ECLI:NL:GHSHE:2022:3038

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 augustus 2022
Publicatiedatum
31 augustus 2022
Zaaknummer
000702-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis en motiveringsgebrek

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank, waarbij de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte was afgewezen. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld, omdat de beschikking tot schorsing volgens hem ontoereikend was gemotiveerd. Het hof oordeelt dat de rechtbank onvoldoende inzicht heeft gegeven in de afwegingen die hebben geleid tot de schorsing van de voorlopige hechtenis, met name wat betreft de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

De verdachte wordt verdacht van meerdere overtredingen van de Opiumwet en witwassen, gepleegd in 2020. De rechtbank had de voorlopige hechtenis geschorst, omdat zij van mening was dat de persoonlijke belangen van de verdachte zwaarder wogen dan het strafvorderlijk belang. Het hof stelt echter vast dat er ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan en dat er gevaar voor herhaling is. Het hof benadrukt dat de verdachte in beginsel het recht heeft om in vrijheid te worden berecht, maar dat dit recht kan worden beperkt in het belang van de samenleving.

Na afweging van alle omstandigheden, waaronder het feit dat de verdachte geen strafblad heeft op het gebied van de Opiumwet en dat hij sinds 2020 geen strafbare feiten heeft gepleegd, concludeert het hof dat de voorwaarden die aan de schorsing van de voorlopige hechtenis zijn verbonden, voldoende zijn om het gevaar voor herhaling te mitigeren. Het hof wijst het hoger beroep toe voor wat betreft het motiveringsgebrek, maar wijst het beroep voor het overige af.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Raadkamerappelnummer: AVNR. 000702-22
Parketnummer 1e aanleg: [nummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de rechtbank [plaats] van [datum] , waarbij door de officier van justitie in de zaak tegen:

[verdachte]

[geboortedatum en plaats]
[adres]
hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank [plaats] van [datum] , bij welke beschikking het verzoek tot schorsing van de aan [verdachte] opgelegde voorlopige hechtenis werd afgewezen.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsman
mr. M.A. Buntsma.
Het hof heeft kennis genomen van het dossier.
Uit het dossier blijkt dat jegens verdachte ernstige bezwaren bestaan ter zake overtreding van de Opiumwet, meermalen gepleegd in 2020, en witwassen.
Er is tevens gevaar voor herhaling.
De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis geschorst aangezien de rechtbank van oordeel was dat de persoonlijke belangen van de verdachte zwaarder wegen dan het strafvorderlijk belang en voorts dat het gevaar voor herhaling kan worden teruggebracht tot op een voor de samenleving aanvaardbaar niveau door het stellen van voorwaarden aan een schorsing van de voorlopige hechtenis.
Tegen de schorsing van de voorlopige hechtenis is door de officier van justitie hoger beroep aangetekend.
Het hof is met de officier van justitie van oordeel dat de beschikking tot schorsing van de voorlopige hechtenis ontoereikend is gemotiveerd nu de beschikking geen inzicht geeft over de afweging die de rechtbank heeft gemaakt die heeft geleid tot de schorsing van de voorlopige hechtenis. Meer in het bijzonder is niet duidelijk wat de persoonlijke omstandigheden zijn van verdachte die (mede) tot de schorsing hebben geleid.
In zoverre zal het hof het beroep toewijzen.
Voorts overweegt het hof als volgt.
De verdachte heeft in beginsel het recht zijn berechting in vrijheid af te wachten. Dat kan anders zijn wanneer, zoals in de onderhavige zaak, er sprake is van gevaar voor herhaling. In dat geval zal de rechter, zo nodig ambtshalve, dienen na te gaan of niet ook op andere, voor de verdachte minder bezwarende wijze, tegemoet kan worden gekomen aan het belang dat de samenleving heet bij voortzetting van de voorlopige hechtenis. Dat belang is gelegen in het voorkomen van strafbare feiten, gepleegd door verdachte.
In de onderhavige zaak wordt verdachte verweten overtreding van de Opiumwet, meermalen gepleegd, welke overtredingen zouden zijn gepleegd in 2020, alsmede witwassen. Sedert 2020 is er geen sprake meer van enig strafbaar gedrag door verdachte, althans daarvan is vooralsnog niet gebleken. Verdachte heeft geen strafblad op het gebied van de Opiumwet en was voor de eerste maal gedetineerd. Detentie heeft in het algemeen een mitigerende werking op het gevaar voor herhaling. Er zijn het hof geen feiten of omstandigheden bekend die in de onderhavige zaak ten aanzien hiervan tot een ander standpunt zouden moeten leiden. De enkele omstandigheid dat verdachte zich overwegend op zijn zwijgrecht beroept maakt dit niet anders.
Verdachte heeft een gezin en drie kinderen, waarvan een pas geboren.
Alles overwegend is het hof van oordeel dat met het stellen van de voorwaarden zoals de rechtbank die heeft verbonden aan de schorsing van de voorlopige hechtenis, het gevaar voor herhaling kan worden teruggebracht tot op een voor de samenleving aanvaardbaar niveau.
Daarbij heeft het hof zich ervan vergewist dat de verdachte zich bewust is van het feit dat bij overtreding van een of meer voorwaarden, de voorlopige hechtenis kan en zal herleven.
Het hof wijst het beroep toe voor wat betreft het motiveringsgebrek en wijst af het beroep voor het overige.

BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:

Wijst toe het hoger beroep voor wat betreft het motiveringsgebrek.
Wijst af het hoger beroep voor het overige.
Aldus gedaan op 18 augustus 2022
door mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen, voorzitter, mr. J.P.F. Rijken en mr. G.P.M.F. Mols, raadsheren, in tegenwoordigheid van S.J.H. van Beekveld, griffier.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, 18 augustus 2022
Gezien d.d.
De directeur van