In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 februari 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van Decisivo Sport B.V. tegen [geïntimeerden]. Decisivo Sport, die niet verschenen was, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, gewezen op 24 februari 2021. In eerste aanleg was Decisivo Sport gedaagde in conventie en eiseres in reconventie, terwijl [geïntimeerden] als eisers in conventie en verweerders in reconventie optraden. Het hof heeft vastgesteld dat Decisivo Sport op de rolzitting van 23 november 2021 niet is verschenen, ondanks dat zij daartoe in de gelegenheid was gesteld. Hierdoor heeft het hof geoordeeld dat de vordering van [geïntimeerden] op grond van artikel 127 lid 2 Rv toegewezen moest worden. Het hof heeft [geïntimeerden] van de instantie ontslagen en Decisivo Sport veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op in totaal € 1.435,85. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.