In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep over de verdeling van zorg- en opvoedingstaken van een minderjarige, geboren in 2012. De moeder, verzoekster in hoger beroep, is het niet eens met de huidige regeling waarbij de minderjarige voornamelijk bij de vader verblijft. De vader, verweerder in hoger beroep, is het eens met de huidige regeling. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in een aanvullend rapport geadviseerd om de huidige zorgregeling te handhaven, omdat deze het beste aansluit bij de behoeften van de minderjarige. Het hof heeft in zijn beoordeling overwogen dat de huidige regeling, waarbij de minderjarige van maandagochtend tot en met woensdag na het weekend bij de vader verblijft en daarna bij de moeder, het meest in het belang van het kind is. De moeder heeft in haar reactie op het rapport van de raad aangegeven dat zij een week-om-week regeling voorstaat, maar het hof oordeelt dat de huidige regeling meer structuur en duidelijkheid biedt voor de minderjarige. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank Limburg, waarbij de huidige zorgregeling is vastgesteld, en wijst het verzoek van de vader om de minderjarige op de verjaardag van zijn halfbroertje bij hem te laten verblijven af. De kosten van het geding in hoger beroep worden gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt.