De bijzondere curator voert, samengevat, het volgende aan.
Er zijn geen contra-indicaties voor toewijzing van het verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de man en het verzoek tot naamswijziging, nu aan de voorwaarden van artikel 1:207 BW is voldaan. De man is de verwekker van [minderjarige] , hetgeen door DNA-onderzoek van 8 april 2021 met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid is vastgesteld. Daarnaast is het verzoek ingediend binnen de daarvoor gestelde termijn.
De rechtbank heeft ten onrechte overwogen dat het verzoek tot vaststelling van het ouderschap zich niet verhoudt tot de bedoeling van de wetgever en dat slechts indien erkenning niet tot de mogelijkheden behoort of er een bijzonder belang bestaat om de vaststelling te verkiezen boven een erkenning, er aanleiding kan zijn om het verzoek toe te wijzen.
Uit de Parlementaire Geschiedenis valt niet af te leiden dat de weg van de gerechtelijke vaststelling in een geval als het onderhavige niet open staat. Er is weliswaar in de Memorie van Toelichting vermeld dat een gerechtelijke vaststelling ‘een laatste mogelijkheid’ is, maar daar valt niet uit af te leiden dat deze mogelijkheid pas gebruikt kan worden als (om wat voor reden dan ook) niet tot erkenning wordt overgegaan.
Van belang is verder dat de man meerdere pogingen heeft gedaan om vanaf de geboorte van [minderjarige] haar juridisch vader te zijn. Hij heeft getracht al voor haar geboorte het huwelijk met de moeder te laten legaliseren en hij heeft getracht [minderjarige] te erkennen. De juiste papieren daartoe en een BSN aan de zijde van de moeder ontbraken echter. De gemeente heeft de man bovendien onjuist geïnformeerd door te kennen te geven dat de man door [minderjarige] na haar geboorte te erkennen alsnog vanaf haar geboorte de juridisch vader zou zijn.
Voor de man voelt het niet goed om [minderjarige] te erkennen, omdat dit niet tot aan de geboorte terugwerkt. De moeder voelt dit ook zo, zodat zij tot indiening van het onderhavige verzoek is overgegaan. De bijzondere curator ondersteunt het verzoek van de moeder en heeft het verzoek volledigheidshalve ook namens [minderjarige] ingediend.
Gerechtelijke vaststelling biedt [minderjarige] zekerheid over haar afstamming. Mocht [minderjarige] net als de man de Britse nationaliteit wensen te verkrijgen, dan biedt de gerechtelijke vaststelling ook meer kansen dan een in Nederland gedane erkenning. Bovendien heeft de man bij een gerechtelijke vaststelling meer kans op het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit, hetgeen eveneens in het belang van [minderjarige] kan zijn. Sommige landen kennen geen erkenningsprocedures en de ouders weten nog niet hoe hun toekomst er op lange termijn uit zal zien.
Van belang is verder dat de rechtbanken kennelijk verschillend met dit soort verzoeken omgaan. De bijzondere curator verwijst onder meer naar een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 21 oktober 2021 (niet gepubliceerd en in geanonimiseerde vorm overgelegd), waarin sprake was van een soortgelijke situatie en waarbij het verzoek wel is toegewezen.
Nu de man nog niet tot erkenning is overgegaan en in beginsel niet tot erkenning wil overgaan, is het in het belang van [minderjarige] dat haar biologische vader door de gerechtelijke vaststelling van zijn vaderschap ook haar juridische vader wordt.