Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met het procesdossier van de eerste aanleg en producties, ingekomen ter griffie op 4 maart 2022;
- de vermeerdering van het verzoek, ingekomen ter griffie op 7 maart 2022;
- het verweerschrift met productie 11 ingekomen ter griffie op 26 april 2022.
3.De beoordeling
‘(…)Als iemand vroeg weg moet is dit wat anders en doe ik het met alle plezier en we moeten allemaal een tandje bijzetten daar gaat het niet om, maar ik sta alleen voor 170 bewoners, dus moeten we voorzichtig zijn met geplande zorg, denk ik (…)’
‘Naar aanleiding van een traumatische ervaring wil ik u op de hoogte stellen van de nachtdiensten sinds de invoering van TMO. (bewoner gevonden in de hele kamer vol bloed door maag en darmbloeding, 112 gebeld en ondertussen gaan de andere alarmeringen gewoon door)
‘Mijn afgelopen 7 nachten waren rustig, alleen 3 valpartijen. Maar wat ik al eerder aangaf; van het gehele huis zijn er 14 bewoners met camera, de afdelingen liggen ver uit elkaar/veel verdiepingen. Schil 1 zorgwoningen: spraak/luisterverbinding werkt niet als er 2 kamers tussen zijn. En doorslaap beleid heeft geen zin bij bewoners die niet of niet geheel incontinent zijn. Zwerfnachten (hof: wellicht is bedoeld zwerfwachten); het was geweldig om weer ongestoord de medicatie te doen en zeker bieden ze de helpende hand tussen 23.00-00.30 uur en vanaf 05.00-07.00. Maar piekuren kun je helaas ook niet plannen of uitzoeken. Ik hoop dat je er wat aan hebt, het is een heel verhaal geworden. Maar beter iets uitgebreider dan te kort…
‘Gesproken met elkaar vanwege aanhoudende lichamelijke klachten waarbij er sprake lijkt van een werk gerelateerde component (druk/stress). Het in de nacht gedeeltelijk alleen werken lijkt hierbij een rol te spelen. De belasting in de nacht is in de loop der jaren toegenomen. Dat is passend bij de toegenomen complexiteit aan zorg van de bewoners. De belasting in de nacht heeft een vrij wisselend beeld. [de werknemer] is op dit moment 100% ziek.(…)Advies of hervatten met structureel een tweede nachtdienst een goede interventie lijkt. (..)’
Een billijke vergoeding als bedoeld in artikel 7:671c lid 2 aanhef en onder b BW kan slechts worden toegekend, indien de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Uit de wetgeschiedenis volgt dat het hierbij gaat om uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als er als gevolg van laakbaar gedrag van de werkgever een verstoorde arbeidsrelatie is ontstaan en de rechter concludeert dat er geen andere optie is dan ontslag, of als een werkgever grovelijk de verplichtingen niet nakomt die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst en er als gevolg daarvan een verstoorde arbeidsverhouding ontstaat (Kamerstukken II 2013/14, 33818, nr. 3, p. 34).
Kortom het handelen en nalaten van [de werkgever] jegens [de werknemer] verdient bepaald niet de schoonheidsprijs, maar kan, gelet op de daaraan te stellen hoge eisen, niet gekarakteriseerd worden als ernstig verwijtbaar als bedoeld i in art. 7:671c lid 2 BW.
‘Gesproken met elkaar vanwege aanhoudende lichamelijke klachten waarbij er sprake lijkt van een werk gerelateerde component (druk/stress). Het in de nacht gedeeltelijk alleen werken lijkt hierbij een rol te spelen. De belasting in de nacht is in de loop der jaren toegenomen. Dat is passend bij de toegenomen complexiteit aan zorg van de bewoners. De belasting in de nacht heeft een vrij wisselend beeld. [de werknemer] is op dit moment 100% ziek.(…)Advies of hervatten met structureel een tweede nachtdienst een goede interventie lijkt. (..)’
Combinatie van huidige gangbare belasting in het werkenIntrapersoonlijke factoren (manier waarop betrokken in haar werk zit).
[de werknemer] .
- inkomensverlies over de periode van september 2018 tot 1 november 2024 op € 61.376,06 Haar bruto inkomen zou € 244.311,21 hebben bedragen (12 x € 3.310,45 x 6,15 jaar). Het thans te realiseren inkomen bedraagt € 182.935,15 (12 x € 3.310,45 + 12 x € 2.137,31 x 5,15 jaar), aldus [de werknemer] . [de werknemer] gaat er vanuit dat zich niet binnen 3 jaar significante wijzigingen in haar gezondheidstoestand zullen voordoen.
- pensioenschade tot een bedrag van € 20.600,
- immateriële schadevergoeding van € 10.000,--
4.De beslissing
.