ECLI:NL:GHSHE:2022:3037

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 augustus 2022
Publicatiedatum
31 augustus 2022
Zaaknummer
000703-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen schorsing voorlopige hechtenis in drugszaken met geschokte rechtsorde

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank die de voorlopige hechtenis van de verdachte had geschorst. De officier van justitie had hoger beroep aangetekend tegen deze schorsing, omdat de rechtbank volgens hem onvoldoende had gemotiveerd waarom de schorsing was verleend. Het hof oordeelde dat de beschikking tot schorsing van de voorlopige hechtenis ontoereikend was gemotiveerd, omdat deze geen inzicht gaf in de afwegingen die de rechtbank had gemaakt. Het hof stelde vast dat er sprake was van een geschokte rechtsorde, maar dat deze schok niet van zodanige omvang was dat schorsing niet mogelijk was. De verdachte had een belang bij schorsing en het hof oordeelde dat met de juiste voorwaarden het gevaar voor herhaling kon worden teruggebracht tot een aanvaardbaar niveau. Het hof wees het beroep toe voor wat betreft de gebrekkige motivering van de beschikking, maar wees het beroep voor het overige af. De beschikking van de rechtbank werd bevestigd met verbetering van gronden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Raadkamerappelnummer: AVNR. 000703-22
Parketnummer 1e aanleg: [nummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de rechtbank [plaats] van [datum], waarbij door de officier van justitie in de zaak tegen:

[verdachte]

[geboortedatum en plaats]
[adres]
hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank [plaats] van [datum], bij welke beschikking het verzoek tot schorsing van de aan [verdachte] opgelegde voorlopige hechtenis werd bevolen.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.S. van der Biezen.
Uit het dossier blijkt dat jegens verdachte ernstige bezwaren bestaan terzake overtreding van de Opiumwet, meermalen gepleegd in 2020.
Er is tevens gevaar voor herhaling.
De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis geschorst aangezien de rechtbank van oordeel was dat de persoonlijke belangen van de verdachte zwaarder wegen dan het strafvorderlijk belang en voorts dat het gevaar voor herhaling kan worden teruggebracht tot op een voor de samenleving aanvaardbaar niveau door het stellen van voorwaarden aan een schorsing van de voorlopige hechtenis.
Tevens heeft de rechtbank beslist dat er geen sprake is van een geschokte rechtsorde.
Tegen de schorsing van de voorlopige hechtenis is door de officier van justitie hoger beroep aangetekend.
Het hof is met de officier van justitie van oordeel dat de beschikking tot schorsing van de voorlopige hechtenis ontoereikend is gemotiveerd nu de beschikking geen inzicht geeft over de afweging die de rechtbank heeft gemaakt die heeft geleid tot die schorsing. Meer in het bijzonder is niet duidelijk wat de persoonlijke omstandigheden zijn van verdachte die (mede) tot de schorsing hebben geleid.
Voorts is het hof van oordeel dat in geval van export van harddrugs er in beginsel sprake is van een geschokte rechtsorde, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel dienen te leiden. De rechtbank heeft in haar beslissing onvoldoende duidelijk gemaakt of er sprake is van dergelijke bijzondere omstandigheden en zo ja welke bijzondere omstandigheden tot de conclusie moeten leiden dat er geen sprake is van een geschokte rechtsorde.
Dat betekent naar het oordeel van het hof dat de beschikking onvoldoende naar de eisen van de wet is gemotiveerd.
In zoverre zal het hof het beroep toewijzen.
Voorts overweegt het hof als volgt.
Bij (voorbereiding van) export van harddrugs is er sprake van een strafbaar feit waar naar de wettelijke omschrijving 12 jaar of meer gevangenisstraf op staat en waardoor de rechtsorde ernstig is geschokt. Het hof heeft eerder gesteld dat in geval van export van harddrugs de schok van de rechtsorde niet snel verdampt. Het hof is van oordeel dat in de onderhavige zaak, waarin het gaat om de voorbereiding van de export van 10 kilo cocaïne, welke strafbare feiten in 2020 in georganiseerd verband zouden zijn gepleegd, ook thans nog sprake is van een geschokte rechtsorde nu het in ons land en in het buitenland niet te begrijpen is en ook niet geaccepteerd wordt, dat degene die zich waarschijnlijk aan deze feiten schuldig heeft gemaakt, niet onverwijld in voorarrest wordt genomen. Dat neemt overigens niet weg dat er redenen kunnen zijn om de voorlopige hechtenis te schorsen. Naarmate er immers sprake is van een minder ernstig geschokte rechtsorde, kunnen er minder zware eisen worden gesteld aan de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De verdachte heeft in beginsel het recht zijn berechting in vrijheid af te wachten. Dat kan anders zijn wanneer, zoals in de onderhavige zaak, er sprake is van gevaar voor herhaling en van een geschokte rechtsorde. In dit geval zal de rechter, zo nodig ambtshalve, dienen na te gaan of niet ook op andere, voor de verdachte minder bezwarende wijze, tegemoet kan worden gekomen aan het belang dat de samenleving heeft bij voortzetting van de voorlopige hechtenis.
Het hof is van oordeel dat er weliswaar sprake is van een geschokte rechtsorde maar tevens dat deze schok niet van zodanige omvang is, gelet op de relatief geringe hoeveelheden harddrugs, dat schorsing niet tot de mogelijkheden behoort. De verdachte heeft als ondernemer belang bij schorsing en zoals gesteld in beginsel het recht zijn berechting in vrijheid af te wachten.
Daarmee is vervolgens de vraag aan de orde of het gevaar voor herhaling kan worden teruggebracht tot op een voor de samenleving aanvaardbaar niveau.
Verdachte is eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden voorwaardelijk wegens overtreding van de Opiumwet, en hij heeft een transactie voldaan voor witwassen. Daar staat tegenover dat voorover bekend, sedert 2020, het jaar waar in de feiten die verdachte worden verweten zouden zijn gepleegd, er geen justitie contact meer heeft plaatsgevonden.
Voorts overweegt het hof dat verdachte, alhoewel geen first offender, voor de eerste maal gedetineerd was en in het algemeen kan worden aangenomen dat detentie een mitigerende werking heeft op het gevaar voor herhaling. Het hof heeft hierbij voorts acht geslagen op de nog relatief jeugdige leeftijd van de verdachte. Feiten of omstandigheden die thans tot een ander oordeel zouden moeten leiden zijn niet gesteld, noch is het hof anderszins van het bestaan gebleken.
Het hof is van oordeel dat met de aan de schorsing verbonden voorwaarden de kans op herhaling kan worden teruggebracht tot op een voor de samenleving aanvaardbaar niveau. Daarbij heeft het hof zich ervan vergewist dat de verdachte zich ervan bewust is dat bij niet naleving van een of meer van de aan de schorsing verbonden voorwaarden, de voorlopige hechtenis kan en zal herleven door middel van het opheffen van de schorsing.
Alles overziend wijst het hof het beroep toe voor over het beroep gericht is tegen de gebrekkige motivering van de beschikking waarvan beroep, voegt toe aan de gevangenhouding de 12 jaarsgrond en de geschokte rechtsorde en wijst het beroep voor het overige af.

BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:

Wijst toe het hoger beroep voor wat betreft het motiveringsgebrek.
Wijst af het hoger beroep voor het overige.
Bevestigt de beschikking waarvan beroep, met verbetering van gronden zoals hiervoor in de overwegingen is opgenomen.
Aldus gedaan op 18 augustus 2022
door mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen, voorzitter, mr. J.P.F. Rijken en mr. G.P.M.F. Mols, raadsheren, in tegenwoordigheid S. Dijkstra, griffier.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, 18 augustus 2022
Gezien d.d.
De directeur van