De conclusie van de appeldagvaarding van Keytech van 10 december 2019 luidt als volgt:
“Alsdan aldaar namens mijn requirante, als appellante, op nader aan te voeren gronden te horen eis doen en concluderen dat het Uw Gerechtshof behage, te vernietigen het vonnis van 11 september 2019, onder zaaknummer C/03/260464 / HA ZA 19-88 gewezen door de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, tussen mijn requirante als eiseres en geïntimeerde als gedaagde, en opnieuw recht doende, bij arrest - voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad - de door appellante ingestelde vorderingen alsnog integraal toe te wijzen, alles met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van dit geding in beide instantiën, te begroten volgens het gebruikelijk tarief en te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest en - voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede voor nakosten een bedrag van € 157, dan wel, indien betekening van dit arrest plaatsvindt, op € 239.”
De conclusie van de memorie van grieven van Keytech van 18 augustus 2020 luidt als volgt:
“Keytech de eer heeft te concluderen dat het Uw Gerechtshof behage te vernietigen het vonnis van de Rechtbank Limburg, locatie Roermond, van 11 september 2019 onder zaaknummer C/03/260464 / HA ZA 19-88 tussen Keytech als eiseres in conventie, tevens verweerster in reconventie en Btech als gedaagde in conventie tevens eiseres in reconventie gewezen en opnieuw recht doende, eventueel onder aanvulling en/of verbetering van gronden, bij arrest - voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad - de door Keytech ingestelde vorderingen alsnog integraal toe te wijzen en de door Btech ingestelde vorderingen alsnog integraal af te wijzen en voorts Btech te veroordelen om aan Keytech terug te betalen het door Keytech naar aanleiding van het vonnis waarvan appel aan Btech op 17 januari 2018 betaalde bedrag ad € 38.157,55,- (zegge: achtendertigduizend honderdzevenenvijftig euro en vijvenvijftig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 17 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, alles met veroordeling van Btech in de kosten van dit geding in beide instantiën, te begroten volgens het gebruikelijk tarief en te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest en -voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede voor nakosten een bedrag van € 246,-, dan wel, indien betekening van dit arrest plaatsvindt, op € 328,-.”
In haar memorie van antwoord heeft Btech opgemerkt dat zij de conclusie van de memorie van grieven zo begrijpt dat Keytech zowel alsnog toewijzing van haar vorderingen in de bodemprocedure als ongedaanmaking van het kortgedingvonnis vordert (punt 5 memorie van antwoord). Keytech is hier in haar akte van 5 januari 2021 niet op ingegaan.