In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een hoger beroep ingesteld door de man, die als appellant optreedt tegen de vrouw, de geïntimeerde. De man had op 23 mei 2022 een dagvaarding ingediend, maar heeft geen memorie van grieven ingediend binnen de gestelde termijn. Het hof heeft vastgesteld dat de man op de rol van 9 augustus 2022 niet van grieven heeft gediend en geen uitstel heeft gevraagd. Hierdoor heeft de rolraadsheer ambtshalve akte van niet-dienen verleend. Volgens het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven geldt voor de memorie van grieven een termijn van zes weken, met de mogelijkheid van eenmaal vier weken uitstel. Aangezien de man geen grieven heeft aangevoerd tegen het vonnis waarvan beroep, kan hij in het hoger beroep niet worden ontvangen. Het hof heeft de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij de eigen kosten van het hoger beroep draagt. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op de genoemde datum.