3.1.Onder 2 van het bestreden vonnis heeft de kantonrechter vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Met grief I wordt deze vaststelling op een klein onderdeel bestreden (te weten de in 2.2 genoemde afstand van de esdoorn tot de garagebox). Dit is door [geïntimeerden] bevestigd. De grief slaagt derhalve op dit onderdeel. Het hof zal een nieuw overzicht geven van de feiten.
a. [appellant] woont aan de [straatnaam] te [plaats] . Aan de achterzijde van zijn woning ligt een aantal garageboxen dat van [appellant] is. De achterste garagebox grenst aan de tuin van [geïntimeerden] .
b. In de tuin van [geïntimeerden] staat op ongeveer 55 centimeter van die garagebox een esdoorn (hierna: de esdoorn).
c. Bij brief van 9 juni 2017 heeft [appellant] [geïntimeerden] aansprakelijk gesteld voor schade aan zijn garagebox veroorzaakt door de wortels van de esdoorn.
d. Op 30 oktober 2017 heeft [persoon A] van CED Nederland (hierna: [persoon A] ) een expertiserapport uitgebracht in opdracht van de verzekeraar van [geïntimeerden] . In deze rapportage is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
“(…) Wij constateerden dat een gedeelte van de voorzetmuur naar binnen toe bol staat. De oorzaak konden wij ter plaatse niet vaststellen. Tegenpartij [t.w. [appellant] , toevoeging hof] is verzocht de desbetreffende stenen uit te (laten) nemen, waarna vastgesteld kan worden of er sprake is van binnendringende wortels, zoals tegenpartij vermeend.
Tegenpartij stelt voorts dat de zijgevel alsmede de gemetselde hoek bij de voorgevel beschadigd is door wortelgroei van een boom op het perceel van verzekerde. Vanaf de hoek van de zijgevel is de voorgevel tot aan de deurpost opgetrokken uit een steense muur. Bij inspectie stelden wij vast dat het onderste gedeelte naar buiten is getordeerd. Vooralsnog zien wij hier geen verband met de vermeende wortelgroei, echter is onderzoek daarvoor nodig. Tegenpartij is uitgenodigd de garagebox vrij te maken en ook hier de voorzet binnenmuur weg te nemen, om vast te stellen dat er wortels groeien waarmee de verdrukking kan zijn ontstaan. Op basis van onze huidige bevindingen zijn wij namelijk van mening dat het torderen van het onderste gedeelte van de steense muur het gevolg is van kracht die vanuit de binnenzijde van de garage op de muur heeft ingewerkt.(…)
(…) Tegen de zijgevel aan troffen wij wortelgroei van een boom die volgens opgave van de verzekerde omstreeks einde jaren ’80 is geplant. De afstand van de boomzijde tot de garagebox is beperkt tot ongeveer 60 centimeter. In de zijgevel troffen wij echter geen scheuren aan waarmee de schade aan de binnenzijde verklaard zou kunnen worden. (…)”
e. Op 14 december 2018 heeft [persoon A] het schaderapport aangevuld naar aanleiding van door [appellant] aangeleverde foto’s en heeft hij de schade begroot op € 7.184,74.
f. Op 22 mei 2019 heeft [persoon B] van [X] Groenprojecten (hierna: [persoon B] ) op verzoek van [geïntimeerden] onderzoek gedaan en geconstateerd:
“De stenen schutting en het garageblok zijn gescheurd (ontzet). De vraag is of dit door de Esdoorn komt.
De boom is in goede conditie en kerngezond, (…)
Dat het garageblok ontzet is in zijn geheel (4 garages) lijkt me onwaarschijnlijk dit toe te schrijven aan de Esdoorn. (…)
Meer heb ik het idee dat de bouwkundige staat van het garageblok te wensen overlaat. Waarschijnlijk is er een plaatfundering gestort al dan niet gewapend en geen fundering tot de vaste grond gestort, en aangezien dat de bodem altijd beweegt door vorst, droogte, en of natte periode, is het goed mogelijk dat dit de oorzaak is van het scheuren van de diverse penanten waar de garagedeuren in hangen; ook aanrijdschade of ook de leeftijd van de garage, mede de matige constructie speelt hierbij een rol.(…)
Bomen wortelen daar waar voedsel is te halen en normaal is onder de vloer geen voedsel te halen en al helemaal geen zuurstof of vocht, dus voorlopig kan ik de boom niet als schuldige aanwijzen. Nader onderzoek moet dit uitwijzen. (…)”
g. [appellant] is op 27 juni 2019 een kort geding tegen [geïntimeerden] gestart. Op 2 oktober 2019 is hierin een vonnis gewezen waarin onder meer het volgende is geoordeeld:
“(…) 4.4. Nu de rapportage waarnaar [appellant] verwijst voorshands onvoldoende grond biedt voor de conclusie dat de wortels van de Esdoorn de schade aan de garagebox van [appellant] hebben veroorzaakt, is in casu onvoldoende aannemelijk geworden dat sprake is van onrechtmatige hinder in de hiervoor onder r.o. 4.3. omschreven zin. Nader (technisch) onderzoek ter plaatse is nodig om uitsluitsel te verschaffen over de vraag waardoor de schade aan de garage is/wordt veroorzaakt en wie daar eventueel voor verantwoordelijk is. De procedure in kort geding is evenwel ongeschikt voor dergelijk nader onderzoek. Dit deel van de vordering, tot verwijdering van de Esdoorn, wordt dan ook afgewezen. (…)”
h. In opdracht van [appellant] heeft [persoon C] , volgens diens rapport vakbekwaam hovenier, European Tree Technician & geregistreerd taxateur van bomen (lid NVTB) van [Y] Boomverzorging [vestigingsplaats] (hierna: [Y] ) onderzoek gedaan en van dit onderzoek een rapport d.d. 13 januari 2021 opgesteld. In dit rapport is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
“(…) 3. Conclusie
Op basis van het onderzoek en de beoordeling van het schadebeeld is de volgende conclusie getrokken. De schade aan de garagebox is in hoofdzaak het gevolg door een toenemende (grond)druk vanaf de zijde van het perceel aan de Valkstraat. Het verschil tussen de beide niveaus bedraagt ca. 40 cm. Hierdoor functioneren de tuinmuur en garagebox als kerende constructie en deze zijn hier mogelijk onvoldoende voor geprepareerd. De aanwezige boom versterkt dit effect in belangrijke mate door de geringe afstand van de boom tot aan de muur en doordat bij het doorgroeien van de beschikbare ondergrondse ruimte de druk op de muren verder toeneemt.
(…)
De verwachting is dat dit proces in een ongewijzigde situatie zal voortzetten en tot verdere schade zal leiden.
4. Advies
Op basis van het onderzoek is de conclusie dat het verwijderen van de boom zal leiden tot een verminderde druk op de buitenmuur van de garagebox. In hoeverre de gronddruk een rol speelt in de belasting van de muur valt buiten onze expertise maar is door een deskundige te berekenen. Dit kan mogelijk een rol spelen bij het herstellen van de schade en dient daarom vooraf beoordeeld te worden.”
i. Op 4 mei 2021 heeft [ingenieur] van [adviesbureau] (hierna: [adviesbureau] ) in opdracht van [geïntimeerden] een rapport uitgebracht. In dit rapport is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
“(…) 10. Conclusie
De conclusie wordt gegeven middels de beantwoording van de onderzoeksvragen.
1. Wat is de bouwkundige staat van de garage box gelegen direct achter het perceel aan de [adres] te [woonplaats] ;
De garagebox is omstreeks 1967 gerealiseerd. In de achtergevel van de garagebox zijn enkele scheuren zichtbaar. Deze scheuren zijn ontstaan door het gebrek aan dilataties. Dilataties zijn vooraf bepaalde verticale sparingen (scheuren) in de muur welke de werking van het gevelmetselwerk De toenmalige bouwwijze hield (nagenoeg) geen rekening hiermee. De bakstenen wand is langer dan 5 meter en had voorzien moeten worden van tenminste 1 dilatatie.
De 4 garageboxen zijn gebouwd op 1 on-geïsoleerde betonnen plaatfundatie. Ook het beton zorgt voor uitzetting en krimping. (…) Dit is tevens een oorzaak van de zichtbare scheurvorming.
Met name de rechtergevel van de garagebox welke direct grenst aan de achtertuin van de opdrachtgevers is in slechte staat. Het voegwerk van de buitengevel is sterk verweerd en onder het maaiveldniveau is het voegwerk nagenoeg geheel verdwenen waardoor alleen de metselspecie nog aanwezig is. (…) De border tussen de Noorse esdoorn en de garagebox is volledig doorgroeit met wortels van de Noorse esdoorn.
Aan de binnenzijde van deze rechtergevel verkeerd de binnenmuur ook in een matige staat. De muur staat bol en er is scheurvorming aanwezig. Ook is er wortelgroei zichtbaar in de garage.
De gevelconstructie van de garagebox is in eerste instantie niet geschikt om een hoogte verschil van ca. 40cm grond op te vangen. In de aangebrachte spouw zijn geen voorzieningen aangebracht om horizontale krachten op te vangen boven het niveau van de afgewerkte betonvloer of het indringen van vocht tegen te gaan. Door het verweren van de voegen is de mogelijkheid ontstaan dat er water en uiteindelijk ook grond en zand in de spouw verzameld. Dit geeft weer een voedingsbodem voor wortelgroei.
De aanwezige schade is niet onlangs ontstaan. Vermoedelijk is de betreffende gevel aan de binnenzijde altijd vochtig geweest omdat er geen voorzieningen zijn aangebracht in de spouwconstructie. Bij aankoop van het perceel door de opdrachtgevers was het hoogte verschil tussen het maaiveldniveau van de tuin en het peil in de garage reeds aanwezig. De vervorming van de binnenmuur is na verloop van tijd ontstaan. Gezien de hoeveelheid wortelgroei is de vervorming circa 10 jaar nadat de boom is aangeplant ontstaan.
De vervorming in de binnenmuur maar ook in de buitenmuur is ontstaan door de grond- en worteldruk aan de tuinzijde van de opdrachtgevers. Door de beperkte ruimte tussen de Noorse esdoorn en de garagebox van 55 cm is de border nagenoeg geheel doorgroeit met wortels. Doordat de spouw is volgelopen met zand en grond is er geen ruimte (spouw) meer om een vervorming op te vangen. Door de wortelgroei maar ook de winddruk is deze vervorming in de loop van tijd ontstaan.”
3.2.1.In de onderhavige procedure in eerste aanleg vorderde [appellant] , verkort en zakelijk weergegeven, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [geïntimeerden] te veroordelen tot:
- het binnen vier weken na dagtekening vonnis verwijderen van de esdoorn, onder verbeurte van een door de kantonrechter in goede justitie op te leggen dwangsom van € 250,- per dag dat [geïntimeerden] hiermee in gebreke blijven, tot een maximum van € 15.000,-;
- betaling van het schadebedrag, zoals dat destijds door de schade-expert met betrekking tot de garagebox is vastgesteld op € 7.184,64 (+ P.M.), te vermeerderen met de sedertdien toegenomen schade, welke nog nader zal worden begroot, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan, althans vanaf datum verzuim, althans vanaf datum dagvaarding;
- betaling van de schade ter zake derving van huurinkomsten van de garagebox, tot en met 2019 in totaliteit begroot op € 2.640,-, vanaf januari 2020 maandelijks met € 58,- te vermeerderen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan, althans vanaf datum verzuim, althans vanaf datum dagvaarding;
- betaling van de proceskosten en de nakosten.
3.2.2.Aan deze vordering heeft [appellant] – kort samengevat – het volgende ten grondslag gelegd. De esdoorn in de tuin van [geïntimeerden] levert op grond van artikel 5:37 BW jo. artikel 6:162 BW onrechtmatige hinder op. De esdoorn veroorzaakt ernstige schade aan de garage van [appellant] . [geïntimeerden] zal daarom de esdoorn moeten verwijderen en de schade die [appellant] lijdt moeten vergoeden. De schade aan de garage is in december 2018 begroot op € 7.184,74 maar is inmiddels toegenomen. Daarnaast heeft [appellant] de garage vanwege de schade de afgelopen jaren niet kunnen verhuren, wat tot en met 2019 een schade van € 2.640,- oplevert. Dit bedrag moet vanaf januari 2020 met € 58,- per maand vermeerderd worden.
3.2.3.[geïntimeerden] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
3.2.4.In het bestreden vonnis heeft de kantonrechter geoordeeld dat [appellant] niet aan zijn stelplicht heeft voldaan ten gevolge waarvan de vordering is afgewezen en hij in de proceskosten is veroordeeld.