewijs, zoals blijkt uit een proces-verbaal van 8 augustus 2020, waarin hij kennis heeft genomen van de ongeldigverklaring. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte op 5 november 2020 een motorrijtuig heeft bestuurd, terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, waarbij het hof de verweren van de verdediging heeft verworpen.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001391-21
Uitspraak : 21 september 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 29 april 2021, in de strafzaak met parketnummer 96-300313-20 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1977,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van ‘overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994’ veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep bevestigen.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis met verbetering en aanvulling van de gronden waarop het berust, in die zin dat het de bewijsvoering aanpast.
Verder ziet het hof aanleiding om artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht toe te voegen aan de wettelijke voorschriften waarop de oplegging van de straf is gegrond, aangezien het hof heeft geconstateerd dat het bepaalde in dat artikel thans toepassing vindt.
Bewijsmiddelen
1.
De aangetekende brief namens de algemeen directeur van het CBR, namens deze, [verbalisant 1] , Teammanager Vorderingen, divisie Rijgeschiktheid d.d. 29 januari 2020, inhoudende zakelijk weergegeven:
Onderwerp Uitslag onderzoek, besluit: rijbewijs ongeldig
Geachte heer [verdachte] ,
U heeft een onderzoek naar uw drugsgebruik gehad. De uitslag van het onderzoek is dat u niet geschikt bent om te rijden. Daarom verklaren we uw rijbewijs ongeldig vanaf 5 februari 2020. En mag u niet meer rijden. In deze brief leest u waarom we dit besluit genomen hebben en wat dit voor u betekent.
Waarom is uw rijbewijs ongeldig?
Uit het onderzoek blijkt dat er bij u sprake is van drugsmisbruik. Volgens de regelgeving bent u dan niet geschikt om te rijden. En u blijft ongeschikt, totdat u bent gestopt met het drugsmisbruik én dat een jaar volhoudt.

2.

Het proces-verbaal ter zake artikel 9 WvW 1994 (proces-verbaalnummer 080820200159128424 ) d.d. 8 augustus 2020 en ondertekend door verbalisant [verbalisant 2] , inhoudende zakelijk weergegeven:

Datum feit 08-08-2020 om 01:59 uur op de A15 te Gorinchem.
Ik, bovengenoemde verbalisant, zag dat op genoemde dag, datum, tijdstip en plaats als bestuurder reed op genoemde weg/locatie.
Verdachte:
Naam: [verdachte]
Voorna(a)m(en): [verdachte]
Geboren op: [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats]
Motorrijtuig:
Personenauto
Kenteken: [kenteken 1]
Merk/type: Volkswagen Passat
Rijbewijs
Voor het besturen van bovenstaand motorrijtuig is een rijbewijs vereist van de categorie(ën):
B
Ongeldig verklaard rijbewijs:
Na onderzoek bleek dat deze bestuurder een op zijn/haar naam gesteld rijbewijs voor één of meer categorieën van motorrijtuigen dan wel voor een gedeelte van de geldigheidsduur ongeldig is verklaard.
X De verdachte is medegedeeld dat de volgende rijbewijsmaatregel(en) van kracht is/zijn:
X het rijbewijs is ongeldig verklaard;
Verdachte heeft kennisgenomen van de aangekruiste zinnen en aanvullingen en volhardde daarbij.
Dit proces-verbaal is opgemaakt, getekend en gesloten te Gorinchem op 08-08-2020

3.

Het proces-verbaal ter zake artikel 9 WvW 1994 (proces-verbaalnummer 051120200306166519) d.d. 19 november 2020 en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , inhoudende zakelijk weergegeven:

Datum feit 05-11-2020 om 03:06 uur op de Zijlweg te Raamsdonk, gemeente Geertruidenberg.
Ik, verbalisant [verbalisant 3] , zag dat op genoemde dag, datum, tijdstip en plaats als bestuurder reed op genoemde weg/locatie.
Verdachte:
Naam: [verdachte]
Voorna(a)m(en): [verdachte]
Geboren op: [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats]
Motorrijtuig:
Personenauto
Kenteken: [kenteken 2]
Merk/type: Ford Transit
Rijbewijs
Voor het besturen van bovenstaand motorrijtuig is een rijbewijs vereist van de categorie(ën):
B
Ongeldig verklaard rijbewijs:
Na onderzoek bleek dat deze bestuurder een op zijn/haar naam gesteld rijbewijs voor één of meer categorieën van motorrijtuigen dan wel voor een gedeelte van de geldigheidsduur ongeldig is verklaard.
Vrije tekst(eventueel aangevuld met feiten en omstandigheden waaruit de wetenschap kan worden aangetoond)
Op donderdag 05 november 2020, omstreeks 03.06 uur zag ik een Ford Transit, voorzien van het Bulgaarse kenteken [kenteken 3] . Na onderzoek bleken dit valse kentekenplaten te zijn. Het originele kenteken behorende bij genoemd voertuig betrof [kenteken 2] . Op dit
voertuig rustte een WOK-status, geen WAM gegevens en verlopen APK. De bestuurder bleek na onderzoek verdachte [verdachte] te zijn. Ter plaatse heb ik abusievelijk niet doorgevraagd op het rijbewijs van [verdachte] . Deze bleek later per 05-02-2020 ongeldig te
zijn verklaard.

4.

Een uitdraai BVI-IB, opgenomen op pagina 8 van het digitale dossier, waaruit volgt dat het rijbewijs van de verdachte vanaf 5 februari 2020 ongeldig is.

Bewijsoverweging
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde. Daartoe is samengevat aangevoerd dat niet uit het procesdossier blijkt dat het besluit van de ongeldigheid van het rijbewijs per aangetekende brief aan de verdachte is toegestuurd, waardoor niet kan worden bewezen dat de verdachte op de hoogte was van de ongeldigheid van zijn rijbewijs.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Uit de gebezigde bewijsmiddelen komt naar voren dat het rijbewijs van de verdachte bij besluit van het CBR van 29 januari 2020 vanaf 5 februari 2020 ongeldig is verklaard, met als gevolg dat de verdachte niet meer mag rijden. Uit het op ambtseed opgemaakte proces-verbaal artikel 9 WvW d.d. 8 augustus 2020 blijkt dat op 8 augustus 2020 aan de verdachte is medegedeeld dat zijn rijbewijs ongeldig is verklaard, dat de verdachte kennis heeft genomen van de aangekruiste zinnen in dat proces-verbaal en dat hij daarbij heeft volhard. Onder die aangekruiste zinnen viel ook de zin dat de verdachte is medegedeeld dat zijn rijbewijs ongeldig is verklaard. Verder volgt uit het proces-verbaal artikel 9 WvW d.d. 19 november 2020 dat de verdachte op 5 november 2020 bestuurder was van een personenauto.
Het hof stelt vast dat voor een veroordeling ter zake van artikel 9, tweede lid, WvW 1994 is vereist dat de verdachte ten tijde van het (doen) besturen weet of redelijkerwijs moet weten dat zijn rijbewijs, voor de desbetreffende categorie, ongeldig is verklaard. Deze wetenschap is niet louter afhankelijk van de kennisname van het besluit dat het rijbewijs ongeldig is verklaard, dat per aangetekende brief aan de verdachte is toegestuurd, zoals de verdediging stelt en waarvan de ontvangst door de verdachte wordt ontkend. Nu aan de verdachte op 8 augustus 2020 is medegedeeld dat zijn rijbewijs ongeldig is verklaard, dit in een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal is vastgelegd, de verdachte kennis heeft genomen van de aangekruiste zinnen in dat proces-verbaal en hij daarbij heeft volhard, is het hof van oordeel dat bewezen kan worden verklaard dat de verdachte op 5 november 2020 een motorrijtuig heeft bestuurd, terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard.
Het hof verwerpt mitsdien het tot vrijspraak strekkende verweer van de verdediging in al zijn onderdelen.
Resumerend acht het hof, op grond van het vorenoverwogene en de gebezigde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan zoals in de bewezenverklaring is vermeld.
BESLISSING
Het hof:
bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. G.J. Schiffers, voorzitter,
mr. E.N. van der Spoel en mr. F.P.E. Wiemans, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M. Peperkamp, griffier,
en op 21 september 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Schiffers is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.