ECLI:NL:GHSHE:2022:3038
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- A.J.A.M. Nieuwenhuizen
- J.P.F. Rijken
- G.P.M.F. Mols
- Rechtspraak.nl
Schorsing van voorlopige hechtenis en motiveringsgebrek
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank, waarbij de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte was afgewezen. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld, omdat de beschikking tot schorsing volgens hem ontoereikend was gemotiveerd. Het hof oordeelt dat de rechtbank onvoldoende inzicht heeft gegeven in de afwegingen die hebben geleid tot de schorsing van de voorlopige hechtenis, met name wat betreft de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De verdachte wordt verdacht van meerdere overtredingen van de Opiumwet en witwassen, gepleegd in 2020. De rechtbank had de voorlopige hechtenis geschorst, omdat zij van mening was dat de persoonlijke belangen van de verdachte zwaarder wogen dan het strafvorderlijk belang. Het hof stelt echter vast dat er ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan en dat er gevaar voor herhaling is. Het hof benadrukt dat de verdachte in beginsel het recht heeft om in vrijheid te worden berecht, maar dat dit recht kan worden beperkt in het belang van de samenleving.
Na afweging van alle omstandigheden, waaronder het feit dat de verdachte geen strafblad heeft op het gebied van de Opiumwet en dat hij sinds 2020 geen strafbare feiten heeft gepleegd, concludeert het hof dat de voorwaarden die aan de schorsing van de voorlopige hechtenis zijn verbonden, voldoende zijn om het gevaar voor herhaling te mitigeren. Het hof wijst het hoger beroep toe voor wat betreft het motiveringsgebrek, maar wijst het beroep voor het overige af.