De vader voert, samengevat, het volgende aan.
Het beroep richt zich alleen tegen de machtiging tot uithuisplaatsing. Ten onrechte is dit verzoek van de raad toegewezen. Aangezien de kinderrechter zich onvoldoende voorgelicht achtte, had het verzoek moeten worden afgewezen en had het op de weg van de raad gelegen het verzoekschrift deugdelijk te onderbouwen.
Het is niet redelijk en ongewenst om het verloop van deze procedure te koppelen aan het verloop van de strafzaak in verband met het bezit van en de vervaardiging van kinderpornografisch materiaal door de vader, aangezien die procedure nog maanden kan duren.
De vader erkent dat er problemen zijn geweest in zijn leven, maar die problemen zijn niet langer van dien aard dat de veiligheid of het welzijn van de kinderen in het geding is.
Medio 2021 is de vader, na de inbeslagname van zijn gegevensdragers door de politie, gestopt met het gebruik van poppers en andere middelen. Hij begon met het gebruik van poppers toen hem geld werd aangeboden in ruil voor seks met mannen. De vader kon dit geld goed gebruiken om zijn kinderen af en toe een extraatje te geven.
De vader is zich op enig moment gaan richten op kinderporno omdat door het gebruik van poppers zijn lustgevoelens veranderden. De seksuele voorkeur van de vader gaat namelijk niet uit naar mannen en minderjarigen. Hij heeft weliswaar een opname gemaakt van een vriendinnetje van zijn dochter, maar dat was geen opname van seksuele handelingen. De vader heeft die opname later pas bewerkt en seksuele toevoegingen aangebracht. De vader benadrukt dat hij zijn eigen kinderen nooit iets zou aandoen.
De vader voert verder aan dat hij zijn alcoholgebruik heeft verminderd. Voor wat betreft de financiële problemen is er inmiddels sprake van een stabiele situatie. De vader heeft een bewindvoerder die met de schuldeisers van de vader betalingsregelingen heeft getroffen. Er is weliswaar sprake van een ontnemingsvordering, maar binnen afzienbare tijd verwacht de vader een erfenis van circa € 50.000,-, waardoor zijn schulden volledig afgelost kunnen worden.
De vader erkent dat hij in het verleden wel eens tegen de kinderen heeft geschreeuwd en hen wel eens een tik heeft gegeven. Hij begrijpt dat dit niet goed is en hij heeft hier spijt van. De vader heeft baat bij de gesprekken die hij regelmatig met de praktijkondersteuner bij de huisarts heeft en hij staat open voor verdere hulpverlening, die op dit moment buiten zijn schuld om niet van de grond komt.
Uit de uitgebreide onderzoeken van de politie en de raad is geen informatie naar voren gekomen waaruit blijkt dat de vader ooit slachtoffers heeft gemaakt, aldus de vader. De kinderen vertellen niets zorgelijks en vanuit school zijn in dit kader ook geen zorgen geuit. Verder verloopt de begeleide omgangsregeling via [instantie] goed, hetgeen blijkt uit de overgelegde rapportage.
De vader heeft het strafbare feit bekend, hij heeft zich schuldbewust getoond, hij staat open voor hulpverlening en hij berust in de wetenschap dat hij een straf zal gaan krijgen.